Dit artikel verscheen eerder in vakblad Milieu.

De gebouwde omgeving is goed voor ruim een derde van het energiegebruik en bijna 40% van de CO2-emissies in Nederland. De energieopgave voor de gebouwde omgeving is complex en vaak abstract. Maar weinigen kunnen zich een goed beeld vormen van wat het daadwerkelijk betekent om (utiliteits)gebouwen Paris Proof te maken én wat daarvoor nodig is.

Deltaplan Duurzame Renovatie

Het Klimaatakkoord van Parijs van december 2015 was voor de Dutch Green Building Council (DGBC) aanleiding om met het idee te komen voor een Deltaplan Duurzame Renovatie. Vanuit de vastgoedsector en de overheid is van het begin af aan positief gereageerd op het plan.

Niet zo vreemd, want het beleid richt zich vooral op woningbouw en veel minder op utiliteitsgebouwen zoals kantoren, retail en logistiek. Utiliteit vormt als het ware een ‘witte vlek’ in het beleid. In de aanloop naar het Deltaplan Duurzame Renovatie is uitgegaan van het huidige energiegebruik van de sector en aangenomen dat het potentieel van alle bekende hernieuwbare energiesoorten in ons land in 2050 ten volle wordt benut.

Vervolgens is bepaald wat het maximale energiegebruik mag zijn om te kunnen spreken van een Paris Proof utiliteitsgebouw. Het energiegebruik is daarbij steeds uitgedrukt in kWh per m2.

Deltaplan en maatschappelijk vastgoed

Het Deltaplan Duurzame Renovatie is een klein jaar geleden gepresenteerd en wordt door steeds meer partijen omarmd, waaronder het ministerie van BZK. Het Deltaplan richt zich niet alleen op commercieel vastgoed (kantoren, retail en logistiek), maar ook maatschappelijk vastgoed, waaronder scholen en zorg.

Uitvoering geschiedt in nauw overleg met onder meer de Bouwagenda en het Energie- en Klimaatakkoord. De lat is hoog gelegd. Op dit moment verbruiken kantoren nog gemiddeld 200 kWh per m2 bruto vloeroppervlak (BVO) per jaar. Voor een Paris Proof-kantoor geldt een voorlopig getal van 50 kWh per m2.

Gebouwen die dat kunnen aantonen kunnen in de toekomst van de DGBC het predicaat ‘Paris Proof’ krijgen. Belangrijk verschil met bijvoorbeeld energielabels en de energieprestatienormen (EPN) voor gebouwen, zoals dat nu is vastgelegd in bouwregelgeving, is dat dit getal het daadwerkelijke in plaats van het normatieve gebruik betreft. Bovendien gaat het niet alleen om het gebouwgebonden gebruik voor zaken als verwarming, koeling, ventilatie en verlichting, maar ook om het gebruikersdeel voor apparaten als computers. 

Verplichte energielabels en het Deltaplan

Het is interessant om een vergelijking te maken met de binnenkort verplichte energielabels voor kantoren, een C-label in 2023 en A-label in 2030 (zie grafiek 1). Die zijn volstrekt onvoldoende om de Parijse doelstellingen te halen. Ze zijn lang niet ambitieus genoeg, maar daarvoor zijn ze ook niet bedoeld.

Waar ze wel voor bedoeld zijn, is de noodzakelijke beweging in de kantorensector richting Parijs in gang te zetten. Maar dan is het dus belangrijk dat een volgende stap, wat voor velen nu nog een stip ergens ver weg op de horizon is, straks ook haalbaar is. 

Deltaplan Duurzame Renovatie geeft ‘Paris Proof’ handen en voeten

Kantoorrenovatie Paris Proof

Overigens hoeft de utiliteitssector niet eerst te mikken op het halen van respectievelijk het C- en A-label: men kan nu al direct doorstoten naar de Paris Proof-ambitie van 50 kWh per m2 BVO. Dit valt af te leiden uit twee voorbeelden van recente kantoorrenovaties.

  1. Het eerste betreft een kantoor van ABN·AMRO in Alkmaar. Na een grondige verbouwing kwam dat in 2016 uit op een energiegebruik van omgerekend ruim 40 kWh per m2 BVO. Daarmee is dit, voor zover bekend, het eerste gerenoveerde kantoorgebouw dat kan worden aangemerkt als Paris Proof.
  2. Het tweede voorbeeld is het kantoor van ASR in Utrecht Rijnsweerd. Dat komt weliswaar uit op ruim 70 kWh per m2 BVO per jaar, maar dat is inclusief het elektriciteitsgebruik van een datacenter dat deel uitmaakt van het gebouw en goed is voor jaarlijks één miljoen kWh. Wanneer dit niet wordt meegerekend, komt het gebruik uit op een jaarlijks energiegebruik van circa 60 kWh per m2 BVO. Daarmee wordt weliswaar nog niet aan de eis voldaan, maar met een paar aanvullende maatregelen lijkt dat wel haalbaar, 

Roadmap voor Deltaplan Duurzame Renovatie

Op soortgelijke wijze als voor kantoren worden nu ook waarden bepaald voor bijvoorbeeld retail en logistiek. Hoeveel mag zo’n gebouw jaarlijks maximaal gebruiken, wil straks de gebouwde omgeving Paris Proof zijn?

Anders dan bij kantoren wordt daarbij een onderscheid gemaakt naar type vastgoed, bijvoorbeeld of een winkel of bedrijfshal wel of niet gebruikt maakt van koeling. Denk bijvoorbeeld aan supermarkten of de logistieke centra daarvan. En vervolgens gaat het om de vraag welke maatregelen eigenaars en gebruikers moeten nemen om aan deze vereisten te voldoen. En vooral hoe zij daarvoor in beweging zijn te krijgen.

Per sector worden de mogelijkheden momenteel vastgelegd in roadmaps. Vervolgens gaan eigenaars en gebruikers, brancheorganisaties en overheden hier concreet invulling aan geven. Meer dan honderd organisaties zijn hierbij actief betrokken, afkomstig uit niet alleen de vastgoedsector en de bouw, maar bijvoorbeeld ook de energiesector.

Het Deltaplan Duurzame Renovatie probeert daarbij praktische handreikingen te doen aan eigenaars en gebruikers. Welke maatregelen kun je wanneer het beste nemen? En hoe kom je vervolgens, in grote of in kleine stappen in Parijs? Daarvoor bestaat grote belangstelling, ook vanuit politiek en beleid. En dat is maar goed ook, want de weg naar Parijs vraagt om een brede en gezamenlijke aanpak. 

Bas van de Griendt is oprichter en eigenaar van Stratego Advies, adviesbureau voor het vormgeven aan duurzaamheid in de gebouwde omgeving, en kwartiermaker voor het Deltaplan Duurzame Renovatie van de DGBC.

Ook interessant: 108 miljard om huizen te isoleren: duur, ongezond, overbodig?