In veel gemeenten is bekend waar de 'kansarmen' wonen. Tot op wijkniveau wordt geanalyseerd wie veel zou kunnen bereiken in het leven en wie niet. Dat kan nog verdergaan. Technisch gezien kun je tot achter de voordeur analyseren wie kansrijk of kansarm is.

Dat is prettig voor gemeenten, want middelen zijn per definitie schaars en die wil je zo goed mogelijk inzetten. En al waren de middelen niet schaars, effectiviteit is toch een groot goed? En zeker als het om kinderen gaat, moet je dan niet alles doen om te zorgen dat mensen zo goed mogelijk opgroeien?

Moet je zoveel willen weten?

De vraag is alleen of je het ook moet willen. Moet je als overheid zoveel willen weten over individuele burgers? En mag het? Is het niet in strijd met de privacy waar burgers recht op hebben? Misschien strikt AVG-genomen niet, maar stel je belt aan bij zo’n door analyse bepaald kansarm gezin. In hoeverre betreed je dan de autonomie van die mensen?

Bovendien, wat wil je wel en wat niet uitsluiten? De kans op armoede? Het risico op ongeluk? En wat is dat dan? Mag je berekenen of een kind laaggeletterd zal zijn en er extra hulp naartoe sturen?

Als dubbeltje berekend

En er zijn meer dilemma’s. Stel, je wordt als kansarmkind bestempeld. En je wordt geholpen. Raak je dat stempel dan nog kwijt? Als je als dubbeltje bent berekend, word je dan ooit nog een kwartje? Hoe menswaardig is dat? En hoe veilig zijn die data eigenlijk? Wat is de kans op hacken en lekken?

Aan de andere kant, stel je vindt dat dat niet mag, waarom investeer je dan überhaupt in onderwijs? En waarom ondersteun je sowieso de kansarmen in de samenleving? Waarom bepaal je dan wel wat een achterstandswijk is, maar niet wat een achterstandsgezin is? En waarom mogen verzekeraars het wel?

Jan-Willem Wesselink is kwartiermaker bij de Future City Foundation. Dit is een voorpublicatie uit het boek Smart & Leefbaar – Belangen borgen in de digitaliserende gemeente, dat op 12 november verschijnt en gratis is te bestellen via Future City.