Bedrijventerreinen zijn cruciaal voor de lokale economie. Circa 30% van de banen en bedrijven zijn gevestigd in deze gebieden en er is een relatieve oververtegenwoordiging van meer kwetsbare banen voor lager opgeleiden. Het sociaal-economisch belang van bedrijventerreinen, zeker voor lager opgeleiden in omliggende wijken en dorpen, is dus groot. Je zou toch denken dat deze informatie het uitgangspunt is wanneer überhaupt wordt gesproken over plannen in zo’n gebied.
De vaak matige staat van bedrijventerreinen – als gevolg van kortzichtige gemeentelijke bezuinigingen – zorgen ervoor dat terreinen te kampen hebben met forse achterstanden in de openbare, maar ook daar vaak mee verbonden private ruimten. Maar ook deze rommeligheid zegt lang niet alles over de economie in een gebied. Ontwerpers, stedenbouwkundigen en de woningbouwlobby gaan helaas te makkelijk voorbij aan de economie van bedrijventerreinen en vergeten nogal eens dat er ook gewoon gewerkt moet worden op deze gewone, lang niet altijd hoogwaardige locaties. Bovendien neemt het belang van bedrijventerreinen sterk toe. Ze spelen namelijk een belangrijke rol bij het waarmaken van onze klimaatambities en circulariteit.
Een nieuwe typering
Maar daar is wel ruimte voor nodig. Circulaire bedrijventerreinen zijn in de praktijk namelijk eerder industriegebieden met het nodige vrachtverkeer dan moderne woon-werkgebieden. Een circulair terrein huisvest soms ook puinbrekers, milieustraten 2.0, en energie- en recylingcentrales met stof, geluid en transportbewegingen. Hetzelfde geldt voor de opslag van grondstoffen en het opslaan en demonteren van producten voor de deeleconomie. Ook daar heb je blokkendozen voor nodig. Circulaire bedrijventerreinen zijn dus niet altijd even schone en efficiënte industriegebieden – gebieden waar je niet moet (willen) wonen.
Dit idee is bij gemeenten en regio’s die steeds meer stevige circulaire ambities hebben nog niet geland. Er is daarom behoefte aan een nieuwe typering van bedrijventerreinen, zeker als je kijkt naar trends zoals reshoring, industrial prototyping en 3d-printing. Ana Louisa Moura omschrijft dat in haar essay op deze site als volgt: ‘Om opnieuw na te denken over de manier waarop we arbeid organiseren, moeten we de traditionele scheiding tussen creatieve industrie en industriële productie, tussen hoogopgeleid en laaggeschoold, tussen technische kennis en wetenschappelijke kennis ter discussie stellen en ruimte maken voor nieuwe paradigma’s’.
Breng de basis op orde
Eind vorige eeuw zijn honderden miljoenen gestoken in, vooral, het inlopen van opgelopen achterstanden die waren ontstaan door bezuinigingen op beheer, onderhoud en handhaving. Momenteel staan we weer voor een dergelijke opgave: 30% van de bestaande bedrijventerreinen verdient een forse opfrisbeurt. Laten we dit momentum benutten om bedrijventerreinen echt duurzaam te verbeteren en de circulaire opgave hierbij te betrekken.
Maar voor het zover is, moet de basis snel op orde zijn. Je kunt niet toewerken naar een circulair werkgebied als je tien jaar lang bijna niets gedaan hebt aan beheer en onderhoud, als het eigendom is versnipperd over talloze eigenaren, en als het parkmanagement het niveau van een bitterbal niet overstijgt. De bal ligt op korte termijn bij gemeenten, provincies en ondernemersverenigingen om de basis op orde te brengen, om professioneel parkmanagement te regelen, en om te zorgen voor fatsoenlijk beheer, onderhoud en handhaving. Zo krijgen we de gewenste vele circulaire bedrijventerreinen. Daar moet het debat over gaan en veel minder over hoeveel woningen we kwijt kunnen op bedrijventerreinen.