Dit artikel verscheen eerder in vakblad ROm. ROm is gratis voor ambtenaren ruimte, infrastructuur en milieu bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. Word nu abonnee.
We gaan voortvarend aan de slag met nieuwe energievormen en bereiden ons voor op de gevolgen van een opwarmende aarde. Met het Rijk in de rol als verbinder en regisseur. Maar tussen de plannen zijn ook grote verschillen, zowel in vorm als inhoud. Zo laat de routekaart voor duurzame verstedelijking van de Neprom en IVBN zich lezen als één groot pleidooi voor een herhaling van het Vinex-kunstje. De één miljoen nieuwe woningen die er tot 2030 bij zouden moeten komen, kunnen volgens de projectontwikkelaars en beleggers maar gedeeltelijk binnen de steden worden gebouwd. De overheid moet dus nieuwe uitleggebieden aanwijzen waar het grote tekort aan eengezinswoningen wordt ingelopen.
Alsof de wereld na 2007 heeft stilgestaan
Aan grote opgaven als de energietransitie en klimaatadaptatie wordt wel aandacht besteed, maar het is toch de woningbouwopgave die de motor vormt van de verbouwing van Nederland. De rest mag daarop meeliften. Het liefst zien de marktpartijen dat gemeenten net als in de Vinex-tijd langjarige samenwerkingen met hen aangaan om de woningtekorten weg te werken. Ook de andere wensen – versnelling van procedures, niet te veel opeenstapeling van ambities, eenvoudiger aanbesteden – klinken vertrouwd in de oren. Alsof de wereld na 2007 stil heeft gestaan.
Van een gebrek aan nieuwe ideeën en concepten kunnen we de architecten en stedenbouwkundigen die voor de BNA de stad van de toekomst bedachten, in ieder geval niet beschuldigen. In vijf ontwerpteams laten ze hun verbeelding los op evenzovele stadsinbreidingen in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven. Het levert kekke plaatjes op van groene maar hoogstedelijke wijken en intensief gebruikte OV-knooppunten. In de ontwerpstudies worden voorstellen gedaan om voormalige inundatiegebieden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie opnieuw onder water te zetten. En in Den Haag moeten iconische stadspoorten boven het spoor verrijzen om de afzonderlijke transities beter zichtbaar te maken. Waar de routekaart van de marktpartijen grossiert in nostalgische concepten en een extra scheut verbeelding wel kan gebruiken om te inspireren, wens je de vormgevers van de Stad van de Toekomst meer Hollandse nuchterheid en realiteitsbesef toe.
Heilig geloof in Nederlandse kennis, kracht en kunde
Gelukkig hebben we nog het College van Rijksadviseurs (CRA) dat een prikkelend én haalbaar toekomstbeeld van Nederland schetst. In Panorama Nederland loopt het verbeteren van de kwaliteit van onze leefomgeving als rode draad door alle opgaven heen. Of het nu gaat om klimaatadaptatie, verstedelijking, de herinrichting van het landelijk gebied of klimaatverandering, regio’s moeten er bij iedere maatregel in ruimtelijk, sociaal en ecologisch opzicht op vooruit gaan. Alleen dan kan er in de ogen van de rijksadviseurs draagvlak voor ingrijpende maatregelen ontstaan.
Het bijzondere van het document is dat het CRA niet alleen een aantrekkelijke toekomstvisie presenteert, maar ook vertelt hoe we daar moeten komen. Sommige inrichtingsprincipes en instrumenten zijn niet nieuw, zoals het streven naar compacte verstedelijking of een open ruimte-heffing. Maar dat doet niets af aan hun belang voor een slimmere inrichting van ons land. Op het regionale schaalniveau komen volgens het CRA alle opgaven samen. Daar zouden alle betrokken partijen zich aan regionale omgevingsagenda’s moeten committeren. Dat zal niet altijd zonder slag of stoot gebeuren. Maar de rijksadviseurs geloven heilig in de kennis, kracht en kunde die we de afgelopen decennia hebben ingezet om Nederland leefbaar en welvarend te houden. De complexiteit en schaal van de opgaven waar we nu voor staan, vergelijken ze zonder schroom met de wederopbouwperiode. Met daaraan gekoppeld de vraag waarom het ons niet meer zou lukken wat toen wel gebeurde: Nederland klaarstomen voor een nieuwe, uitdagende tijd.