Door Erik Verheggen

  • Evenementen-, congres- en beurscomplex RAI Amsterdam werkt aan een klimaatneutrale bedrijfsvoering.
  • Het gasverbruik van het complex is fors teruggebracht dankzij uitbreiding van stadsverwarming.
  • In de toekomst liggen er mogelijkheden voor duurzame koeling (via het koudenet) en duurzame elektriciteit (met behulp van zonnepanelen).
  • RAI Amsterdam wil uiteindelijk een smart grid ontwikkelen om CO2-neutraal te worden. 

Met vijfhonderd evenementen en 1,5 miljoen bezoekers per jaar is de RAI – voluit het RAI Amsterdam Convention Centre – een van de drukst bezette congres- en evenementenlocaties in Europa. Het complex van hallen en zalen, dat sinds 1961 gevestigd is aan het Europaplein in Amsterdam-Zuid, omvat in totaal 112.200 verhuurbare vierkante meter vloeroppervlak.

Van ruimtegebrek naar verduurzaming

Voor de verwarming had de RAI tot 2015 twee grote gasketelhuizen in gebruik, samen goed voor een verbruik van 2,5 miljoen kubieke meter gas per jaar. Een klein deel werd op dat moment al ingevuld met stadswarmte. Toen de RAI een nieuwe parkeergarage wilde bouwen op de plek van een van de twee ketelhuizen, werd het bedrijf gedwongen om de warmtevoorziening opnieuw onder de loep te nemen.

Tijdens gesprekken met warmteleverancier Nuon bleek dat de kwestie van het ruimtegebrek kon worden aangegrepen om te verduurzamen, vertelt Wilco van den Born, manager bouw en techniek bij RAI Amsterdam. “Er waren mogelijkheden om de levering van stadswarmte uit te breiden tot 12 Megawattuur. Dat betekende dat voor 90 procent ‘stoken’ op stadswarmte mogelijk werd.”

Thermosfles voor warmteopslag

De warmte voor het warmtenet in Amsterdam Zuid, waar RAI Amsterdam op is aangesloten, is afkomstig van gasgestookte energiecentrales in Diemen. Deze zogenoemde warmtekrachtcentrales wekken zowel elektriciteit als warmte op. De warmte wordt eerst opgeslagen in een reusachtige ‘thermosfles’, een heetwatervat van 50 meter hoog. Via leidingen wordt het naar een aantal verdeelstations in Almere en Amsterdam getransporteerd. Vanuit de verdeelstations gaat ook warmte naar 75.000 huishoudens.

Warmtebuffer Diemen Rai Amsterdam

Regelsystemen laten werken

De warmtevraag van RAI Amsterdam is vergelijkbaar met die van 1.200 woningen. Maar een evenementencomplex is wel wat anders dan een woonwijk. “Een uitdaging was en is om de regelsystemen en andere bestaande apparatuur van Nuon en RAI goed samen te laten werken.”

'Onder de streep is de warmtetransitie binnen RAI Amsterdam kostenneutraal'

Daar komt bij dat de RAI voor zijn verwarming andere behoeften heeft dan bijvoorbeeld woningen. Van den Born: “Onze panden zijn hebben diverse bouwjaren en oudere delen zijn minder goed geïsoleerd. Om die warm te kunnen stoken hebben we warmte met een hogere temperatuur nodig. De bestaande stadswarmte was daarom moeilijk in te passen.”

Gasnota omlaag

RAI Amsterdam verbruikte in 2012 nog 2,5 miljoen kubieke meter gas. In 2016 was dat nog maar 210.000 kubieke meter. Met de uitbreiding van het warmtecontract wist het bedrijf zijn gasnota met ruim 90 procent omlaag te brengen. De RAI gebruikt alleen nog gas om pieken in de warmtebehoefte op te vangen, wanneer de stadswarmte niet voldoende snel kan worden opgeschakeld.

Kostenneutrale warmtetransitie

Tegenover de lagere kosten voor gas, staat een toename van het stadswarmteverbruik in 2016 naar 48.000 gigajoule. “Onder de streep is de warmtetransitie binnen RAI Amsterdam kostenneutraal”, vertelt Van den Born. De RAI is niet minder gaan betalen voor zijn verwarming. De CO2-uitstoot ging echter met 90 procent omlaag. In 2016 bedroeg de CO2-uitstoot die een gevolg is van de warmtevoorziening nog 236 ton.

Zelf opwekken

RAI Amsterdam heeft de ambitie om uiteindelijk volledig klimaatneutraal te opereren. Alles wat het bedrijf verbruikt, wil het uiteindelijk ook zelf gaan opwekken. Op het dak van de RAI liggen 1.806 zonnepanelen en daar komen er in 2018 nog eens ruim 2.000 bij, waarmee het bedrijf deels in zijn eigen stroombehoefte kan voorzien. De elektriciteit die de RAI inkoopt is duurzame groene stroom van Nuon. Het resterende gasverbruik wordt ingevuld met groen gas en bovendien gecompenseerd met CO2-certificaten.

