Dit is een aritkel uit de ROm-special ‘Versnellen kan’. In deze special kijken we naar het versnellen van plancapaciteit, inbreiding en transformatie, het versterken van het huursegment en het bevorderen van doorstroming. Op Stadszaken presenteren we komende weken de highlights. ROm is gratis voor ambtenaren ruimte, infrastructuur en milieu bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. Word nu abonnee.
Basisschool De Zevensprong, met de speelplekken en het gekooide sportveldje, zorgt overdag voor veel levendigheid in de buurt. Daar staat dan De Trefhorst naast, een voormalig buurtcentrum, tijdelijk in gebruik voor dagbehandeling van mensen met een beperking. Het gedateerde gebouw met blinde muren moet sowieso plaatsmaken voor iets anders; liefst een combinatie van wonen en zorg.
oen Patrick Vos, projectontwikkelaar bij woningcorporatie Omnia Wonen, de situatie ter plekke ging bekijken, viel hem op dat ook het schoolgebouw een grondige opknapbeurt kon gebruiken. ‘De technische levensduur is beperkt. Bovendien gaat de school fuseren met de andere openbare basisschool in de wijk en verdubbelt daardoor bijna wat betreft leerlingenaantal. De buurt wil graag dat het buurtcentrum 033 terugkomt, voor allerlei activiteiten, ook in de avonduren en het weekend’, schetst hij beknopt de opgave. Om die niet nog complexer te maken, wordt geprobeerd de dagbehandeling naar een andere wijk te verplaatsen.’
Verbinden en aanjagen
Vos heeft het project Bruispad samen met de betrokken partijen aangemeld voor de challenge vanwege de integrale verkenning, die hij aan de gemeente voorstelde om samen met de belanghebbenden te gaan maken. ‘Als verbinder en aanjager’, zoals hij het zelf omschrijft. ‘Aan de voorkant goed kijken welke partijen een rol spelen bij dit proces en die partijen proberen te binden door niet te denken vanuit belangen en voorwaarden, maar vanuit de opgave en de ambities.’
De betrokken partijen vonden dat best spannend: om vanuit de maatschappelijke opgave te zorgen voor zowel goed onderwijs en goede zorgvoorzieningen , als voor voldoende betaalbare nieuwbouwwoningen. Zeker als het in lijn zou zijn met het uitgangspunt ‘Starten voor de start’, dus de buurt voor de planvorming al bij het proces betrekken.
Voor de inrichting van de bewonersparticipatie werd Marion van der Voort van Bureau voor gebiedscommunicatie aangetrokken. Zij heeft als uitgangspunt: ‘Geen dichtgetimmerd plan en op meerdere manieren de wensen en ideeën van de omwonenden ophalen voordat je de eerste schetsen presenteert.’
De school heeft het initiatief genomen om de ouders per brief te benaderen over de nieuwbouwplannen. Ook de buurt heeft een brief ontvangen. Daar is overwegend positief op gereageerd. Vervolgens zijn er door onderzoekers van Jonge Honden interviews met willekeurige buurtbewoners gedaan. Deze interviews boden al goed inzicht in de voornaamste aandachtspunten voor de buurt.
(tekst gaat door onder afbeelding)
Parallelle trajecten
Het overleg tussen de corporatie, het schoolbestuur, de zorgpartij en de gemeente is vanwege de 100 dagen challenge geïntensiveerd. ‘Daardoor konden we een heel eind komen’, zegt Patrick Vos. Hij vindt het mooi te zien hoe de school en het bestuur zijn meegegaan in het proces. Ook al duurde het langer dan gehoopt door de zomervakantie en de ingewikkelde overlegstructuur binnen het onderwijs met een directie, bestuur en medezeggenschapsraad. Vos: ‘Het uitgangspunt was geen meter weggeven en één laag in de nieuwbouw. Dat bleek moeilijk te rijmen met de vergroting door de fusie en onze ambitie voor woningbouw. Ook hun wens om maar één keer te hoeven verhuizen, dus nieuwbouw op een andere plek dan de huidige, compliceerde de zaak. Uiteindelijk werden twee lagen bespreekbaar, doordat we konden laten zien hoe we door de school compacter te maken met twee lagen samen een mooi stukje nieuw Bruispad kunnen ontwikkelen. ’
In een parallel traject kreeg de bewonersparticipatie verder vorm met een eerste algemene informatieavond met wijksafari in De Zevensprong halverwege de maand september. Er was aanvankelijk nogal wat scepsis bij de buurtbewoners over hun daadwerkelijke inbreng. Tijdens de wandeling in groepjes rond de locatie verdween die naar de achtergrond en vertelden omwonenden graag waar ze zich zorgen over maken en wat ze graag anders zouden zien.
Ook Wim Riezenbos woont hier al een tijdje met plezier. ‘Het is een rustige buurt met alle belangrijke voorziening op loop- en fietsafstand. Dat kan alleen maar beter worden als ze deze plek met verstand aanpakken’. Hij noemt een goede inrichting qua groen en verkeer en een beperkte bouwhoogte van mogelijke appartementen als aandachtspunten. ‘We moeten vooral zorgen dat we hier niet zo’n massaal gebouw krijgen. Kijken hoe we kunnen knutselen met de ruimte die we hier nu hebben.
