Door Annemieke Molster, stedenbouwkundige bij Molster Stedenbouw.

Recent verscheen een onderzoek van Arcadis en TNO, die in opdracht van de Provincie Noord-Holland en de Vervoerregio Amsterdam een viertal toekomstscenario’s in beeld brachten met verschillende gradaties van zelfrijdend vervoer en verschil in de mate van autodelen. De scenario’s werden bekeken in vijf verschillende omgevingen: landelijk, woon-werk, centrum-stedelijk, metropolitaan en ‘hubs en mainports’. Hoewel de effecten per omgeving kunnen verschillen concluderen de onderzoekers dat alle scenario’s, ten opzichte van het referentiescenario, leiden tot meer autorijden en minder lopen, fietsen en ov gebruik. En op één mogelijke toekomst na (waarbij auto's volledig zelfrijdend zijn en men grootschalig gaat autodelen), leiden ze allemaal tot een groter aantal voertuigen. Oftewel: meer ruimtebeslag, meer uitstoot (ja, ook als ze elektrisch zijn), een minder leefbare omgeving en ook: meer zitten. Hier gaan we onze milieuproblemen, het ruimtegebrek in steden en de stijgende zorgkosten niet mee oplossen. Integendeel. Zo maken we het alleen maar erger. 

Discussier mee!
Stelling: Het is inderdaad niet slim om al onze aandacht op slimme auto's te vestigen. Discussier mee op LinkedIn.

Meer autorijden, is dat erg?

Auto’s zijn handig, maar ze hebben allerlei negatieve bijeffecten. Daarom moet je er niet teveel van hebben en ze niet teveel gebruiken. Fossiele brandstoffen zijn duur en raken op, auto’s zijn vervuilend en maken lawaai. Ze nemen een hoop ruimte in (op de weg en ernaast) en overmatig autorijden zorgt ervoor dat we nog meer op onze luie gat zitten, waarvan we intussen wel weten hoe ongezond dat is (kijk anders dit filmpje). En dan nog iets, minder als probleem op ieders netvlies, maar niet minder belangrijk: hoewel autorijden bepaalde sociale contacten mogelijk maakt (ik kan bij mijn tante op bezoek in Tietjerksteradeel), vermindert het andere contacten juist. Enerzijds omdat drukke wegen relaties tussen buurtgenoten moeilijk maken (oversteken is lastig, kletsen op de stoep is onaantrekkelijk, anderzijds omdat je in de auto geen contact maakt met je omgeving. Waar komen we nog mensen tegen van buiten onze eigen bubble als we ons niet op de stoep begeven? En als we hen niet tegenkomen, hoe kunnen we hen dan begrijpen?

Techniek als oplossing

De milieuproblematiek denken we te tackelen met de elektrische auto. Als iedereen er een heeft, dan komt het goed. Kwestie van laadinfrastructuur uitrollen, accu’s verbeteren en auto’s goedkoper maken door grootschaliger productie. Maar dat valt tegen. Elektrische auto’s stoten natuurlijk minder schadelijke stoffen uit, in ieder geval ter plaatse. Maar ook bandenslijtage brengt fijnstof in de lucht en boven de 50 kilometer per uur wordt het voordeel van de stille motor overstemd door bandengeluid en geluid dat ontstaat door de luchtweerstand. Er zijn nog steeds schaarse grondstoffen voor nodig (voor de accu’s onder andere) en de benodigde elektriciteit wordt lang niet altijd duurzaam opgewekt. 

We denken het ruimteprobleem op te lossen door auto’s te gaan delen en dat wordt makkelijker met autonome voertuigen. Dan hoef je tenminste niet helemaal naar je deelauto te lopen. Hij komt je gewoon thuis ophalen! Maar uit het onderzoek blijkt nu dat dit maar ten dele waar is. Er is maar één scenario waarbij minder voertuigen nodig zijn (met volledig autonome voertuigen in combinatie met grootschalig autodelen) en in alle scenario’s worden meer autokilometers afgelegd. Ook in het scenario waarbij auto’s worden gedeeld, maar ze nog niet 100% zelfstandig kunnen rijden, zijn meer voertuigen nodig. Dus hoewel er door autodelen minder parkeerruimte nodig is, is er meer ruimte nodig op de weg. Ten eerste in de vorm van kiss and ride stroken, maar ook in de vorm van extra rijbanen. Dus het kan heel goed zijn dat ook in het ‘minder voertuigen scenario’ toch meer ruimte nodig is voor auto’s. Gewoon omdat ze meer rijden en rijdend meer ruimte innemen dan als ze stilstaan. 

