In een brief vorige week uitten de vereniging van projectontwikkelaars NEPROM, de koepel van woningcorporaties Aedes en Bouwend Nederland hun zorgen over de vervroegde invoeringsdatum aan ministers Wiebes en Ollongren. Dit kwam als een verrassing omdat tot nu toe 1 januari 2019 werd genoemd als datum waarop de aansluitplicht vervalt. Dat wordt geregeld met de Wet Voortgang Energietransitie (VET). Omdat de wet ook bepaalt dat een netbeheerder geen andere werkzaamheden mag uitvoeren dan nodig voor de uitvoering van de wettelijke taak, is dit feitelijk een gasverbod voor nieuwbouwwoningen.

In de brief zeggen de brancheverenigingen, die deel uitmaken van het LenteAkkoord, dat het ontwikkelen van een nieuwbouwplan gemiddeld één a twee jaar in beslag neemt en dat een verbod op aardgas in nieuwbouwwoningen daarom ook minstens één a twee jaar van te voren bekend moet worden gemaakt. De huidige bekendmaking, die zo’n twee maanden van te voren is, zorgt volgens de verenigingen voor extra kosten voor de ontwikkelaar, bouwer, grondeigenaar en daarmee koper.

Lianda Sjerps-Koomen, Programma Directeur TKI-Urban Energy van de Topsector Energie herkent de zorgen, maar legt de verantwoordelijkheid ook bij de markt.  ‘Als een plan eenmaal in gang is gezet, kost het veel moeite om het nog aan te passen. Ook het versnellen van de transitie kost geld.'

Jan Fokkema: 'Waarom worden er eigenlijk nog steeds auto’s op fossiele brandstof verkocht?'

Sjerps-Koomen vraagt zich echter wel af waarom er überhaupt nog dusdanig veel plannen voor nieuwbouw met gasaansluiting in de pijpleiding zitten waardoor de brief noodzakelijk is: ‘Gas is een makkelijke optie, maar niet de enige. Er zijn genoeg partijen die een aantal jaar geleden al zeiden dat ze niet meer met gas gingen bouwen. Zo besloot Ballast Nedam Development in 2017 om voortaan geen nieuwbouwwoningen met gasaansluiting te ontwikkelen en werden begin deze eeuw al diverse aardgasvrije wijken gebouwd, waaronder twee in Apeldoorn. De optie om gasvrij te bouwen hebben we technologisch gezien al lang. En in ons innovatieprogramma wordt doorlopend gewerkt aan nog aantrekkelijker en goedkopere oplossingen.'

Marjan Minnesma: 'We moeten niet zeuren, maar als de donder aan de bak'

Gebrek aan installateurs voor de installatie van warmtepompen en WKO’s, die een alternatief energiebron vormen bij aardgasvrije nieuwbouw, is volgens de brancheverenigingen een ander knelpunt. Hierover zegt Sjerps-Koomen: ‘Dit klopt, niet alle installateurs kunnen dit al goed, maar er zijn ook die dat wel kunnen. Er is in Nederland een tekort aan technici en dat merken we nu bij de energietransitie. Mensen uit andere sectoren en jongeren kiezen echter graag voor een overstap naar duurzame bedrijven. Ook wordt er nu flink ingezet op het opleiden van deze technici en op innovatie voor grote aantallen, dus de vraag is hoe lang dit een probleem blijft.’

Daarnaast zijn er andere opties dan enkel warmtepompen: ‘In Apeldoorn is een wijk gebouwd die draait op een warmtenet gevoed door de rioolwaterzuivering, via biogas warmttekracht.'

De keuze voor bouwen met gasaansluiting wordt volgens Sjerps-Koomen niet alleen door bouwers, corporaties en ontwikkelaars gemaakt. ‘Bij het ontwikkelen van nieuwbouw zijn veel partijen betrokken en spelen veel belangen.'

Marjan Minnesma: 'Geen tijd voor polderen'

Marjan Minnesma, directeur van Stichting Urgenda die een paar jaar geleden de Nederlandse staat succesvol aanklaagde in de spraakmakende Klimaatzaak, heeft geen begrip voor de brief van de bouwers. 'Het lijkt me duidelijk dat klimaatverandering zo snel gaat met zulke grote gevolgen dat we nu niet langzaam polderend meer de transitie kunnen maken. In Europa is men 10 jaar geleden al begonnen met de aankondiging dat huizen energie neutraal moeten worden. De wetgeving voor 2020 ligt er al jaren. Ontwikkelaars hadden gewoon eerder moeten beginnen en gaan dus blijkbaar pas bewegen als het moet. Er moeten stevige doelen komen en een ander soort actie. In het klein zag je ook bij de plastic zakjes dat vriendelijk vragen niet hielp. Toen ze gewoon verboden werden of betaald moesten worden, waren ze zo weg. Welnu, huizen moeten sneller energieneutraal worden, auto’s elektrisch en we moeten niet zeuren, maar als de donder aan de bak. Dat zijn we verplicht aan de tieners en twintigers van nu en al die generaties daarna. 100% duurzame energie in 2030: dat is de enige weg om onder de anderhalve graad tempratuurstijging te blijven.'