Energie-efficiënt

De gebouwen van de RAI dateren voor een groot deel uit de jaren zestig. Het lijkt dus voor de hand te liggen om niet alleen de warmtelevering te verduurzamen, maar ook de energie-efficiëntie te verhogen. Maar isolatie van de hallen zou een enorme investering zijn, die bovendien vanuit praktisch oogpunt niet wenselijk is, zegt Van den Born.

'Isolatie van de hallen zou een enorme investering zijn'

Het grote aantal bezoekers en het gebruik van elektronica als lcd-schermen door vrijwel alle exposanten, leveren een flinke warmteontwikkeling op. “Met een buitentemperatuur boven de 15 graden moeten we binnen koelen.”

Piekvermogen

In de toekomst kan de volledige warmtebehoefte van RAI Amsterdam worden ingevuld met stadswarmte, verwacht Van den Born, inclusief het piekvermogen dat af en toe nodig is. Nuon heeft zijn leiding al verruimd in verband met de komst van het nieuwe hotel nhow RAI, dat op dit moment in aanbouw is op het terrein van de RAI. Dit hotel, een ontwerp van Rem Koolhaas, wordt ook op het Amsterdamse warmtenet aangesloten. 

Gemeentelijke ambities

De gemeente Amsterdam heeft de doelstelling om in 2040 230.000 woningen in de stad aan te sluiten op het stadswarmtenet, ongeveer 40 procent van het totaal. Het doel is onderdeel van de bredere duurzaamheidsambities van de stad. Op dit moment hebben 124.000 woningen en 1.800 grootverbruikers al een aansluiting. Samen met Nuon werkt de gemeente aan uitbreiding.

CO2-neutraal warmtenet

De verduurzaming van het warmteverbruik in Amsterdam is niet alleen afhankelijk van het aantal aansluitingen of de hoeveelheid stadswarmte die wordt afgenomen. Ook de bronnen voor de warmte zijn aan ontwikkeling onderhevig.

“De warmte-infrastructuur blijft altijd bestaan”, legt business manager warmte bij Nuon Raymond van Bulderen uit. “Maar de warmtebronnen zullen steeds duurzamer worden. In 2050 moet dat leiden tot een volledig CO2-neutraal warmtenet.”

Biomassa, geothermie en restwarmte

Nuon kijkt daarvoor naar warmte uit biomassa en geothermie. Ook onderzoekt Nuon samen met een aantal bedrijven of restwarmte uit de industrie kan worden gebruikt voor het warmtenet.

Voor het warmtenet in het westen en noorden van de hoofdstad is Nuon vijftien jaar geleden met afvalenergiebedrijf AEB Amsterdam een samenwerking aangegaan om restwarmte uit de afvalverbrandingsinstallatie te benutten. Maar andere bedrijven uit het havengebied of de omgeving zouden zich kunnen aansluiten.

Duurzame koeling

RAI Amsterdam gebruikte niet alleen gas voor de verwarming, maar ook voor de koeling van zijn panden. Sinds 2014 werkt het bedrijf aan een overstap op duurzamere, elektrische centrifugaalkoelmachines. Met de plaatsing van in totaal 9,7 megawattuur aan koelingscapaciteit in 2015 bespaart RAI Amsterdam nog eens 600.000 kubieke meter gas. 

Kans voor koudenet

Voor de toekomst ziet Van den Born kansen om ook voor de koudevoorziening op een netwerk over te stappen. Nuon beheert al tien jaar een koudenet onder de Amsterdamse Zuidas. De koude voor de kantoren is afkomstig uit het Nieuwe Meer. Ook in Amsterdam Zuidoost ligt een koudenet, dat wordt gevoed vanuit de Ouderkerkerplas.

Voor uitbreiding van dit net is het wachten op de ondertunneling van de A10, die ter hoogte van de Zuidas ondergronds moet gaan lopen. Zo lang dat miljardenproject niet gereed is, kan Nuon de koudeleidingen niet doortrekken.

Smart grids

Warmte, koude en duurzame elektriciteit. Op lange termijn moet het allemaal door bedrijven kunnen worden uitgewisseld in slimme netwerken, stelt Van den Born. Een eerste stap is een eigen smart grid voor elektriciteit van de RAI.

“Een groot deel van de bezoekers heeft dan een elektrische auto. Met slimme laadpalen kunnen we die stroom terugleveren aan het net wanneer de vraag hoog is. Op grotere schaal kunnen gebouweigenaren stroom, warmte en koude gaan uitwisselen. Samen word je dan bijna CO2-neutraal.”

Lees ook: Energietransitie leeft in gemeenten, maar is nog weinig concreet