Woensdag presenteerden het PBL en het CPB hun langverwachte doorberekening van het Ontwerp Klimaatakkoord. Het slechte nieuws is dat de doelen met de huidige set maatregelen die door de klimaattafels zijn voorgesteld waarschijnlijk niet worden gehaald. Het goede nieuws: Het Kabinet deed vrijwel direct na de presentatie een handreiking: de regering wil tóch nadenken over invoering van een CO2-belasting voor bedrijven, om zo tot een evenwichtiger verdeling van de lasten tussen burgers en bedrijven te komen.

Wijkaanpak

Veel is nog onzeker, zo benadrukten de beide rekenmeesters bij de presentatie van hun doorrekeningen woensdag in sociëteit Nieuwspoort. De relatief grootste onzekerheid over de emissiereductie door het klimaatakkoord ligt bij de klimaattafel gebouwde omgeving. Ten eerste is het niet duidelijk hoe de ‘wijkaanpak’ zal uitwerken. Dit is een nieuw instrument waarmee de gewenste activiteiten van bedrijven, burgers en overheden op elkaar worden afgestemd met als doel: het isoleren en aardgasvrij maken van 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen tot 2030 met woonlastenneutraliteit als uitgangspunt.

Draagvlak

Gemeenten moeten volgens het PBL het voortouw nemen en daadkrachtig optreden. Het is alleen onduidelijk hoe geborgd wordt dat gemeenten dit doel vóór 2030 kunnen halen. Of zij voldoende middelen krijgen om dit te bewerkstelligen is bovendien onzeker. Pieter Boot, sectorhoofd klimaat, lucht en energie van PBL, noemt een tweede onzekerheid. ‘Het draagvlak vanuit bewoners bepaalt in grote mate het succes van de wijkaanpak’. Het PBL kan niet beoordelen of het procesgeld (50 miljoen per jaar) toereikend is om genoeg begeleiding en deskundigheid te mobiliseren.

Zwakste schouders

De gevolgen voor de inkomens van gezinnen heeft het CPB geprobeerd in kaart te brengen. Het maatregelenpakket in het ontwerp klimaat akkoord en het bestaande beleid rondom klimaat en energie werkt denivellerend. Gemiddeld gaan inkomens er met 1,3% achteruit t.o.v. 2018. De achteruitgang van de laagste inkomensgroep gaat 1,8% achteruit terwijl de hoogste inkomensgroep er 0,8% achteruit gaat. Het ontwerp-klimaatakkoord speelt hierbij een kleine rol, vooral het huidige energiebeleid zal leiden tot negatieve inkomenseffecten.

Gedragsverandering

De genoemde cijfers zijn net zoals die van het PBL heel onzeker. Bij de invloed op het directe inkomen wordt er van uitgegaan dat bewoners zelf geen maatregelen nemen ‘bij de berekening van het directe inkomenseffect zijn wij uitgegaan van de bestaande situatie, hoe mensen zich aanpassen door bijvoorbeeld warmtepompen aan te schaffen hebben wij hier niet in doorberekend’ aldus Laura van Geest, directeur van het CPB. De gedragsverandering en afwenteling van kosten door bedrijven is later wel doorgerekend. Deze twee factoren maakt het effect nog negatiever: namelijk van -1,3% naar -1,5%. Wanneer ook rekening gehouden wordt met het klimaatbeleid in het buitenland neemt dit zelfs verder toe naar -1,7%.

Energiearmoede

‘Op dit moment is er te weinig uitgewerkt om te kunnen zeggen hoe dit uitpakt voor mensen met een kleinere portemonnee’, zegt CPB-baas Van Geest. 'Wel voegt het akkoord de optie tot gebouw gebonden financiering en vrijwillige erfpacht toe aan de mogelijkheden om koopwoningen betaalbaar te verduurzamen.’

PBL-directeur Hans Mommaas geeft aan dat energie-armoede een groot probleem is: ‘Het ontwerp klimaat akkoord werkt denivellerend, hoe dit zijn invloed gaat hebben op de transitie voor armere huishoudens hebben wij niet onderzocht, dit is echter wel een belangrijk punt wat aangestipt moet worden.’ Daarnaast benoemt hij ook de onzekerheden in de wijkaanpak ‘we weten niet of de wijkaanpak bottum-up of topdown uitgevoerd gaat worden.’

Brief Wiebes

Snel na de weinig rooskleurige rapporten van CPB en PBL kwam minister Wiebes met een brief waarin hij aankondigt dat hij op een aantal belangrijke dossiers werkt aan 'concretiseringen', die in de praktijk een ommezwaai kunnen betekenen. Zo zal het kabinet de belasting op de energierekening voor huishoudens aanzienlijk verlagen, in ieder geval door die belasting (ODE) voor bedrijven te verhogen. De verdeling van de lasten zal daardoor verschuiven van 50/50 naar eenderde/tweederde. Het kabinet neemt de komende weken de tijd om deze plannen uit te werken, maar, zo stelt Wiebes alvast, er komt geen extra geld. Voor het kabinet zijn de budgettaire kaders – zowel aan de inkomsten- als de uitgavenkant – leidend.