De verkiezingen voor nieuwe provinciebesturen roepen altijd weer de vraag op waar provincies nog voor zijn. Als die overbekende herhaling van zetten weer eens plaatsvindt, zijn het vooral landelijke politici en de media die de aanstichters zijn. Bij het grote publiek leeft de provincie nauwelijks. Des te opvallender is het dat ook de ruimtelijke vakprofessional in het stemhokje weinig bezig lijkt te zijn met provinciale thema’s.
Uit een inventarisatie van Stadszaken en ROm eind februari blijkt dat ruimtelijke ambtenaren en adviseurs morgen in meerderheid gaan stemmen, maar dat meer doen uit democratisch plichtsbesef dan uit betrokkenheid bij provinciale thema’s als wonen, infrastructuur, energietransitie, klimaatadaptatie en vitale binnensteden.
Haven-Stad
Toch zijn dit thema’s waarbij de provincie steeds vaker van doorslaggevend belang zal zijn bij het forceren van oplossingen. Zelfs op het argument dat grote steden wel hun eigen boontjes kunnen doppen, valt heel wat af te dingen. Zo uitte een internationaal panel van het Urban Land Institute (ULI) onlangs twijfels bij de vraag of de gemeente Amsterdam bij de ontwikkeling van Haven-Stad wel 'leveren' kan. ‘Het is een project van buitengewone omvang, en van bovengemeentelijk belang. Zeker voor de infrastructurele projecten en bedrijfsverplaatsingen moet de gemeente ook naar de regio en het Rijk kijken', verklaarde het panel. Panel-voorzitter Chris Choa prees de ambitie van de gemeente, maar bestempelde de doelstelling om in het havengebied 60.000 huizen te bouwen tevens als ‘fairy tale’, zo lang de gemeente niet een aantal belangrijke hordes neemt die een voortvarende uitvoering van het project nu nog in de weg staan, waaronder de aanleg van infrastructuur.
Bestuurlijke coherentie
De woonopgave is een zaak van nationaal belang. Maar op een recente vraag van een radioverslaggever aan Kajsa Ollongren of de woonportefeuille haar niet te veel wordt naast haar vele andere klussen waaronder de rol van vicepremier, antwoordde de minister dat het wel meevalt. ‘Uiteindelijk zijn het de gemeenten die het moeten doen’, legde ze uit.
Als gemeenten al een evenredige bijdrage willen leveren aan de nationale woonopgave, dan zijn er tal van hindernissen die uitvoering in de weg staan. Bij met name kleine gemeenten is er onvoldoende kennis en capaciteit om voldoende meters te maken, en zachte plannen tijdig om te zetten in harde plancapaciteit. Dan hebben we het nog niet een over tegenstribbelende raden en het ontbreken van bestuurlijke coherentie in bestuurlijk versnipperde stedelijke regio's. Prestatieafspraken blijken vaak niet meer dan intenties, dan wel boterzacht. Een 'metro mayor', zoals Greater Manchester heeft, kan een waardevol begin zijn van meer bestuurlijke coherentie, ook al is het enkel een symbolische start.
Blije wethouders
De provincie Utrecht biedt oplossingen. Niet alleen initieerde ze samen met de Utrechtse gemeenten en marktpartijen een Actieagenda Woningmarkt, met de oprichting van een ‘netwerkorganisatie’ biedt de provincie ook een praktisch antwoord op het capaciteits- en kennisvraagstuk door het beschikbaar stellen van kwartiermakers en financiële specialisten die de complexe binnenstedelijke bouwambities in goede banen kunnen leiden. Steeds vaker bedanken deze knappe koppen voor een baan bij een kleinere gemeente.
Het gaat in de provincie Utrecht allemaal nog goedschiks. Maar als het nodig is, kan de provincie haar tanden laten zien, zoals ze enkele jaren geleden deed door een schaar te zetten in vier miljoen meter plancapaciteit voor nieuwe kantoren. Overigens tot opluchting van wethouders in de provincie, aldus voormalige gedeputeerde Bart Krol, die de schaar hanteerde. Die voelden zich onvoldoende opgewassen tegen het vooruitzicht van procederende marktpartijen, met wie al deals waren gesloten.
Vitale binnensteden
Het besef dat de provincie het verschil kan maken, leeft bij bestuurders en beleidsmakers des te meer. Sterker, de afgelopen decennia van liberalisering in het beleid en decentralisatie van taken door de Rijksoverheid, is de positie van de provincie er alleen maar sterker op geworden. De komende beleidsperiode hebben provincies een cruciale rol bij het invulling geven aan de klimaatopgave, met veel ruimtelijke gevolgen.
Maar denk ook aan de binnensteden, die te maken gaan krijgen met een grote vraaguitval door blijvende groei van internetshoppen (zelfs voor dagelijkse boodschappen) aan de ene kant, en een onvermijdelijk omslaan van de conjunctuur aan de andere kant. Als gemeenten niet snel passende maatregelen nemen, dreigt de binnenstad een gatenkaas te worden. Daarbij is een restrictief ruimtelijke beleid van de provincie hard nodig, naast een faciliterende rol, door gemeenten bijvoorbeeld handvaten te bieden om een passend antwoord te vinden op de Europese Dienstenrichtlijn. Die kan een bom leggen om het compacte binnenstadbeleid.
Take back control
Met de nieuwe Wro is die positie al bekrachtigd. De komende Omgevingswet en Nationale Omgevingsvisie doen daar nog een schepje bovenop. Het hangt zo van de regionaal-lokale context af welke rol de provincie speelt. Bij sommige thema’s en in sommige regio’s kunnen ze volstaan met een vinger aan de pols te houden. Bij andere zitten provincies juist meer in de faciliterende rol. Op andere dossiers, bijvoorbeeld rond wonen en energietransitie, kan de provincie misschien controle terugpakken, voor de minister dat doet. De kleur van de provincie doet er dan wel degelijk toe.
Marcel Bayer, hoofdredacteur ROm
Jan Jager, hoofdredacteur Stadszaken