Duitsers vinden improvisatievermogen een slechte eigenschap. Want als je moet improviseren, dan ben je niet goed voorbereid. Dat je het weet, mocht je ooit nog in Duitsland willen solliciteren.

Hadden de Duitsers maar beter naar hun hoofd geluisterd, en niet naar hun hart. De Energiewende hangt met touwtjes aan elkaar en jaagt de Duitse staat op kosten door gegarandeerde afname van decentraal opgewekte stroom uit windmolens met het rendement van een fietsdynamo, ook als het onderliggende net er niet op is berekend.

Pakweg 10 jaar na de start van de veelgeprezen Energiewende leunt de Duitse stroomvoorziening nog voor het overgrote deel op fossiele brandstoffen, deels het verwoestende bruinkool.

EnergiewendeAfhankelijk van de beschikbaarheid van zon en wind, is Duitsland nog altijd voor het overgrote gedeelte afhankelijke van fossiele brandstof. Bron: https://energytransition.org/2017/01/the-end-of-the-energiewende-is-back/

Waar de Nederlandse overheid lange tijd een gebrek aan geestdrift en laksheid werd verweten, troeft minister Eric Wiebes zijn Duitse ambtenoot inmiddels af met het eerste windmolenpark op zee voor de kust van Zuid-Holland dat zonder subsidie elektriciteit levert voor 1 tot 1,5 miljoen huishoudens. Weinig geestdrift, wel een knap stukje opdrachtgeverschap met een hoge effectiviteit. In 2022 moet het windpark van Vattenfall in bedrijf zijn (lees ook: Dit is de route naar 11,5 gigawat windenergie).

De energietransitie is typisch zo’n onderneming die je niet op een namiddag in elkaar flanst, maar waar een gedegen plan aan ten grondslag moet liggen, ondersteund door de beste kennis, feiten en data. Een nationale coördinatie is daarbij essentieel. De verschillende onderdelen van ons energienetwerk vormen samen één vitale energieinfrastructuur waar de economie van het land van afhankelijk is. Nationale coördinatie is ook belangrijk om overgemotiveerde gemeentebestuurders tegen zichzelf te beschermen, en burgers tegen willekeur.

Zo joeg de Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk eind 2017 bewoners van de Utrechtse wijk Overvecht de schrik op het lijf met een brief dat hun wijk in 2030 van het gas wordt gekoppeld: een keuze van de Utrechtse ‘regiotafel Energietransitie’, waar naast de gemeente ook de energiemaatschappijen, de netbeheerder en de woningcorporaties zijn aangesloten. Milieu Centraal becijferde eerder dat de afkoppeling van gas voor een eengezinswoning ongeveer 30 duizend euro zou kosten, met een terugverdientijd van 20 jaar, met de lagere energierekening.

In de Volkskrant verklaarde Arjen Bezemer, voorman van het buurtprotest dat de brief tot gevolg had, dat hij ook begrijpt dat aardgas eindig is. ‘Maar helemaal van het gas af is een heel ander verhaal dan minder gas gebruiken. Van de manier waarop de gemeente dit op ons bordje legt, raken mensen in paniek, gezien de bedragen die worden genoemd. Het geeft veel stress'.

Omgevingsmanager Marianne Nevens die als intermediair met bewoners en bovengenoemde partijen naar oplossingen zoekt, verklaarde in de Volkskrant nog niet alle antwoorden te hebben op vragen hoe het gaat lopen, maar de (bovengenoemde) partijen juist vroeg met dit plan naar buiten wilden komen om te voorkomen dat mensen bijvoorbeeld nog nieuwe cv-ketels gaan kopen.

Voor dat laatste valt best wat te zeggen, maar van tact getuigt het allemaal niet, zeker omdat bewoners schijnbaar niet zijn gehoord en alternatieven nog niet voorhanden zijn, noch de onderliggene infrastuctuur. Gaan we huizen isoleren, zo ja, kan dat technisch wel zonder te slopen? Of biedt geothermie een oplossing, thermische energie uit oppervlaktewater, of ‘groen’ gas via oude gasnetten. Wellicht waterstof?

Paniek!

Sinds Wiebes zich het lot van de Groningers zo aantrekt, lijkt ook in Den Haag van rationeel handelen geen sprake meer. Eerst was er het (rationele) besluit om de gaskraan dicht te draaien (uitfaseren tot 2030), vervolgens sommeerde de minister van economische zaken 200 bedrijven in de procesindustie en glastuinbouw dat ze vóór 2022 een alternatief moeten ontwikkelen voor het afnemen van Groningengas.

LTO Glaskracht liet op het NOS-journaal weten ‘totaal verrast’ te zijn door de ‘plotselinge en stellige’ brief. De Energie Combinatie Wieringermeer (ECW) – het eigen energiebedrijf van het glasgroentengebied Agriport A7 – moet binnen 3 jaar overschakelen naar hoogcalorisch gas. Ofschoon Agriport A7 al op grote schaal aardwarmte gebruikt, draaien er ook nog WKK’s en gasketels. ‘Het ombouwen daarvan gaat miljoenen euro’s kosten’, verklaarde ECW-directeur Robert Kielstra op TV.

