Vlak na de Tweede Wereldoorlog waren er maar twee opties: je woonde in een gezin of niet. En in die laatste situatie ging het om een weduwe of weduwnaar, of iemand overgeschoten op de huwelijksmarkt. 300.000 mensen woonden alleen. De rest van de Nederlanders deelden hun woning, bijna altijd als gezin.
Wordt ‘alleen’ het nieuwe ‘gewoon’?
Sindsdien is het leger alleenwonenden vertienvoudigd, van 300.000 tot 3 miljoen. In termen van huishoudens maken de eenpersoonshuishoudens zelfs 38% uit van alle huishoudens. En die groei zet door. CBS verwacht dat tegen het midden van de eeuw in 43% van alle huishoudens iemand alleen woont. Voeg daar de alleenstaande ouders bij en dan kom je uit op elke tweede voordeur.
'Jonge mensen met try-out relaties en middelbaren die ‘zichzelf zijn kwijtgeraakt’ zullen komende jaren het leger blijven aanvullen'
Belangrijkste oorzaak zijn verbroken relaties, jonge mensen met try-out relaties en middelbaren die ‘zichzelf zijn kwijtgeraakt’ zullen komende jaren het leger blijven aanvullen. Vooral onder 50-plussers zit een flinke groei van eenlingen in het vat, ieder met een eigen koelkast, keuken, tv, pc en dat soort dingen. Maar vooral met een eigen voordeur.
Boemerangsingles
Voor een deel omdat we steeds meer te maken zullen krijgen met ‘boemerangsingles.’ Immers wanneer je als twintiger ervaring hebt opgedaan als happy single, doe je gemakkelijker een stap achterwaarts in je levensloop. Twee van de drie jongeren starten nu alleenwonend. Als ervaringsdeskundige kunnen zij hun latere relatie goed op waarde schatten. Stel je voor dat die minder voldoening geeft dan gedacht en zelfs minder leuk is dan de single-tijd, wat doe je dan? Juist.
'Het is dan ook verbazingwekkend dat het eengezinshuis als ideaal zolang stand houdt'
De een manifesteert zich als spoedzoeker op de woningmarkt, de ander als co-ouder en weer een ander denkt, ik blijf lekker alleen in mijn woning en ga ’latten’. Hoe verder in het leven, hoe meer dat het geval zal zijn. Eenmaal in de derde levensfase zullen vooral minder dames bereid zijn hun vrijheid op te geven om een nieuwe partner te verzorgen tot aan de dood. Dat boek hebben ze uit.
Het is dan ook verbazingwekkend dat het eengezinshuis als ideaal zolang stand houdt, temeer er straks achter elke tweede deur iemand alleen – of alleen met kind – zal wonen.
Het is niet ondenkbaar dat op de woningmarkt straks veel meer vraag naar woningen zal zijn die niet noodzakelijkerwijs moeten voldoen aan de eisen van een eengezinswoning. Er zou best een mismatch kunnen ontstaan. Dat lijkt nu al het geval als je kijkt naar recente Eurostatcijfers die aangeven dat ruim de helft van de mensen in Nederland te ruim woont (zie afbeelding onderaan dit artikel).
Wat moet je met signalering van onderbezetting?
Toch vraag ik mij af wat je moet met zo’n signalering. Vaststellen dat in een bepaald land de woningen te benauwd zijn, daar kan ik inkomen. Maar vaststellen dat er in Nederland onderbezetting is?
Volgens Eurostat gaat het om een graadmeter die een overmaat aan kamers meet in verhouding tot huishoudens. Stel het aantal alleenwonenden blijft toenemen dan zou de geconstateerde onderbezetting nog wel eens hoger uit kunnen komen. Vooral als we ruime eengezinswoningen blijven bijbouwen.
Enerzijds dus oppassen dat de EU straks geen richtlijnen gaat opleggen over het aantal kamers waar we recht op hebben, anderzijds oppassen dat we straks niet een verkeerde voorraad hebben die niet past bij de behoeften van bewoners. Misschien toch alvast meer experimenteren met nieuwe woningtypen op maat, ofwel gezinsneutrale woningen.
Lees ook: Terugkeer woonhotels, singles zorgen voor retrotrend in wonen