Goed om te weten: de meeste wilde bijensoorten steken niet door de huid, vertelt Kalkman, als dat al een reden is om bijen te weren. Maar hoe maken we het de bij weer naar de zin in de openbare ruimte?
Diversiteit
De eerste tip die Kalkman geeft is dat er meer diversiteit in planten moet zijn. Juist een groenperk met meer onkruid en verschillende bloemen trekt bijen aan: 'men heeft vaak de neiging om veel te schoffelen en onkruid te verwijderen, onkruid als Dovenetel en Hondsdraf trekken juist bijen aan'. Het is niet zo dat onkruid beter is dan andere planten, de diversiteit leidt echter wel tot meer bijen.
Planten als kattenstaart, boerenwormkruid en ezelsoor trekken ook veel bijen aan. Het is dus belangrijk dat er niet alleen grasperken worden aangelegd in de openbare ruimte maar dat er oog komt voor meer biodiversiteit.
Maairegimes
De volgende tip sluit hierbij aan, deze heeft namelijk te maken met maairegimes. Kalkman stelt dat veel maaien de kans op bijen kan verminderen. De bloemen in de weide hebben dan geen kans om te bloeien waardoor het aantal bijen in de omgeving zal afnemen. Daarnaast heeft maaien geen belangrijke rede behalve het netjes houden van een veld. Hier geldt dus ook: hoe meer diversiteit hoe meer bijen. De overheid kan er dus voor zorgen dat er meer bijen in de openbare-ruimte komen door minder vaak te maaien. Maaien heeft immers maar een rede: de boel netjes houden, minder vaak maaien kan dus geen kwaad.
De bovenstaande foto laat zien dat veel bloemen onnodig worden gemaaid waardoor de biodiversiteit afneemt.
Bij-bewust aanplant programma
Het belangrijk dat er het hele jaar door bloemen zijn, dus niet alleen in het voorjaar of najaar. Er moet bewust worden nagedacht over het soort bomen en struiken dat wordt geplant, oftewel gemeentes moeten gebruik maken van een bij-bewust aanplant programma. Bloemen als winterheide en herfstaster bloeien bijvoorbeeld in de winter en trekken bijen aan. In de openbare-ruimte is het dus ook van belang dat er planten worden gebruikt die het hele jaar door bloemen geven. Lindes en meidoorns zijn goede voorbeelden van bomen en struiken die bijen aantrekken.
Natuurinclusieve stad
Er wordt steeds meer gesproken over een natuurinclusieve stad, dat wil zeggen dat er rekening wordt gehouden met de natuur bij de ruimtelijke ontwikkeling. Het is daarom belangrijk dat er goed wordt nagedacht over het groen in de stad. Klimop kan hier een rol spelen: het is makkelijk te onderhouden en heeft weinig ruimte nodig omdat het tegen de muur groeit. Om bijen aan te trekken is het wel belangrijk dat je een klimplant kiest zoals de clematis.
Overlast
Zoals eerder gezegd steken de meeste wilde bijen niet. Daarnaast zijn wilde bijen solitair en hebben ze geen kolonie. De vrouwtjesbijen maken zelf gangen en veroorzaken dus nooit echt overlast. Bijen komen daarnaast ook niet af op eten waardoor ze zelden voor hoge overlast zorgen. Ze vliegen vaak één tot drie kilometer voor hun eten, dus er zullen ook honingbijen op de planten afkomen. De getale waarin de honingbij de stad bezoekt is vaak klein, daarnaast zoeken ze niet actief mensen op, iets waar wespen soms een handje van lijken te hebben.
Lees ook: Ook in Nederland sterke afname insecten