Zo wordt duidelijk wat wel en niet kan binnen de fysieke leefomgeving, zorgt het ervoor dat besluitvormingsprocessen sneller en beter voorspelbaar lopen en is het één plek waar het doen van aanvragen mogelijk is. Dat is waardevol. En best ingewikkeld.
Toch wringt het dat niet ook direct de inspraak wordt meegenomen. Kort gesteld: we leven in 2021 (als de Omgevingswet van kracht is) in een getechnologiseerde en gedigitaliseerde wereld, we hebben het in die wereld mogelijk gemaakt dat alle omgevingsplannen, -visies, vergunningen en wat niet meer zij, online te bekijken zijn. En we regelen burgerinspraak via avondjes in zaaltjes. Met een wet die vindt dat participatie het allerbelangrijkste is.
Dat is toch een beetje alsof je met paard en wagen door de smart city rijdt. Het kan wel, maar is wel raar.
E-democratie
Het sluit ook niet bij de werkelijkheid waarin we leven. Onze democratie verschuift elke dag verder naar internet. We hebben dan wel geen referendum meer, maar we hebben wel social media die het politiek debat domineren, we hebben een Amerikaanse President die regeert via Twitter, we hebben een #MeToo discussie die is opgekomen via social media, we kennen WhatsAppBuurt-preventie. Onze democratie is in al zijn lelijkheid en pracht verschoven naar internet.
Een paar weken geleden mocht ik aanschuiven bij een werkbezoek van het team MOV (Modernisering Omgevingsveiligheid) van het Ministerie van I&W aan het Belgische bedrijf Citizenlab, waar we van directeur Aline Muylaert hoorden hoe hun tool en vergelijkbare tools burgerinspraak kunnen versterken. Citizenlab sluit nauw aan bij het proces dat gemeenten voeren. Het maakt dat proces ook duidelijk aan burgers. Het legt ook direct uit wat er met inspraak gebeurt. Kortom, interessante tool. Goed opgezet en het werkt.
Natural language processing
Maar echt interessant werd het, toen bleek dat er andere mensen meedoen aan de inspraak via internet dan via zaaltjes. En dat discussies anders verlopen. Zo vullen die tools elkaar dus aan. En wordt een doelgroep bereikt, die nog niet betrokken werd. Ook interessant: ook niet-inwoners kunnen meedoen en meedenken (dat kan worden afgestemd op de wensen van de opdrachtgever). De stad is immers niet alleen voor de mensen die er wonen, maar ook van de mensen die er werken, studeren, recreëren.
Ook interessant: de gegeven input wordt via NLP (natural language processing) verwerkt. Dat kan, mits goed gedaan, veel meer input opleveren dan inspraakavonden. Het kan ook sneller en directer worden gekoppeld aan het plan waarover de inspraak gaat. Het is allemaal niet gemakkelijk, maar wie dit goed doet, neemt inspraak wel echt serieus. Geen excuusparticipatie, maar samen werken aan een goed plan.
Maar het rare is, dat Citizenlab maar 75 klanten heeft. Over de hele wereld. Dat is een prachtig succes voor Aline en haar collega’s, maar wie bedenkt dat alleen Nederland al 381 gemeenten heeft, ziet hoe weinig het heeft. Natuurlijk zijn er vergelijkbare initiatieven, maar voor veel gemeenten is dit een ver van hun bed show. Daarmee blijft niet alleen belangrijke kennis uit de gemeenschap onbenut, het is ook vreemd dat de overheid wel van burgers verwacht dat ze internet gebruiken om te zien wat de gerealiseerde plannen zijn, maar niet als ze kunnen meepraten. Dat leidt tot een tweesporenbeleid dat uiteindelijk ontspoort.
Jan-Willem Wesselink is kwartiermaker bij de Future City Foundation