'Moe'

In een reactie reageert NEPROM-directeur Jan Fokkema: 'Ik moet je eerlijk zeggen dat ik wel een beetje moe wordt van mensen die over elkaar heen tuimelen om te bewijzen hoe politiek correct ze zijn, die roepen dat ze niet snappen dat vandaag nog steeds woningen met aardgas worden opgeleverd. Ze realiseren zich niet dat vanaf 2020 er uitsluitend nog (nagenoeg) energieneutrale woningen zullen worden gebouwd. Dat is een enorme prestatie en ook daar zal nog het nodige bij mis gaan. Maar de sector doet het! Er is geen andere sector met een dergelijke omvang waar dat ook gebeurt. Vertrouw er op dat ontwikkelaars en bouwers in de aanloop daar naar toe er alles aan doen om de woningen die voor die tijd gebouwd worden ook zoveel mogelijk aardgasvrij te maken. Maar binnen het redelijke. Overigens, nu we het er toch over hebben, waarom worden er eigenlijk nog steeds auto’s op fossiele brandstof verkocht? Meer dan een eeuw geleden reden er meer elektrische auto’s dan benzineauto’s. Zullen we ook maar meteen de verkoop van nieuwe auto’s op benzine of diesel vanaf 1 juli gaan verbieden?'

'Paniekerige reactie' 

‘Er is politiek leiderschap nodig, met duidelijke doelstellingen waar wij mee kunnen werken. Het besluit dat nu wordt genomen getuigt daar niet van, het is een paniekerige reactie op wat er in Groningen gebeurt', vervolgt Fokkema. 'Hoeveel projecten er nu concreet omgegooid moeten worden, weet ik niet precies. De overheid wil dat ook graag weten. Ze vragen dan: om hoeveel projecten gaat het en in welke fase zitten deze? Wij werken echter met erg veel partijen en het is moeilijk om een concreet aantal te noemen. Wij gaan er alles aan doen om zo snel mogelijk naar aardgasvrij te gaan. Daarbij speelt netbeheer echter ook een grote rol, want gasloze woningen hebben stroom nodig. Het is de vraag of netbeheerders, waar wij los van staan, in staat zijn om voor 2019 genoeg capaciteit te leveren. Dat is namelijk een zeer grootschalige en complexe opgave. Ik kan me dan zelfs een situatie voorstellen waarbij mensen nu massaal zelf warmtepompen aan gaan schaffen, wat enorme problemen gaat opleveren. Het net kan dat simpelweg niet aan.’

'Wij onderschrijven de noodzaak om zo snel mogelijk aardgasvrije nieuwbouw op te leveren. NEPROM-leden maken in een sneltreinvaart die omslag, ook omdat steeds meer consumenten er om vragen. Maar er zijn nog steeds situaties waar het niet kan of praktisch onmogelijk is. Een lid van ons wilde in Amersfoort 800 woningen die vergevorderd waren in de ontwikkelfase alsnog omzetten naar all electric (met behulp van warmtepompen, die veel elektra gebruiken, red.). Het elektriciteitsnet ter plekke blijkt dat echter niet aan te kunnen en het duurt jaren voor dat dat aangepast is. Ik weet niet of dat complex door een bouwer wordt gebouwd die zegt dat hij alleen nog maar aardgasvrij bouwt, maar zo ja, dan vraag ik me hoe hij dat dan denkt te gaan doen. Bij binnenstedelijke appartementencomplexen is de beste oplossing Warmte Koude Opslag in de bodem. Dat kan lang niet altijd, omdat andere complexen daarvan ook gebruik maken en de systemen elkaar beïnvloeden. Ik zie dat in dat situaties nu op veel plaatsen in grote haast de cv ketel er uit gaat en er een luchtwarmtepomp wordt geplaatst. Nu bestaan er heel goede installaties, maar ook systemen die nog steeds behoorlijk wat herrie maken. Die buitenunit moet je echt heel zorgvuldig inpassen om te voorkomen dat dat niet tot problemen gaat leiden. Bij eengezinswoningen is het allemaal wat gemakkelijker, maar als je daar een uitgekiend en zeer efficiënt bouwsysteem voor hebt, met goede afspraken met je ketenpartners, dan kan je dat niet van de een op de andere dag omgooien. Dat vergt aanpassen en uitengeneren van het nieuwe ontwerp, nieuwe afspraken met ketenpartners etc. Dat in een tijd waarin de bouw enorm onder druk staat om te presteren, de vakkrachten niet aan te slepen zijn, de bouwprijzen door de grote vraag oplopen, en de installateurs het werk niet aankunnen. Praktisch lukt dat niet in zo’n korte tijd.'