66 procent van de starters op de woningmarkt is een vrouw met minimaal een hbo-diploma op zak. Voor de Telegraaf was het aanleiding om in grote letters 'Vrouw kaapt woningmarkt' op de voorpagina van de krant van vandaag te zetten. De kop leidt tot verontwaardigde reaties. Zo tweette minister Kajsa Ollongren (BZK):
Moet niet gekker worden: steeds meer jonge vrouwen hebben een opleiding, verdienen meer en willen dan ook nog een huis kopen. Waar gaan we naartoe met dit land!? #vrouw pic.twitter.com/0Zalm6owbC
— Kajsa Ollongren (@KajsaOllongren) 18 maart 2019
Wat is er aan de hand? Het percentage in de Telegraaf komt uit het meest recente ING Woonbericht, waarin de bank elk kwartaal trends op de woningmarkt presenteert. Het gaat hierbij specifiek om koopwoningen. Huurwoningen worden buiten beschouwing gelaten. Jan Latten, bijzonder hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam, verklaart de cijfers in lijn met Minister Ollongren: ‘We zien dat jonge vrouwen gemiddeld gezien hoger opgeleid zijn dan jonge mannen. Bovendien studeren zij gemiddeld sneller af en verdienen zij meer dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Door deze ontwikkelingen zijn vrouwen eerder dan mannen financieel onafhankelijk, waardoor zij sneller een woning kunnen zoeken.’ Volgens de hoogleraar zien we hierdoor dat het traditionele ideaal van ‘huisje-boompje-beestje’ aan het veranderen is. ‘Vroeger zochten vrouwen eerst vanuit het ouderlijk huis een partner en een stabiele relatie, waarna er een woning werd gezocht. Nu is het andersom: hoogopgeleide vrouwen zoeken eerst financiële stabiliteit en een eigen woning. Pas als dat geregeld is komt de levenspartner aan bod. Het is emancipatie.’
Overigens relativeert Latten de cijfers wel enigszins. ‘We weten niet of de cijfers primair uit alleenstaande vrouwen bestaan, of dat er ook samenwoners bij zitten. Dat is wel belangrijk voor een compleet overzicht van de startersmarkt.’ Navraag bij de ING bevestigt dit. Een woordvoerder van de bank laat weten dat bij het onderzoek geen rekening is gehouden met de samenstelling van de huishoudens.
Waken voor ongelijkheid
Doordat de hoogopgeleide vrouwen op jongere leeftijd een eigen woning bezitten dan laagopgeleiden en mannen, beginnen zij eerder met kapitaalopbouw. ‘Zo kan het gebeuren dat hoogopgeleide vrouwen in de toekomst financiële zekerheid opbouwen dan mannen, die langer moeten huren,’ zegt Latten. ‘Bovendien leven hoogopgeleide vrouwen van alle bevolkingsgroepen het langst, waardoor zij het langst kunnen genieten van hun kapitaal.’ Door deze trends zou volgens Latten een nieuw soort ongelijkheid kunnen ontstaan. ‘Natuurlijk is het alleen maar goed dat vrouwen op relatief jonge leeftijd financieel zelfstandig kunnen zijn. Maar je moet wel goed kijken naar wat je met de ‘achterblijvers’ doet. Ook jonge mannen en laagopgeleiden moeten een kans maken op de woningmarkt.’
Starters minder plaatsgebonden
Uit het Woonbericht blijkt verder dat de straal waarin starters een woning zoeken, steeds groter wordt. Beter betaalbaardere woningen (35%), beter woningaanbod (29%) en een baan met betere vooruitzichten (35%) zijn daarbij de voornaamste redenen. Maar eenmaal gesetteld en in bezit van een koophuis is 17% nog maar bereid te verhuizen voor een baan met betere vooruitzichten.
Mensen die reeds een eigen woningen bezitten, zijn een stuk honkvaster: ruim de helft (54%) van de consumenten geeft aan binnen een straal van 20 kilometer een woning te gaan zoeken. Meer dan 50 kilometer vindt maar 12% van de woningbezitters acceptabel en 13% is helemaal niet bereid om zijn huidige woonplaats te verlaten. Een derde van de woningbezitters geeft aan dat er niets is dat ervoor kan zorgen dat ze verder weg dan hun huidige huis naar een woning gaan kijken. Ze blijven het liefst wonen waar ze nu zitten.
Wim Flikweert, manager Wonen bij ING in een persbericht dat de bank uitbracht: ‘Gezien de huidige krapte op de woningmarkt zou je verwachten dat er geleidelijk meer spreiding ontstaat. Dit onderzoek toont aan dat het vooral de sociale aspecten zijn die een belangrijke rol spelen in de zoektocht naar een woning en dat deze aspecten vooral woningbezitters binden. Starters zijn nog wel redelijk flexibel. Zij zijn nog niet zo sterk gebonden aan een regio. Studie, werk en relaties zijn voor hen de belangrijkste redenen om te verhuizen naar een andere provincie. De hoge huizenprijzen en een baan met betere vooruitzichten zijn voor hen reden om hun zoekgebied naar een nieuwe woning uit te breiden.’