Dan nog de bouwers. Op het congres Aardgasvrije nieuwbouw dat het Lente-akkoord op 29 maart organiseerde deelde een programmadirecteur van het Ministerie van BZK mee dat de verplichte gasaansluiting van nieuwbouwwoningen al per 1 juli van dit jaar vervalt, wat nagenoeg neerkomt op een verbod op de aansluiting op aardgas.

Dat was blijkbaar niet goed afgestemd, want na het congres meldden drie partners van het Lente-akkoord (de vereniging van projectontwikkelaars NEPROM, de koepel van woningcorporaties Aedes en Bouwen Nederland) in een brief aan ministers Ollongren en Wiebes verontrust te zijn over de versnelde invoering van het - de facto - gasverbod. Saillant detail: het ministerie van BZK is partner in dit Lenteakkoord. 

De doorlooptijd van gemidddeld nieuwbouwproject neemt 1 tot 2 jaar in beslag, wat zich volgens de bouwers en ontwikkelaars slecht verhoudt tot de 3 maanden tijd die nog rest tot het gasverbod (ze wijzen alleen al op het tekort aan installateurs). Bovendien zouden lokale elektranetwerken onvoldoende gedimensioneerd zijn op de omschakeling naar ‘all electric’ als alternatief voor verwarming met tranditionele CV-instalaties. Op Stadszaken sprak NEPROM-directeur Jan Fokkema van een 'paniekerige reactie' op het Groningse gasbesluit (lees ook: 'Zorgen om vervroegd aardgasverbod terecht, markt wel verantwoordelijk'). Het bezwaar vond geen gehoor bij het Kabinet, dat vorige week dinsdag het gasverbod definitief verklaarde (lees ook: Gasverbod per 1 juli definitief).

Vanwaar de haast, meneer Wiebes? Waarom al die brieven, waarom de industrie en de bouwsector zo tegen de haren in strijken? Waar komt bravoure vandaan? Wilt u zich revancheren ten opzichte van uw lakse houding ten aanzien van uw eigen Belastingdienst? Wat doet de nationale overheid zelf, anders dan dat ze decreten afroept? Wat is ons alternatief eigenlijk?

Confetti

De energietransitie is de grootste economische en ruimtelijke transitie ná de industriële revolutie. De energietransitie heeft niet alleen gigantische implicaties voor de economie, maar ook voor het landschap. Rijksbouwmeester Floris van Alkemade waarschuwde onlangs voor een ‘confetti’ van windmolens en zonneparken.

Confetti, dat is misschien nog de beste omschrijving van het patchwork aan initiatieven dat inmiddels het levenlicht zit, goedschiks, of kwaadschikts na een directieve brief.

De energietransitie is een van de belangrijkste opgaven waar we voor gesteld staan, genereert enorme kansen, niet alleen voor het milieu, maar ook voor de economie. Tegelijkertijd is onze energieinfrastructuur een van de vitale infrastructuren waar onze economie op draait. Het omgooien van deze infrastructuur vraagt een deltaplan.

Dat weet het kabinet ook. Daarom gaf ze in februari het startschot voor het Klimaatakkoord. Het doel is om in de zomer van dit jaar tot afspraken op hoofdlijnen te komen over de wijze waarop Nederland de CO2-uitstoot met 49% terugdringt in 2030. Het is een coproductie tussen overheid en bedrijfsleven. Om snel tot resultaten te komen, initieerde minister Wiebes 5 sectortafels voor de gebouwde omgeving, industrie, elektriciteit en landbouw & landgebruik. Het 'Nationaal Klimaat- en Energieakkoord' moet op 1 januari 2019 ingaan.

De sectortafel Gebouwde omgeving wordt voorgezeten door zwaargewicht Diederik Samsom. Voor vakblad NG Infra sprak ik hem onlangs met een collega. Samsom dicht een belangrijk rol toe aan de infrabedrijven die gemeenten (die uiteindelijk over de uitvoering gaan) met kennis en data kunnen bijstaan. Hopelijk zorgen zij ook voor een zeker harmonisatie van beleid en afstemming in de uitvoering. Uiteindelijk lijkt me een centrale coördinatie vanuit Den Haag onontbeerlijk, hoe verschillend de ideale oplossingen per gebied ook mag zijn. Uiteindelijk willen we allemaal duurzame stroom en warmte, voor een redelijke prijs, wind of geen wind.

Minister Wiebes, wacht u alstublieft de uitkomsten van het Klimtaatakkoord af voor u nieuwe, knellende normen oplegt en in het verlengde daarvan bestuurders in het land. De gaskraan ís nog niet dicht. Kom eerst met goede alternatieven, samen met uw sectortafels. Anders vrees ik dat we net als onze Oosterburen broddelwerk afleveren en we in 2030 alsnog een beroep moeten doen op bruinkool en Overvecht op briketten.