De versplintering van het politieke landschap komt op een moment dat de raad als hoogste democratische orgaan al overvraagd wordt. De komende Omgevingswet doet daar nog een schepje bovenop. Nieuwe raadsleden moeten daarom kunnen bouwen op deskundigheid van ambtenaren en een sterk partijsecretariaat met fractiemedewerkers die kennis van zaken hebben.

Ondertussen nemen de verwachtingen die aan de raad worden gesteld met het jaar toe. Het takenpakket van de gemeenten is met de decentralisaties in de zorg tijdens de vorige kabinetsperiode al sterk uitgebreid. Dat betekende ook voor raadsleden meer controlerend werk. De komende jaren komt daar nog een berg werk bij, met onder meer de kolossale opgave voor de woningbouw, de energietransitie, het verduurzamen van de samenleving. Daarbij moet het gemeentebestuur ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen meedoen en niet aan de kant blijven staan.

Visie

Een nog veel grotere wetgevingsoperatie werpt z’n schaduw vooruit. In 2021 treedt de Omgevingswet in werking, die alle wet- en regelgeving voor de fysieke leefomgeving bundelt. Daarmee verandert de rol van de gemeenteraad ingrijpend. Zo krijgt het gemeentebestuur – burgemeester en wethouders – meer lokale afwegingsruimte op belangrijke dossiers als milieu, bouwtoezicht en ruimtelijke plannen. De gemeenteraad bepaalt zelf hoe groot die afwegingsruimte is, maar om dat te kunnen doen is uitgebreide kennis van zaken nodig en een brede visie op de toekomst van de gemeente. De Omgevingswet verplicht de gemeentelijke overheid namelijk om burgers en bedrijven te informeren over en te betrekken bij beleidsvoornemens.

Uit onderzoek van vakblad ROm/Stadszaken.nl in samenwerking met onderzoeksbureau USP blijkt dat gemeenteambtenaren een belangrijke taak zien weggelegd voor raadsleden om deze ‘participatieplicht’ mede vorm te geven, wat alweer een extra verantwoordelijkheid betekent.

Verschraling

Brede publieksparticipatie kan helpen het vertrouwen van het publiek in de lokale politiek te herstellen, want dat vertrouwen ligt zorgwekkend laag, blijkt ook uit ons onderzoek. Slechts 30 procent van de geraadpleegde respondenten gaf aan vertrouwen te hebben in de lokale politiek.

Maar hoe moeten raadsleden, meestal parttimers, die enorme klus klaren als de stapel werk toeneemt en ze de beschikbare tijd moeten verdelen over al die belangrijke dossiers? Meer kleine partijen en meer fragmentatie in de politieke arena ondergraaft de kracht van de gemeenteraad om te sturen en te controleren. Raadsleden wisselen elkaar sneller af dan voorheen. Daarmee verschraalt niet alleen de kennis die nodig is bij het uitvoeren van die controlerende taak, kostbare ervaring gaat ook sneller verloren.

De belangrijke, complexe uitdagingen van deze tijd met een grotere verantwoordelijkheid voor het lokaal bestuur vereisen een goed geïnformeerde gemeenteraad, met kennis van zaken en de nodige ervaring. Die kennis en ervaring hoeven raadsleden niet zelf in huis te hebben. Dat is te veel gevraagd. Uit ons onderzoek blijkt dat bestuurders, beleidsambtenaren, deskundigen denken dat ook het gemeentelijk apparaat raadsleden daarbij moet ondersteunen. Dat betekent concreet dat raadsleden meer moeten kunnen bouwen op de kennis bij de ambtenaren. Bovendien is een sterk partijsecretariaat nodig, met fractiemedewerkers die kennis van zaken hebben. Raadsleden kunnen door hen worden bijgepraat en meegenomen in ingewikkelde dossiers, om vervolgens te doen wat ze horen te doen: midden in de samenleving staan en het vertrouwen in het openbaar bestuur herstellen en behouden.

Marcel Bayer, hoofdredacteur ROm
Jan Jager, hoofdredacteur Stadszaken.nl