Was het tot voor enkele jaren hot om elke begane grond m2 in en grenzend aan winkelcentra en -gebieden om te katten tot commercieel interessante winkelmeters, de laatste tijd lijkt iedereen zich te storten op transformatie van overtollige niet toekomstbestendige winkelmeters naar andere functies. In ieder geval in woord en schrift.
Zo heeft de Rabobank op de PROVADA 2018 De Transformatieatlas Retail gepresenteerd, waarin betoogd wordt dat er in Nederland meer dan 1 miljoen m2 potentieel transformeerbaar retailvastgoed is. In kansrijke woningmarkten is dit 500.000 m2, bij een gemiddelde grootte van 50-100 m2 biedt dit de mogelijkheid om 7.000 tot 14.000 woningen te realiseren.
Ik juich het initiatief van de Rabobank van harte toe en neem aan dat ze met bijpassende financieringsproducten transformatie daadwerkelijk gaan initiëren en ondersteunen. Tevens constateer ik dat de opgave in werkelijkheid veel groter en complexer is, mede omdat de Rabobank uitgaat van panden die langer dan 1 jaar leeg staan. In de praktijk ervaar ik (ondermeer vanuit een rol met het Expertteam Winkelgebieden om transformatiemogelijkheden te identificeren en op te starten in 10 winkelgebieden en voor 225 solitaire winkelpanden) dat er ook sprake is van een omvangrijke areaal ‘’aankomende leegstand’’. Waarbij de problematiek veel verder gaat dan alleen ligging en fysieke kenmerken van het pand. Dit heeft te maken met het type en omvang van het bedrijf, de leeftijd van de ondernemer en het ontbreken van een opvolger of andere gebruiker als de onderneming wordt beëindigd. En als de lokale en/of regionale overheid het label ‘’te transformeren’’ of ‘’kansarm’’ heeft geplakt op je vestigingslocatie, dan heeft dat ook direct negatieve consequenties voor de taxatiewaarde van het pand, dat veelal als ‘’pensioenpotje’’ in eigendom is bij de betreffende ondernemer/eigenaar.
Veel ondernemers/eigenaren zitten dan ook ‘gevangen’ op een locatie die geen retailtoekomst meer kent. Ze hebben decennia lang hun ziel en zaligheid gegeven aan het opbouwen van hun bedrijf en het leveren van een bijdrage aan de lokale/regionale economie. Nu proberen ze zo lang mogelijk het hoofd boven water te houden (wat moeten ze anders?) door genoegen te nemen met minimale inkomsten, hebben geen financiële middelen om te verplaatsen en/of het bestaande pand te transformeren tot bijvoorbeeld woning (waar ze zelf kunnen wonen of kunnen verhuren). Met als kanttekening dat ze veelal ook niet op de hoogte zijn met beleidsnota’s en visies. Die worden nog te vaak ’achter het buro’ bedacht en overleg bij de totstandkoming daarvan vindt veelal plaats op een ander niveau, niet met de betreffende ondernemer(s) zelf. Die worden dan ook onvoldoende getriggerd om actief over hun toekomstmogelijkheden na te denken.
Naast de sinds 1989 bestaande NRW Jaarprijs voor de beste retailontwikkeling van Nederland is anno 2018 meer aandacht voor het uit de markt nemen van retailm2 op zijn plaats. Ik zie dan ook een mooie opgave voor (alle leden van de) NRW, IVBN en Inretail middels een vervolg op de publicatie ’’Instrumenten voor een succesvolle transitie van de winkelstructuur’’ (het rode boekje). Om in samenwerking met andere betrokken als bijvoorbeeld de Rabobank in de praktijk te laten zien hoe we samen de schouders kunnen zetten onder de complexe transformatieopgave. En daarmee een concrete bijdrage leveren aan een toekomstbestendige retailstructuur en individuele eigenaren en ondernemers optimaal ondersteunen bij dit proces. Wellicht is er over enkele jaren ook een NRW Transformatie Jaarprijs, met een diversiteit aan projecten die een voorbeeldfunctie voor de sector vervullen.
Hans Zimmer is een van de 4 leden van het Expertteam Winkelgebieden Coöperatie U.A. (kortweg E-Team) www.expertteam-winkelgebieden.nl.