Tijdens het congres van ‘Circulair bouwen met verplaatsbare woningen’ op donderdag 15 maart spraken gemeenten, corporaties en bouwers over de opkomst van verplaatsbare woningen en de kansen voor de circulaire economie. Verplaatsbare woningen kunnen namelijk net zolang mee als een traditioneel gebouwde woning, maar kunnen wanneer dat nodig is, worden verplaatst. In 2017 werden er 1.200 verplaatsbare woningen gebouwd, dit was zes procent van de nieuwe sociale huurwoningen.
Alternatief voor reguliere woning
Een groot deel van de verplaatsbare woningen is verhuurd aan mensen die met spoed een huis zochten, zoals statushouders, gescheiden mensen en starters. De woningen worden steeds beter waardoor ze een alternatief kunnen bieden voor de reguliere woningen. Hierdoor kunnen ze een bredere doelgroep dienen, stelt Wim Reedijk van Expertisecentrum Flexwonen. Daarnaast zal de vraag naar kleine betaalbare woningen groot blijven, waardoor de verplaatsbare woningen van belang blijven.
Restmaterialen
Bij gemeenten, financiers, bouwers en opdrachtgevers groeit de interesse in verplaatsbare woningen. Dit komt omdat de woningen flexibiliteit bieden en duurzaam zijn. De volgende stap in het circulair bouwen van verplaatsbare woningen is dat men met restmaterialen gaat werken. Op dit moment wordt drie procent van de materialen opnieuw gebruikt. Door de komst van de circulaire woningen kan hier verandering in worden aangebracht. De wens is om de verplaatsbare woningen te bouwen met restmaterialen van reguliere woningen. Op deze manier kunnen de woningen op den duur honderd procent circulair worden gebouwd.