En dan probleem nummer drie: teveel zitten en gebrek aan beweging. Daar komen we natuurlijk niet uit met de auto. Met geen enkele auto. Misschien kunnen we in dat ene scenario nog iets handigs doen als er toch wat ruimte over is, doordat we de auto’s buiten de stad laten parkeren. Dan stimuleren we bewegen door trimbanen aan te leggen op de plaats van de parkeerstroken. Maar dan moeten mensen er nog steeds extra tijd in stoppen. Heb je net tijd gewonnen door een boek te lezen in je zelfrijdende auto, ben je die weer kwijt aan hardlopen. Misschien is het dan efficiënter om een fitnessapparaat in te bouwen in je auto. 

'Van achterbank- naar voorbankgeneratie, dat lijkt me geen vooruitgang'

Bij mijn weten heeft nog niemand een technische oplossing bedacht voor het feit dat auto’s er mede voor zorgen dat we steeds meer uit contact raken met onze omgeving en steeds meer in onze eigen bubble leven. Mensen die vanwege hun beperking nu moeilijk zelfstandig op pad kunnen, zijn wellicht geholpen met een zelfrijdend exemplaar. Maar anderen schieten er weinig mee op. Wat winnen we bijvoorbeeld als onze kinderen straks zelf met de auto naar school kunnen? Worden ze daar zelfstandiger van? Leren ze dan meer? Hebben ze meer plezier? Van achterbank- naar voorbankgeneratie, dat lijkt me geen vooruitgang. En wat betekent het als we door minder te lopen en te fietsen en meer auto te rijden, minder mensen zomaar tegenkomen?

Uit onderzoek blijkt dat juist ontmoetingen met mensen die we oppervlakkig kennen, zoals buurtgenoten, ons een goed gevoel geven.En dan heb ik het nog niet eens over het feit dat contact met ‘vreemden’ ons een beetje uit ons bubble kan trekken. Misschien kan iemand een app ontwikkelen die ervoor zorgt dat we carpoolen met verschillende mensen, zodat we toch nog ‘toevallige’ ontmoetingen hebben. Maar slaan we dan niet een beetje op hol met al die techniek die de problemen van onze vorige uitvinding weer moet zien te compenseren?

Richting geven in plaats van bijsturen

Als je deze punten op een rij zet, dan ziet de toekomst met autonome voertuigen er helemaal niet zo rooskleurig uit. De discussie over dit onderwerp zou daarom naar mijn idee niet zoveel moeten gaan over de inpassing van deze technologie, maar veel meer moeten gaan over hoe we deze ontwikkeling vóór ons gaan laten werken en niet tegen ons. De autonome auto is namelijk, als hij veel wordt gebruikt, helemaal niet zo slim. Het is prima om als het echt nodig is, in een auto te stappen en dat hij dan zelfrijdend is. Misschien moeten we dat inderdaad mogelijk maken en daar maatregelen voor treffen, maar laten we er toch vooral voor zorgen dat er zo min mogelijk mensen in wat voor auto dan ook willen stappen. Dat is de opgave. Hier is een mind-shift voor nodig, waarbij we de hiërarchie van vervoersmiddelen op zijn kop gaan zetten: de voetganger komt op de eerste plaats, de fiets op twee, het ov op drie en de auto is de hekkensluiter. Maar hoe krijgen we die mind-shift voor elkaar?

De waarde van tijd

De onderzoekers van de aangehaalde scenariostudie werken met de zogenaamde Value Of Time (waarde van tijd, afgekort VoT) om het gebruik van autonome voertuigen in te kunnen schatten. Ieder vervoermiddel heeft een eigen VoT, afhankelijk van hoe vervelend of juist prettig mensen het vinden om tijd uit te geven aan dat specifieke vervoermiddel. De onderzoekers gaan ervanuit dat de VoT van een zelfrijdende auto relatief laag is. Dat betekent dat mensen het minder vervelend vinden om tijd uit te geven aan autorijden in een zelfrijdende auto dan in een gewone auto, omdat ze tegelijkertijd iets anders kunnen doen. Maar stel nou dat we de waarde van tijd van lopen en fietsen kunnen verlagen? 