Beide bewoners geven aan eerst wantrouwig te zijn geweest tegenover de gemeente en de corporatie. Net als veel andere buurtbewoners, weet mevrouw Zwiers. ‘O, daar heb je ze weer, het zal wel, was mijn eerste gedachte. Het vertrouwen is er niet helemaal, maar er wordt nu wel serieus met ons overlegd en gekeken naar de punten die wij inbrengen.’ Riezenbos voelt dat eveneens en denkt dat het wantrouwen naar de gemeente zo diep zit en versterkt wordt door het ‘waanzinnige plan’ voor de westelijke rondweg, ‘die klauwenvol geld kost, waar 3.500 bomen voor moeten verdwijnen en die de mensen helemaal niets oplevert, alleen maar overlast.’
Maatschappelijk vak
De stedenbouwkundigen van SAB zeggen veel te hebben opgestoken van de verhalen van de bewoners. Arnold Meijer geeft aan vaker zo werken. ‘Voor mij is stedenbouw een maatschappelijk vak, vorm geven aan de samenleving van morgen. We willen letterlijk midden in het proces staan. Voordat we beginnen met tekenen, willen we het hele krachtenveld zien, horen wat er speelt, en indien nodig tegen de opdrachtgevers zeggen waar de grenzen liggen van wat ze willen.’
Die grenzen zijn er voor de bewoners zeker. Hun zorgen en vragen gaan over behoud van het groen, de bebouwingsdichtheid en de hoogte van de appartementen, vooral vanwege de privacy, het parkeren, de verkeersafwikkeling bij de school en veiligheid.
Meijer: ‘Het is complex, juist ook omdat mensen graag willen vasthouden aan wat ze hebben, het zelfs mooier voorstellen dan het in werkelijkheid is. Wij moeten laten zien dat er een nieuwe toekomst is, die er wellicht nog beter uitziet, gebaseerd op de waarden en kwaliteiten die er al zijn.’
Passen en meten
Op 1 november, tijdens de tweede informatie inloopavond, was de presentatie van het low profile plan. Daarvoor waren een aantal uitgangspunten van de gemeente medebepalend, zoals de onmogelijkheid van een extra ontsluiting voor het verkeer en de afstand van het sportveld tot het nieuwe schoolgebouw.
Op basis van deze uitgangspunten, maar ook gebaseerd op de wensen en ambities van de betrokken partijen en de wijksafari, heeft het ontwerponderzoek plaatsgevonden. Daaruit kwam naar voren dat er eigenlijk maar één ontwerp mogelijk is waarin alles wordt samengebracht.
De school blijft op dezelfde locatie in een compact gebouw met twee verdiepingen en 16 lokalen. Op de plek van De Trefhorst komt een gebouw met zo’n dertig appartementen, met eigen parkeervoorzieningen aan een binnenplein. Aan beide kanten van dat plein komen grondgebonden woningen, als verlengstuk van de bestaande buurt. Bij de school is een ruime lus gemaakt voor ‘kiss&ride’, en het kruispunt is voor voetgangers en fietsers ruimer, overzichtelijker en veiliger gemaakt.
Tijdens de informatieavond werd dit ontwerp gepresenteerd, op panelen en als maquette. Op de panelen stonden ook de modellen die in het onderzoek zijn betrokken. Dat is een complex verhaal wat enige tijd vroeg om aan de omwonenden goed uit te leggen. Afgesproken is dat de stedenbouwkundigen dat zouden doen en dat de overige betrokkenen partijen vooral ‘uitluisteren en doorverwijzen’. Er ontstaat ruis en er komen onduidelijkheden als blijkt dat sommige betrokken partijen het gesprek aangaan met de bewoners over de gebruikte modellen en de randvoorwaarden, en daar toch ruimte bieden voor andere opties. Misschien was een presentatie binnen zo’n kort tijdsbestek wel iets te complex om bewoners goed te kunnen informeren over alle ‘ins’ en ‘outs’ en om ze mee te krijgen.
De kip of het ei
De reacties zijn overwegend positief, maar er blijven vragen en zorgen, vooral over v de hoogbouw en de verkeerssituatie. Er zijn nog wat losse eindjes, zoals hoeveel woningen in welke categorie er komen en waar de woningen precies komen. Een aantal bewoners tekent bezwaar aan tegen vier lagen woningen op deze locatie. Iemand vraagt wat het voor zin heeft om deze plannen voor te leggen als er nog zoveel kan veranderen. Marion van der Voort: ‘Als je het andersom zou doen, gaan er ook mensen steigeren. Dit is echt zo’n voorbeeld van de kip of het ei.’
Tijdens de evaluatie na de bijeenkomst blijft Patrick Vos optimistisch. ‘We zijn een heel eind. Door de complexe stedenbouwkundige opgave en de bewonersparticipatie duurt het wat langer, maar als je ziet waar we nu al zijn.’ Hij verwacht dat er met wat passen en meten nog dit jaar een stedenbouwkundig plan ligt dat op voldoende draagvlak kan rekenen.
(1) Herontwikkeling FNV-hoofdkantoor Middelland: Afwegen, fixeren, bouwen
(2) Hertontwikkeling Blokhoeve West, Nieuwegein: Draagvlak voorop
(3) Data-analyse wijst uit: nu al te veel eengezinswoningen
(4) Herontwikkeling Kop van Schothorst, Amersfoort: ambitie versus haalbaarheid