De invoering werd al twee keer eerder uitgesteld. De wet zou oorspronkelijk in 2018 in werking treden, maar die datum werd niet gehaald. Ook 2019 bleek niet mogelijk. Daarop besloot het vorige kabinet de invoering van de Omgevingswet uit te stellen tot 2021. Al was die datum ook niet zeker, waarschuwde toenmalig minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu). Schultz van Haegen kondigde in de brief aan het kabinet aan de planning elk jaar te zullen monitoren en te toetsen op de vraag of eventuele extra inspanningen nodig zijn om het voorgenomen inwerkingtredingsinstrument ook daadwerkelijk te kunnen halen.
Omgevingswet Binnenlandse Zaken
De invoering van de wet lag voorheen bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, maar is bij de kabinetsformatie overgeheveld naar Binnenlandse Zaken met minister Kajsa Ollongren. Doel van de Omgevingswet is dat bedrijven, burgers en professionals van overheden makkelijker en efficiënter zaken kunnen doen op het gebied van omgevingsrecht en ruimtelijke ordening. Het stelsel zet de gebruikers centraal. Er komt meer ruimte voor initiatieven van burgers en bedrijven, er zijn er minder vergunningen nodig en zo mogelijk worden de procedures korter. Voor bedrijven wordt het gemakkelijker te innoveren.
Omgevingswet 2021, reactie Ollongren
Verantwoordelijk minister Ollongren: 'Ik ben heel blij dat ik door kan met de Omgevingswet. De Omgevingswet leidt tot minder en betere regels. De wet maakt het burgers en bedrijven gemakkelijker zaken te doen met de overheid als ze plannen hebben in hun ruimtelijke omgeving, van innovatie op het gebied van energievoorziening tot een dakkapel. De regels worden gebruiksvriendelijker.' De Omgevingswet gaat door volgens plan conform regeerakkoord. Dat doet BZK samen met alle decentrale overheden op basis van het ‘Bestuursakkoord implementatie Omgevingswet’ uit 2015 en de daarbij gemaakte financiële afspraken.
Lees ook: Sarah Ros: 'Extra tijd Omgevingswet goed te gebruiken