Het Bosco Verticale te Milaan is een begrip. De twee groene torens, ontworpen door Italiaan Stefano Boeri en in 2014 opgeleverd, verwierven wereldwijde bekendheid en zetten architect Boeri in één keer op de kaart. Nu mag Boeri in verschillende steden over de hele wereld vergelijkbare torens realiseren. Zo ook in Utrecht en Eindhoven, die met Wonderwoods (twee torens van 70 en 90 meter hoog, opgeleverd in 2022) en de Trudo Toren[VM1] (70 meter hoog, opgeleverd zomer 2019) hun eigen verticale bos willen bouwen.
‘Met het bouwen van de verticale bossen willen steden een soort Milaan-effect creëren,’ zegt Max Visser, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. ‘De torens moeten iconisch worden en een gezicht geven aan een nieuw stukje stad. Ze moeten groen bouwen aanmoedigen.’ Maar bij het precieze effect van de torens kunnen nog wel een aantal vraagtekens worden geplaatst. Want zijn ze wel echt meer dan een fraai staaltje groene architectuur? Om meer inzicht te krijgen in de uiteindelijke betekenis van de Trudo Toren en Wonderwoods vertrok Visser naar Milaan, waar hij gedurende een aantal maanden omwonenden en ondernemers uit de buurt van de Bosco Verticale interviewde. ‘Ik wilde inzicht krijgen in de invloed van het verticale bos op de stad. Wat doet zo’n gebouw nou precies als het er eenmaal staat?’ zegt hij.
Spooktoren
Bij zijn onderzoek richtte Visser zich bewust op omwonenden en niet op de bewoners van de Bosco Verticale. ‘In Milaan zijn dat echt de happy few,’ zegt hij. ‘Er wonen rijke expats en beroemdheden, filmsterren, stervoetballers.[VM2] ’ Dat zorgt er enerzijds voor dat de toren bij omwonenden tot de verbeelding spreekt. ‘Je ziet mensen continu naar de balkons wijzen en speculeren over welke beroemdheid ze gezien zouden hebben,’ zegt Visser. Anderzijds zorgt het exclusieve karakter voor een scheiding in de buurt. ‘Het is verre van een inclusief gebouw en er is heel weinig contact tussen bewoners en omwonenden. De toren is voor de omwonenden soort spookhuis.’
Met alleen een verticaal bos ben je er nog niet
Uit gesprekken die Visser met de omwonenden en ondernemers voerde, blijkt dat zij de toren ondanks het exclusieve karakter ervan zeker wel waarderen. ‘Aanvankelijk was er onder hen grote weerstand tegen het ontwikkelen van de luxe hoogbouw, maar nu zijn de bewoners trots op ‘hun’ Bosco Verticale,’ zegt hij. ‘Nu zijn ze over het algemeen tevreden. Ze vinden het een mooi gebouw.’
Door die mooie uitstraling heeft de toren een positief effect op het gebruik van omliggend groen. Visser: ‘Je ziet dat al bestaande parken in de omgeving nu meer worden gebruikt, want het uitzicht op de toren maakt dat mensen zich prettiger voelen en zich graag in de buurt bevinden.’ Een dergelijk positief effect op de beleving van een gebied kan je eventueel ook met conventionelere en minder groene architectuur bereiken, maar volgens Visser heeft de groene gevel extra meerwaarde. ‘We weten dat groen allerlei positieve effecten op mensen heeft, effecten die stenen, glas en staal niet hebben. Mensen worden gelukkig van groen, dus ook van een groene gevel.’
Dat maakt echter niet dat de verticale bossen een vervanger zijn voor conventioneel horizontaal groen. In tegenstelling tot een park, zijn zij immers niet vrij toegankelijk. De toren is dus vooral van belang door zijn exterieure uitstraling, want de meeste omwonenden komen er nooit binnen. ‘De toren is zeker geen vervanging voor conventioneel horizontaal groen,’ zegt Visser. ‘Het is een aanvulling. Met enkel een verticaal bos ben je er nog lang niet.’
Goed inpassen
De aanvullende waarde van de torens maakt volgens Visser dat het lukraak kopiëren van het iconische Boeri-ontwerp geen goede benadering is. ‘Je kunt ze niet zomaar ergens neerzetten zonder dat je rekening houdt met het omliggende gebied. In dat gebied zal je ook aandacht moeten besteden aan ‘gewoon’ horizontaal groen.’
Bij de Nederlandse iteraties van de Milanese toren gaat dit volgens Visser goed. Zo wordt Wonderwoods niet als los element benaderd, maar als integraal onderdeel van de herontwikkeling van het Beurskwartier. Ook hoeft men Utrecht en Eindhoven niet bang te zijn voor segregatie tussen bewoners en omwonenden, verwacht Visser. ‘Natuurlijk wordt het niet echt openbare ruimte, maar bij de Nederlandse torens worden wel maatregelen genomen om het gebouw toegankelijk voor het publiek te maken. Wonderwoods in Utrecht krijgt een openbaar toegankelijke daktuin en komt er een restaurant. De Trudo Toren in Eindhoven wordt grotendeels sociale huur, dus dat is ook minder elitair.’