Onmogelijk? Nee hoor, die ‘versplintering’ is juist een goede zaak, want hierdoor is de kans groot dat er raadsleden en wethouders aan de macht komen die wél verstand hebben van technologisering en internet. We kunnen er zelfs op selecteren. In ieder geval bij de wethouders.
Gelukkig maar, want de komende vier jaar technologiseren onze steden en dorpen en we hebben dus gemeentebestuurders nodig die weten wat een algoritme is en wat een sensor doet. Die in gesprek kunnen met de vertegenwoordigers van Google-stad, die over een paar jaar op de stoep staan.
Ik verwacht echt niet dat elke wethouder een nerd wordt (hoewel één per college een mooi begin zou zijn), maar net zoals bestuurders wel weten wat een boom is zonder ooit een dendrologische opleiding te hebben gevolgd, is basiskennis van de smart city onontbeerlijk voor komende colleges.
Maar het allerbelangrijkst worden de nieuwe ethische dilemma’s die op de dames en heren gemeentebestuurders afkomen. Aan privacy en ethiek zijn we ondertussen gewend, maar hoe normaal vinden we het eigenlijk dat er steeds minder mensen werken bij AH to go als gevolg van robotisering?
Wat is onze autonomie in de stad? Stuurt Google ons bewust langs adverteerders en mag dat? Hoeveel recht hebben we eigenlijk op imperfectie, mogen we fouten maken of krijgen we dan – net als in China – een minpunt in onze ‘sociale kredietscore’?
Het zijn nieuwe vragen die steeds actueler worden in de smart city. Die prachtige politieke debatten kunnen opleveren. En uiteindelijk een slimme stad waar goed over is nagedacht door de mensen die er al eeuwen over gaan: onze stadsbestuurders.
Jan-Willem Wesselink is kwartiermaker bij de Future City Foundation