Voor de helft van de behoefte aan warmte voor woningen in Nederland zijn warmtenetten een goed alternatief, en een kwart daarvan kan ‘gevoed’ worden door geothermie, warm water uit diepe aardlagen van 1000 tot 3500 meter diepte. Dit lijkt een belangrijk uitgangspunt te worden voor het beleid van de komende jaren, aldus Diederik Samsom, voorzitter van de ‘energietafel’ Gebouwde omgeving bij het Klimaatakkoord.
Geothermie goed alternatief aardgas
Geothermie is in Nederland een goed alternatief voor verwarming met aardgas, lezen we ook in de Structuurvisie Ondergrond (STRONG) die het kabinet-Rutte III net heeft gepubliceerd. Onder grote delen van het land zijn voldoende waterhoudende lagen te vinden, op winbare diepte. Er is veel kennis aanwezig van de ondergrond, vanwege talrijke boringen ten behoeve van de olie- en aardgaswinning.
De voordelen zijn legio – ruim voorradig, voorspelbaar, betrouwbaar, relatief goedkoop, nagenoeg CO2-vrij, over langere tijd duurzaam en in principe geen oorzaak van aardbevingen – dat het merkwaardig is dat deze energiebron niet al veel eerder en veelvuldiger is aangeboord. Sinds 2007 zijn er ‘slechts’ veertien zogenaamde doubletten (figuur 1) geboord voor warmwaterwinning en injecteren van het gebruikte water, waarvan het overgrote deel in poreus gesteente. Vrijwel alle winning tot nu toe vindt plaats ten behoeve van de tuinbouw.
Geothermie onder bebouwd gebied onderzoeken
Een belangrijke voorwaarde voor het grootschalig gebruik van geothermie is een voldoende en gelokaliseerde vraag. ‘In de tuinbouw zijn de klanten veel gemakkelijker te organiseren’, legt Frank Schoof uit, voorzitter van het Platform Geothermie. Het grootste geothermieproject qua aantal klanten is tot dusver Trias Westland in Naaldwijk. Een twintigtal tuinbouwbedrijven wordt daar binnenkort van warmte voorzien uit het Onder-Krijt op 2700 meter diepte, met water van 90 graden Celsius.
Het grootste geothermieproject qua aantal klanten is tot dusver Trias Westland in Naaldwijk
Schoof geeft aan dat er eerst inzicht en zekerheid nodig is over waar de bovengrondse vraag gaat komen. ‘Dus welk deel van de gebouwde omgeving van het aardgas wordt losgekoppeld en waar een warmtenet aanwezig is of wordt voorzien.’ Dat is een zaak van de gemeentelijke overheid, samen met de energieleveranciers, netbeheerders en woningcorporaties. Die kunnen zorgen voor de nodige ‘massa’ in de vraag.
‘Tegelijkertijd is er meer specifieke kennis nodig over de kansen voor geothermie onder bebouwd gebied’, aldus de voorzitter van het Platform Geothermie. ‘We moeten de blinde vlekken in kaart brengen en die liggen met name onder steden. Daar is in het verleden nou eenmaal minder geboord naar olie en gas.’ De sector vindt dat onderzoek een overheidstaak, zoals hij dat inmiddels ook aan de energietafel Gebouwde omgeving duidelijk heeft gemaakt. ‘Bij olie en gas loont het nog om als initiatiefnemer zelf onderzoek te financieren, voor geothermie is de business case niet zodanig dat je dat geologische onderzoek gaat doen voor een paar putten, met de kans dat je niets vindt.’
Haagse Aardwarmte Leyweg
Hoe belangrijk die bovengrondse vraag is, weten ze inmiddels in Den Haag bij het project Haagse Aardwarmte Leyweg. De gemeente wil in 2040 volledig CO2-neutraal zijn. In 2010 zijn twee putten geboord op de locatie Leyweg, en is tijdens een korte proefperiode warm water van zeventig graden Celsius gewonnen op een diepte van tweeduizend meter. Door de crisis kwam het project stil te liggen, totdat drie partijen (Hydreco Geomec, Perpetuum Energy Partners en het Energie- en duurzaamheidsfonds Den Haag), verenigd in Haagse Aardwarmte Leyweg (HAL), de draad oppakten met het plan om de stedelijke omgeving in het zuidwestelijke deel van de stad van warmte te voorzien.
Het herontwikkeltraject verloopt stapsgewijs. Allereerst wordt gekeken wat de huidige toestand van de bronnen is, daarna of de bronnen schoongemaakt of hersteld moeten worden. Indien dit niet tot voldoende resultaat leidt, zal een zogenaamde sidetrack geboord moeten worden.
'We gaan ervan uit dat we de helft van de stad met geothermie kunnen verwarmen, de andere helft wordt all electric'
Tekst gaat verder onder de afbeelding
De HAL-locatie is een van de vijftien warmwaterbronnen die Den Haag momenteel onderzoekt, laat gemeentelijk programmacoördinator energiebeleid Johan Noordhoek weten. ‘De mogelijkheden in onze ondergrond zijn daarvoor heel gunstig. We gaan ervan uit dat we de helft van de stad met geothermie kunnen verwarmen, de andere helft wordt all electric.’ Die geothermische bronnen zijn winbaar als je ze weet in te passen in de stad, benadrukt hij.
