Dit stuk is een bewerkte versie van het artikel 'Integraal werken vraagt om trekkers met slagkracht,' door Maarten Hoorn en Fenneke van der Aa van Platform 31. Het artikel verscheen eerder in vakblad ROm. ROm is gratis voor ambtenaren ruimte, infrastructuur en milieu bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. Word nu abonnee

Als het goed is hebben alle Nederlandse gemeenten inmiddels een klimaatstresstest uitgevoerd. Beleidsmakers en bestuurders worstelen echter met de vertaling van de stresstestresultaten naar lokale en regionale afspraken, bleek uit inventarisatie door het Adviesteam. Die afspraken gaan  namelijk ook over de gewenste kwaliteit van de fysieke leefomgeving en die wil je kunnen vastleggen in de omgevingsvisie en het omgevingsplan.

‘Wij waren vastgelopen’, zegt Petra Mackowiak, beleidsmedewerker water bij de Gemeente Tilburg, die deel uitmaakte van de werkeenheid Doelmatig Waterbeheer Hart van Brabant. ‘We hadden in de regio na de stresstest bij vrijwel iedere gemeente klimaatateliers georganiseerd en kaarten gemaakt met knelpunten en kansen op lokaal en regionaal niveau, maar daarna viel het stil.’

Aan de motivatie lag het niet en alle neuzen stonden netjes dezelfde kant op, meent Mackowiak. ‘Zowel bestuurlijk als ambtelijk bleek een gebrek aan eigenaarschap en dat zorgde voor de passiviteit. Want je gaat elkaar aan zitten kijken en wachten totdat de ander in actie schiet. En dat werkt natuurlijk niet.’

Hoe voorkom je zo’n impasse? Hier 4 tips.

1. Bespreek regionaal de resultaten van de stresstest

Na de stresstest volgen risicodialogen. Voer deze ook op regioniveau. Door regionale opgaven te koppelen, kom je tot een regionale ambitie: samen gaan we verdroging tegen door water op bepaalde plekken in de regio vast te houden. Ook heeft het Klimaatadaptatie Adviesteam expliciet aandacht besteed aan de meerwaarde van de regionale samenwerking. Aan de hand daarvan kom je tot afspraken over de verdere werkverdeling.  

Regionaal risicodialogen voeren helpt ook bij het combineren van opgaven, zoals de woningbouwopgave en klimaatadaptatie. Want wie een nieuwe wijk gaat bouwen, haalt misschien een belangrijk waterreservoir of koel en schaduwrijk gebied weg uit de omgeving.

In Groningen vinden we hier een voorbeeld van. Daar heeft het adviesteam ingezoomd op de herontwikkeling van het Suikerfabriekterrein en gekeken of dit gebied als het afvoerputje van de omgeving fungeert, waar het water heen gaat bij bebouwing en of een koppeling met het nabijgelegen stadspark kansen biedt als groengebied met koelere plekken. Uiteindelijk is hier klimaatadaptatie meegenomen bij het bepalen van uitgangspunten voor de stedenbouwkundige opzet en het structuurplan. En die opgedane kennis helpt bij de strategische keuzes voor de omgevingsvisie vanuit de kernopgave hoe we onze groeiende en compacte stad zodanig ontwikkelen dat deze toekomstbestendig is én leefbaar blijft.

2. Maak afspraken wie wat op zich neemt.

Goede samenwerking is essentieel bij elke stap van het klimaatadaptatieproces. Dat begint bij een heldere rolverdeling. Gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk moeten precies weten welke rollen en verantwoordelijkheden zij hebben. Daarover blijkt nog veel verwarring in de praktijk en precies op dit vlak kampten meerdere regio’s dan ook met vragen. De wil is er vaak wel, maar de verantwoordelijkheid wordt niet opgepakt. Het is vaak nog ‘vechten’ om klimaatadaptatie voldoende op de agenda te krijgen binnen de betrokken gemeenten.

3. Vraag collega’s uit andere domeinen om mee te denken

Het Klimaatadaptatie Adviesteam ziet dat het initiatief veelal vanaf de werkvloer komt; bestuurders en managers lijken nog beperkt betrokken. Klimaatadaptatie wordt ‘erbij’ gepakt omdat de personele capaciteit en het budget beperkt zijn. En dat terwijl klimaatadaptatie juist op verschillende agenda’s moet terugkomen. Hittestress bij kwetsbare ouderen heeft bijvoorbeeld invloed op je beleid in het sociale domein, verdroging van landbouwgronden heeft een plek in je economisch beleid. Daarnaast valt het onderwerp volop te verbinden met andere opgaven in de fysieke leefruimte, zoals vernieuwing van de riolen, verbeteren van de bereikbaarheid en het creëren van aardgasvrije wijken.

Een integrale aanpak van klimaatadaptatie op meerdere beleidsterreinen sluit bovendien aan bij de intentie van de Omgevingswet. Klimaatadaptatie is goed te verknopen met opgaven als de energietransitie, de verstedelijking en duurzame mobiliteit in een integrale omgevingsvisie. Werken in de openbare ruimte biedt bovendien momenten waarop de betrokkenheid van bewoners, bedrijven en instellingen groter is. Juist dan is het onderwerp klimaatadaptatie goed mee te pakken. Maatregelen verbinden met andere opgaven kan bovendien kosteneffectiever werken.

4. Benoem regionaal een ambtelijke én bestuurlijke trekker voor klimaatadaptatie en geef hem of haar ook de tijd.

Elke overheidsorganisatie één aparte trekker voor klimaatadaptatie; dat is wat het adviesteam het liefst voor zich ziet. Een ambtelijke én bestuurlijke trekker, die zijn tijd volledig kan besteden aan het borgen en agenderen van klimaatadaptatie buiten en binnen de organisatie. In Tilburg voelt Mackowiak behoefte aan zo iemand. ‘Het blijft een worsteling, want klimaatadaptatie doe ik nog steeds erbij. Eigenlijk wil je inderdaad die aparte trekker met slagkracht aanstellen. Maar daarvoor ontbreken bij ons de capaciteit en middelen.’  Met zo’n trekker is de kans groter dat andere sectoren beter worden betrokken en dat klimaatadaptatie standaard op de agenda staat en een vast onderdeel vormt bij visie- en planvorming, constateert het adviesteam.

Over het Klimaatadaptatie Adviesteam
Het Klimaatadaptatie Adviesteam is een initiatief van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA). Vanaf eind 2017 tot en met de zomer van 2018 heeft dit adviesteam in tien regio’s geholpen klimaatadaptatie een stap verder te brengen. De uitvoering lag bij Tauw, ORG-ID en Platform31, in samenwerking met AT Osborne, Deltares, GrondRR, H2Ruimte, Hydrologic, Klimaatverbond Nederland, Stadsstromen, Tygron en de Hogeschool van Amsterdam.

Voor de volledige publicatie van het Klimaatadaptatie Adviesteam klikt u hier