Uit onderzoek door de ANWB, dat de bond onder eigen leden afnam, blijken een aantal elementen in het fysieke ontwerp van fietspaden problematisch. Respondenten wezen op de volgende hiaten:
- de verharding van het fietspad
- paaltjes
- randen
- tweerichtingspaden
Wie fietsslachtoffers wil voorkomen, moet bij het aanleggen of aanpassen van een route dus rekening houden met deze zaken. Daarom hier vijf ontwerpprincipes, gebaseerd op onderzoek door de ANWB en CROW Fietsberaad.
1. Mijd te smalle fietspaden
Volgens de ANWB worden tweerichtingspaden steeds vaker toegepast, zonder dat de breedte van het pad daarop is aangepast. Dat zorgt ervoor dat tegemoetkomende fietsers elkaar moeilijk kunnen ontwijken indien nodig, met botsingen tot gevolg.
De Ontwerpwijzer Fietsverkeer van CROW pleit dan ook voor voldoende brede paden. CROW stelt: ‘Hoe breder het fietspad, hoe lager het aantal (ernstige) conflicten.’
2. Maak tweerichtingsverkeer voldoende duidelijk
De ANWB wil markering van rijhelften en -richtingen. Volgens door de bond aangehaald onderzoek kan een duidelijke asmarkering, bijvoorbeeld in de vorm van een drempel, het aantal ongevallen bijna halveren.
Tweerichtingsverkeer op fietspaden zorgt ook voor meer botsingen tussen auto’s en fietsers, omdat het voor automobilisten niet altijd duidelijk is uit welke richting fietsers komen. Zo kunnen fietsers bij een kruispunt van een onverwachte kant naderen. Volgens de ANWB is dit op te lossen met voldoende waarschuwingssymbolen voor automobilisten, bijvoorbeeld in de vorm van een waarschuwingsdriehoek met twee pijlen.
Een smal tweerichtingsfietspad. Bron: CROW-Fietsberaad
3. Zorg voor een vlak en goed berijdbaar pad
Uit het onderzoek van de ANWB blijkt dat de kwaliteit van de verharding een van de grootste probleemveroorzakers is. Fietsers vallen door ongelijkheden als boomwortels, verzakkingen en ongelijke tegels. Er zijn normen voor vlakheid, die gemeenten volgens de bond beter na moeten leven.
Daarnaast is de stroefheid van het pad belangrijk; een glad wegdek zorgt voor meer incidenten. Daarbij moet volgens de bond niet alleen maar worden gedacht aan ijzel. Ook olie, natte bladeren, zand, kinderkopjes, wildroosters, tramrails, zebramarkeringen en metalen platen bij wegwerkzaamheden kunnen voor ongevallen zorgen.
Kinderkopjes kunnen glad zijn. Bron: CROW - Fietsberaad
4. Kijk uit met paaltjes
Slecht zichtbare paaltjes die midden op het fietspad staan, zijn volgens de ANWB een andere bron van ongelukken. De paaltjes kunnen om verschillende redenen slecht zichtbaar zijn: doordat ze wegvallen tegen de achtergrond (ie. Rood paaltje op een rood fietspad, door de zon, door geringe lengte, maar ook door andere verkeersdeelnemers die het zicht op het paaltje ontnemen.
De ANWB en CROW zouden dan ook graag zien dat het plaatsen van paaltjes zoveel mogelijk wordt gemeden. Indien dat niet mogelijk is, moeten er voldoende indicatoren zijn die fietsers attenderen op het naderende obstakel. Dat kan zowel visueel, met waarschuwende lijnen, maar ook door attenderende materialen met reliëf te gebruiken.
Een onopvallend paaltje. Bron: Crow - Fietsberaad
5. Maak randen en bermen vergevingsgezind
Verhoogde randen die fietspaden scheiden van bijvoorbeeld een voetpad, zijn volgens de CROW en ANWB ook problematisch. Fietsers zien de randen niet of schatten de hoogte van de randen verkeerd in en komen ten val. Ook vermindert een verhoogde rand de effectieve breedte van het pad, waardoor inhalen en uitwijken moeilijker worden.
De ANWB en CROW willen dus dat hoogteverschillen tussen voetpaden en fietspaden zo veel mogelijk worden vervangen door duidelijke strepen en kleurverschillen. Zo worden de randen en bermen vergevingsgezinder en kan er indien nodig worden uitgeweken.
Een dergelijke rand kan gevaarlijk zijn en is bovendien onnodig, omdat het fietspad al hoger ligt dan de weg. Bron: CROW - Fietsberaad
Lees ook: Friso de Zeeuw: 'Kijk niet neer op de bus' (en andere mobiliteitsoplossingen)