'Je wint er levensjaren mee'

Dat kan, zo blijkt uit onderzoek van de TU Twente. De VoT van lopen en fietsen is namelijk lager naarmate het comfort hoger is (lekker egale fietspaden bijvoorbeeld). Ook blijkt dat de VoT lager is voor mensen die gezondheid als overweging meenemen in hun beslissing om te gaan fietsen. We kunnen dus twee dingen doen zodat mensen de tijd die ze besteden aan lopen en fietsen niet meer zien als verspilde tijd en zelfs zien als beter benut dan tijd doorgebracht in een zelfrijdende auto. Als eerste kunnen we het comfortabeler maken door meer en betere looproutes en fietspaden aan te leggen en door ervoor te zorgen dat we onze fietsen makkelijk en veilig kunnen stallen. Daarvoor is nodig dat bestuurders en beleidsmakers de vele voordelen van lopen gaan zien en ook daarnaar gaan handelen, zodat meer tijd en budget beschikbaar komt voor lopen. Als tweede kunnen we de mensen zelf ervan doordringen dat ze lopend en fietsend nuttig bezig zijn. En dat het dus totaal geen tijdsverspilling is. Sterker nog: je wint er levensjaren mee. Als mensen zich realiseren hoe nuttig en fijn lopen en fietsen is voor gezondheid en welbevinden, dan krijgen we heel andere scenario-uitkomsten, omdat we kunnen rekenen met andere waardes van tijd. 

Foto's door Annemieke Molster. 'Maak lopen en fietsen comfortabel'

Sturen met reclame – scenario’s als selffulfilling prophecies

Maar dan moeten mensen zich wel bewust zijn van die andere waardes. Wat nou als we een gigantische reclamecampagne optuigen om lopen en fietsen in ieders mindset te krijgen als vervoerswijze met de laagste waarde van tijd, de meest gewilde vervoerswijze, die je als vanzelfsprekend kiest. Om erbij te horen, om goed bezig te zijn, omdat je het waard bent. Als we daar nou eens net zoveel geld aan zouden uitgeven als alle autofabrikanten bij elkaar en dat bijvoorbeeld laten betalen door de ziektekostenverzekeraars?

Als we die VoT zo omlaag krijgen en we gaan daarmee rekenen in scenario studies, dan zal blijken dat lopen en fietsen een enorme vlucht gaat nemen. Alle plannenmakers zullen denken: Iedereen gaat in de toekomst lopen en fietsen, hoe gaan we dat in hemelsnaam inpassen? Dan gaan ze er nu al voor zorgen dat de stoepen verbreed worden, dat er betere fietsroutes komen en dat we die fietsen overal handig kunnen parkeren. En als ze dat allemaal doen, dan wordt deze toekomst nog bewaarheid ook! Want zijn dat soort scenario studies niet vaak een soort selffulfilling prophecies? Als je nu zegt: dat komt er allemaal aan, we moeten het allemaal inpassen, dan is het bedje gespreid en dan kan het er meteen in. Hebben we daar even goed op geanticipeerd. Maar als dat zo is, dan kan je de toekomst natuurlijk ook een hele andere kant opsturen. Laten we de toekomst die kant opsturen, die wij willen. Laten we ervoor zorgen dat mensen meer gaan lopen en fietsen en die zelfrijdende auto of welke auto dan ook zoveel mogelijk links laten liggen. 

Omslag in het denken

De schrijvers van de Impactstudie autonome voertuigen suggereren om vooral in metropolitaan gebied lopen, fietsen en ov te stimuleren, zodat niet te veel mensen in een zelfrijdende auto stappen. Anders zouden ze wel eens allemaal in de file kunnen komen te staan en dat is natuurlijk niet de bedoeling (voertuigverliesuren zijn heel duur). Tegelijkertijd geven ze aan dat het toevoegen van wegcapaciteit onderdeel kan zijn van de mix aan maatregelen. Maar het lekker door laten rijden van al of niet zelfrijdende auto’s is niet de belangrijkste reden om lopen, fietsen en ov te stimuleren. Deze vervoerswijzen hebben veel meer voordelen. Voordelen die helaas in impactstudies en maatschappelijke kostenbatenanalyses maar mondjesmaat aan bod komen. Het is echt tijd voor een omslag in het denken: niet technologische vooruitgang is het doel, maar een gezonde, fijne omgeving voor iedereen.

Er wordt gelukkig al vanalles gedaan om vooral fietsen en ov te stimuleren en er komt ook steeds meer aandacht voor lopen. Maar het is niet genoeg. De zelfrijdende auto is een ontwikkeling die hier tegenin werkt. We moeten niet beide dingen een beetje naast elkaar doen, maar lopen, fietsen en ov als uitgangspunt nemen. Of de autonome auto er dan nog in grote getalen bij past, of dat er alleen nog ruimte is voor mensen met een vergunning, dat zien we dan wel.