Wethouder Revis (Stadsontwikkeling, Wonen en Scheveningen) presenteerde op 8 januari de Gebiedsagenda station Hollands Spoor / Laakhavens. Er wordt ondanks grote ambities nauwelijks verder gekeken dan de optelling van lopende projecten, stelde het expertpanel tijdens het STAD consult op 10 januari.
De begeleidende brief is net een suikerspin van breedsprakigheid, vaagheid en algemeenheden, constateert het panel. De gebiedsagenda geeft onvoldoende richting aan de verdere uitwerking voor realisatie van een aantrekkelijke wijk in extreem hoge dichtheid. De uitstekende bereikbaarheid is nu de enige waardevolle kwaliteit van Laakhaven. Er is nog iets bijzonders nodig. Zoals bijvoorbeeld een stadspark op het dak van de Mega Stores. En maak de onderste lagen van de het gebouw open. Dichte gevels zijn dodelijk voor een levendige Waldorpstraat.
Monocultuur kleine woningen
In de gebiedsvisie wordt een mix van woningtypen beloofd. Het panel voorziet grote problemen in de programmatische uitwerking. Het zal uiterst moeilijk zijn om kleinere en grotere, betaalbare woningen te realiseren, laat staan 30% sociaal. Zeker niet in hoogbouw. Wordt de nieuwe wijk dan een doorgangshuis voor expats, starters en studenten? De experts zijn het er over eens dat een monocultuur met een grote hoeveelheid kleine woningen in eenzelfde prijsklasse voorkomen moet worden.
Identiteit te onduidelijk voor bloeiende economie
Voor een gezond stedelijk gebied is naast wonen een goede mix aan functies (voorzieningen en werken) noodzakelijk, stelt het panel. Deze programmering komt bij de huidige uitnodigingsplanologie echter niet vanzelf. Er is, net als in de Binckhorst, gemeentelijke regie nodig voor bijvoorbeeld betaalbare bedrijfsruimten. Daarnaast moet verder worden bekeken in welke mate het College Campus HS zich, ondanks de prima bereikbaarheid, kan richten op grootschalige ontwikkeling van kantoren en hotels. Deze functies lijken meer op hun plek in de andere twee gebieden die verdicht moeten worden (Policy Campus Centraal / Centraal station en ICT Security Campus / Laan van NOI). In de Laakhavens staat nu een deel van de bestaande kantoren leeg.
In de concurrentie die zal ontstaan tussen de drie stationsgebieden vreest men dat Laakhaven de strijd gaat verliezen door een slecht imago. Waarom zou je hier willen wonen of werken? Het is essentieel om het gebied goed te positioneren in buitenruimte en architectuur. Hoort het in uitstraling straks bij de binnenstad? Of moet het aansluiten bij de karakteristiek van het voormalig havengebied? De naam van het stuk is College Campus, maar Hogeschool studenten zorgen niet automatisch voor een bruisend imago, zij wonen immers in veel gevallen nog bij hun ouders. Laakhaven ligt ook niet tussen de betere wijken van Den Haag.
Onvoldoende vertrouwen in kwaliteit buitenruimte
Je gaat hoog wonen, omdat het beneden leuk is. De terecht gewenste atria en publieke ruimten op de begane grond, lijken hier echter een illusie vanwege de kleine kavels, meent het expertpanel. Noodzakelijke interne infrastructuur in hoge torens vergt zeer veel ruimte, juist op de begane grond. Denk aan liften, installatieruimten, parkeren of deelauto’s, fietsenstallingen en afvalopslag.
In de gebiedsagenda staat dat de buitenruimte de drager is van de kwaliteit van het gebied. In de buitenruimte komt alles samen: naast een prettige groene inrichting en een goede invulling van de plinten gaat het om de noodzakelijke woon gebonden binnen- en buitenfuncties. De experts denken dat er niet genoeg ruimte is rond de torens voor in- en uitgaande bewoners, bestelauto’s, vuilafvoer, ambulances en verhuiswagens. Ook is er behoefte aan speelgebieden, kinderopvang, groen en prettige verpoosplekken. Daarvoor is meer onderzoek naar windhinder en zon nodig. In de 3D plaatjes van de gebiedsagenda lijkt de zon aan de evenaar te staan.
Oproep voor stedenbouwkundige structuurvisie
De torens die zijn getekend in de studies, lijken slank, maar in deze beperkte oppervlaktes kun je geen woningen kwijt, laat staan kantoren. De tekeningen geven dus een vertekend beeld. De experts pleiten daarom voor een integrale stedenbouwkundige structuurvisie waarin de buitenruimte in samenhang wordt bekeken met de programmering, logistiek, bouwmassa, duurzaamheid, plint, wind, zon en mobiliteitsvraagstukken. Hoewel op niveau van de afzonderlijke kavels door de gemeente zeer zorgvuldig wordt gewerkt, mist deze zorgvuldigheid op het stedenbouwkundig niveau. Voor een goed plan is meer ontwerpend onderzoek nodig. Een plan dat het niveau ontstijgt van een rij toevallig beschikbare plots. Dan pas wordt duidelijk of de buitenruimte niet overbelast wordt door de extreme verdichting met 7.000 nieuwe woningen in vooral grondexploitatie gedreven bouwplannen.
Ton Schaap (gemeente Amsterdam – senior Urbanist), Vincent Smit (De Haagse Hogeschool - lector grootstedelijke ontwikkeling), Leon Thier (Studio Leon Thier architectuur), Jan Brouwer (Architect en ruimtelijk adviseur), Anjelica Cicilia (Syntrus Achmea Real Estate and Finance), Emiel Arends (gemeente Rotterdam – stedelijk adviseur), Rico Zweers (de Mannen van Schuim – strategic design in real estate), Casper Hulsman (Bouwinvest) en Alexander Pols (Kollhoff en Pols architecten) namen deel aan het STADconsult ‘Kansen en dilemma’s voor verdichting rond station Hollands Spoor’ dat Platform STAD organiseerde op 10 januari 2019.