‘Dat is de volgende uitdaging, de ruimtelijke consequenties. Je hebt voor de boorinstallatie een paar maanden lang ongeveer een voetbalveld nodig per doublet, midden in de stad. Hoe dan ook zal de hele stad zal open moeten, of het nou gaat over de aanleg van een warmtenet of over het verzwaren van het elektriciteitsnet. Dat is geen kinderachtige opgave.’
Veiligheid aardwarmte borgen
Er komen meer initiatieven voor gebruik van geothermie, maar die lopen aan tegen beperkende regelgeving in verband met de veiligheid. ‘Aardwarmte kan veilig gewonnen worden, maar die veiligheid is nu niet geborgd’, verduidelijkt sectorleider Geothermie Wouter van der Zee bij Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Dat was de reden dat SodM vorig jaar al de publicatie De Staat van de Sector Geothermie uitbracht.
Daarin wordt onder meer melding gemaakt van seismische risico’s, die ook optreden bij olie- en gaswinning. Met als verschil dat seismische risico’s bij warmtewinning niet ontstaan door drukvermindering, maar juist bij het terugpompen van water, waardoor miljoenen jaren oude aardbreuken instabiel kunnen worden. In Noord-Brabant en Noord-Limburg staan deze breuken op scherp (‘kritische aardbreuken’). Van der Zee: ‘Dat betekent niet dat geothermie daar niet mogelijk is, maar er is eerst goed onderzoek nodig. Geologische risico’s brengen bovendien ook bedrijfsmatige risico’s. Een project kan zo maar eindig zijn. Weet waar je aan begint.’
'De staat moet minimale eisen stellen ten aanzien van deskundigheid'
Ook het kabinet wil de deuren verder openzetten voor warmtewinning via geothermie. De eerste stappen worden inmiddels gezet door aanpassing van de Mijnbouwwet. Een van de aanbevelingen die SodM heeft gedaan, is dat de bestaande wetgeving met doelstellende regels erg is toegeschreven op de grote olie- en gasbedrijven. Van der Zee: ‘Zij weten hoe het moet als staat voorgeschreven dat het veilig moet. Maar bedrijven die net starten in de mijnbouwwereld, hebben ons inziens meer voorschrijvende regels nodig. Zeker als het bedrijven zijn die maar een of twee projecten doen. Wij vinden dat de staat minimale eisen zou moeten stellen ten aanzien van deskundigheid. Dat je dus gaat werken met gecertificeerde bedrijven, die gespecialiseerd zijn in warmtewinning.’
Willen we geothermie succesvol expanderen, dan moet de sector professionaliseren, stelt Wouter van der Zee vast. ‘Het is een nog jonge sector, zeker voor de eerste projecten was het afgelopen jaren pionieren. Daarbij zijn fouten gemaakt. Die fase moeten we echt wel achter ons laten.’
Warmtenetten Klimaatakkoord
Betrokkenen uit de sector verwachten dat er met het Klimaatakkoord van het kabinet meer druk op de ketel komt. Er zijn genoeg netwerkbedrijven die warmtenetten willen aanleggen en beheren, en operators die de warmte willen leveren, geeft Frank Schoof van Platform Geothermie aan.
‘Het kan best zijn dat ze eerst gaan voor de makkelijke alternatieven op plekken waar aardwarmte makkelijker te winnen is, en de complexe locaties nog even laten liggen. In de tussentijd kunnen we dan meer kennis vergaren en de techniek verbeteren, bijvoorbeeld over de opslag van de gewonnen warmte en de piekvoorziening die nodig is in de wintertijd.’
Johan Noordhoek zegt dat ook over de opgave waar ze in Den Haag voor staan: ‘Wat wij doen is tamelijk uniek. Niemand heeft dit nog gedaan in een stedelijke omgeving. Je bent dus alles aan het leren.’
'Gemeenten moeten de regiefunctie pakken'
Hoe dan ook zullen overheden met duidelijk beleid moeten komen over waar voor welke warmtevoorziening wordt gekozen, vindt Schoof. ‘Je zult gebieden hebben waar je restwarmte hebt of waar biomassa in voldoende mate aanwezig is. Op andere plekken, zoals in het landelijk gebied, is het niet rendabel om te investeren in een warmtenet. Ook in wijken met huizen die goed geïsoleerd zijn, een groot dak hebben voor panelen en een tuin voor WKO, zul je geen aansluiting op een warmtenet nodig hebben. Wel moet je daar het elektriciteitsnet verzwaren. De uitdaging is dat ook individuele oplossingen collectief moeten worden afgesproken. Er is een hybride oplossing nodig, waarbij de gemeente de regiefunctie heeft en samen met een netbeheerder, energieleveranciers en afnemers kiest voor lokaal de beste optie.’
Ook interessant: Energietransitie leeft in gemeenten, maar is nog weinig concreet
Met het Klimaatakkoord van Parijs, het afbouwen van de gaswinning in Groningen en het Nederlandse Klimaatakkoord op komst is de energietransitie volop aan de gang. ROm heeft de afgelopen jaren al veel aandacht besteed aan de alternatieven voor elektriciteit en met name de ruimtelijke consequenties. De komende maanden zet ROm de alternatieven voor de warmtewinning op een rij, want die heeft grote implicaties voor de opgaven in de fysieke leefomgeving, zowel boven als onder de grond. Er wordt nogal wat geroepen, vanuit verschillende belangengroepen, de ene overheid is nog ambitieuzer dan de andere, maar wat is realistisch en waar begin je? We lopen de opties langs. Lees hier de vorige artikelen in deze energietransitie-serie.