Dit is een voorpublicatie uit ROm #3. Het magazine verschijnt deze week.. ROm is gratis voor ambtenaren ruimte, infrastructuur en milieu bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. Word nu abonnee en ontvang ROm #3 meteen!
Afgelopen februari gebruikte minister Cora van Nieuwenhuis het bekende kostenargument om de Tweede Kamer te informeren over de toekomst van Schiphol, en eigenlijk het plan voor Schiphol op Zee af te wijzen. ‘Het is een herhaling van argumenten die we eerder hebben gehoord: de kosten voor de aanleg van een eiland in zee zijn te hoog, de kosten voor de infrastructuur zijn niet op te brengen, zelfs de impact op de natuur wordt als argument ingebracht’, reageert directeur Gijs van den Boomen van KuiperCompagnons nadat de stof rond de lancering rond ‘zijn’ Schipholplan is neergedwarreld. ‘Het glas is altijd halfleeg. Wij hebben die halfvolle kant van het glas willen belichten.’
1.Is jullie Schipholplan niet gewoon nieuwe wijn in oude zakken?
‘Misschien. Maar de situatie is nu compleet anders. De nood is hoog. De geluidcontouren lopen vol en als de politiek de grenzen verder oprekt, dan zijn het wel bewoners die een ongebreidelde groei van de luchthaven domweg niet meer accepteren. De publieke opinie ten aanzien van een gezonde leefomgeving is afgelopen tien jaar flink gekanteld. Lelystad Airport lijkt niet te gaan brengen wat minister Nieuwenhuizen ervan verlangt (autonome groei, red.). Daarnaast zorgen de geluidcontouren daar ook voor toenemende weerstand. Met ons plan willen we de discussie over een luchthaven in zee van een andere kant belichten’
2. De minister had daar duidelijk geen zin in. Ze veegde de vloer al aan met het plan...
‘Dat ligt genuanceerder. Van Nieuwenhuizen had al voor wij goed en wel met ons onderzoek bezig waren bureau Posad de opdracht gegeven een quickscan laten uitvoeren naar de haalbaarheid van een verplaatsing van de luchthaven naar zee, met bovengenoemde negatieve uitkomst. Het was niet zozeer een reactie op ons plan. Nog los van de vraag of je voor of tegen de verplaatsing van de luchthaven naar zee bent, vind ik dat je zo’n cruciaal besluit niet kunt baseren op een quickscan bestaande uit een paar interviews en literatuuronderzoek. Zo zit de wereld gelukkig niet in elkaar. De minister heeft klare taal gesproken, ze lijkt in beginsel wel open te staan voor een grondiger onderzoek.’
3.Wat is die halfvolle kant van het glas? Is het plan überhaupt begrepen?
‘Het gaat niet zozeer om de verplaatsing van de hele luchthaven als wel om de verplaatsing van de ‘airside’ (de vertrek- en landingsbanen) naar zee. Daarmee haal je in één keer een geluidsdeken weg boven een stuk van de Randstad, waarmee ruimte vrijkomt voor het realiseren van enorme stedelijke kwaliteit op een perfecte locatie tussen Amsterdam en Den Haag. De ‘landside’ van de luchthaven (de terminal met vertrekfaciliteiten, parkeergarages en NS-station Schiphol) blijven gewoon intact op de oude vertrouwde locatie in de Haarlemmermeer, die je daardoor dubbel kunt inzetten voor reizigers én als vitale infrastructuur voor je stedelijke ontwikkeling. Voor ons was dat wel een eyeopener.’
‘Het uit elkaar trekken van de ‘airside’ en de ‘landside’ bestaat al. De luchthavens van Frankfurt en Kuala Lumpur hebben nieuwe terminals en reizigers pendelen via onbemande shuttles heen en weer. In Hong Kong kun je je koffers inchecken op het centraal station waarna je vlak voor vertrek in de metro naar de startterminal zoeft. Maar op zo’n grootschalige wijze als wij het voorstellen, is niet eerder vertoond.’
4.Als ik het goed begrijp is de verplaatsing van de luchthaven naar zee een typisch voorbeeld van win-winplanologie: managementjargon van snelle vastgoedjongens dat niet past bij de wat stoffige ruimtelijke ordeningwereld.
‘Het maken van die combinaties is juist de crux van ons vak als ruimtelijke ordenaars! 1+1=3. Als we ons land de komende decennia mooi, gezond en economisch concurrerend willen houden, dan kunnen we maar beter gebruik maken van deze win-wins. Het past ook in de filosofie van de Nationale Omgevingsvisie die momenteel in de maak is en rept over ‘meekoppelen’ en ‘meervoudig ruimtegebruik’. Daar hoort ook een vorm van meervoudige planologie en meervoudige stedenbouw bij, die tot gevolg heeft dat je inderdaad veel meer bereikt dan puur de som der delen.’
5.Wat moet er nu gebeuren?
‘Het zou fijn zijn als de overheid ideeën uit de samenleving een kans geeft. Als je dat niet doet, krijg je mensen nooit betrokken. Onlangs kondigde de minister aan dat Schiphol hoe dan ook moet groeien. Daar heeft ze een reden voor, maar mensen snappen het niet meer. Als je onderzoekt en spreekt, ontstaat begrip. Wij stellen voor om de komende twee jaar in een open gesprek met de maatschappij scenario’s te gaan verkennen. Wat kunnen we verwachten van een Europees spoorwegnet als alternatief voor de luchtvaart? Hoe kunnen op een verantwoorde wijze vrij baan geven aan groei van de luchtvaart? Alleen zo kan onze volksvertegenwoordiging tot een gewogen besluitvorming komen en bepalen wat uiteindelijk de beste oplossing is.’