Rond de eeuwwisseling stond de oprukkende woningbouw al hoog op de agenda en werden er talloze onderzoeken gedaan en nota’s gemaakt om de schadelijke gevolgen voor de stedelijke economie aan te kaarten. Net als toen zie ik wat het effect is van weinig politieke en beleidsaandacht, zeker wat betreft beheer en onderhoud, op bedrijventerreinen. Goedkoop bezuinigen bleek rond de eeuwwisseling later duurkoop.

Alle miljoenen voor herstructurering gingen vooral naar het inlopen van opgelopen achterstanden en achterstallig onderhoud. Nu zie je weer dezelfde tendens. De afgelopen tien jaar is er weer bezuinigd op het beheer en onderhoud en zitten we weer met 30 procent veroudering. Nu is een momentum bedrijventerreinen echt duurzaam te verbeteren.

Circulaire economie is niet knuffelbaar

Er ligt heel veel bedrijventerreinkennis op de plank en ook nu merk je weer dat we in een opgaande golf van kennis en aandacht zitten. Transformatie is niet nieuw op bedrijventerreinen, de roep om circulariteit is dat in zekere zin wel. Bestuurders hebben steeds vaker een vurige wens om circulair te worden en talloze terreinen ambiëren circulariteit. Maar ze schieten daarbij vaak nog voorbij aan de realiteit.

Als je vertelt dat een circulair terrein soms ook een puinbreker en recylingcentrale met stof en geluid heeft, schrikt men vaak. Vergeten wordt dat circulaire terreinen niet altijd schoon en voor de klassieke creatieve klasse zijn, het zijn echte industriegebieden. Juist wonen moet je uitsluiten. Ik merk dat dit idee nog moet landen, laat staan dat gemeenten die vrijwel allen stevige circulaire ambities hebben, beseffen dat een binnenstedelijk bedrijventerrein een belangrijke circulaire rol heeft.

Hetzelfde geldt voor de opslag van grondstoffen en opslaan van producten in verband met de deeleconomie. Waar moeten al die grondstoffen van de circulaire economie en gedeelde producten worden opgeslagen? Daar heb je ook blokkendozen voor nodig. Dat is niet mooi, niet knuffelbaar, maar het hoort er wel bij.

Fatsoenlijk parkmanagement

Voor het zover is, moet eerst de basis op orde zijn op een bedrijventerrein. De vraag is of je kunt toewerken naar een circulair werkgebied als je tien jaar lang bijna niets gedaan hebt aan beheer en onderhoud en waar het eigendom is versnipperd over talloze eigenaren met een parkmanagement dat het niveau bitterbal niet ontstijgt. De bal ligt bij gemeenten en ondernemersverengingen.

De circulaire economie is een uitgelezen kans om, in de geest van de Omgevingswet, financiële middelen vrij te krijgen vanuit energiefondsen. Er komen middelen vrij die niet voor platte herstructurering bestemd zijn, maar die je wel slim kunt koppelen voor duurzame bedrijventerreinontwikkeling. Te lang zijn deze gebieden genegeerd terwijl het zo gaat om een derde van de lokale economie en belangrijke functie voor onze klimaatambities.

Voor het stimuleren van circulaire ontwikkelingen ligt een belangrijke rol bij regionale samenwerking. Het zou mooi zijn als je een bonus kunt geven aan regio’s die goede afspraken maken. Regio's die op regioniveau bedrijventerreinen gaan herstructureren zodat de hele regio er uiteindelijk beter van wordt, en niet enkel één gemeente.

Lees ook: Bas Luiting: 'Circulair ontwikkelen is bouwen met lego