Dit is een verkorte versie van het artikel in ROm 3, maart 2018. U kunt het volledige nummer inzien door via dit formulier een gratis digitale code aan te vragen.

Met name kleinere gemeenten zijn niet happig op het faciliteren van een regionale woningvraag, constateert de Woudenbergse burgemeester Titia Cnossen. Zij is voorzitter van het regionaal bestuurlijk overleg Ruimte en Wonen in de regio Amersfoort waar naast haar eigen gemeente ook Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en het Gelderse Nijkerk onder vallen. De behoefte aan woonruimte is groot. Op basis van de bestaande regionale woningbouwplannen zouden er van 2013 tot 2040 ongeveer 24.000 woningen aan de bestaande voorraad worden toegevoegd; ruim 55 procent op uitbreidingslocaties (wel binnen de rode contouren van de provinciale ruimtelijke strategie), 45 procent binnen bestaand bebouwd gebied (zowel in de steden als dorpen).

Na een aanvankelijke stroeve start komt de planuitvoering vanwege de omslag op de woningmarkt in vrijwel alle regiogemeenten inmiddels versneld op gang. Dat is mooi, maar het heeft tot gevolg dat de planvoorraad versneld opdroogt. In de onlangs vastgestelde Regionale Ruimte Visie (RVV) Regio Amersfoort wordt de noodklok geluid. Cnossen: ‘De schaarste op de woningmarkt is zo groot dat het merendeel van de plannen ruim vóór 2030 gerealiseerd zal zijn.’ Kortom: tijd om nieuwe reserveringen te doen. Maar waar?

12.000 huizen tekort

Bureau MUST, dat de RVV in opdracht van het bestuurlijk overleg opstelde, baseert zich op het midden groeiscenario dat het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) opstelde voor de Amersfoortse regio. Dat scenario laat zien dat de aanwas vooral uit de stadsregio Utrecht komt en duidelijk georiënteerd is op het centrale deel van de regio: Amersfoort, Soest, Nijkerk en Leusden. In dit ‘hart’ van de regio Amersfoort wordt het grootste deel (14.000 woningen) van bovengenoemd volume (24.000 woningen) gerealiseerd. Maar in het in de RVV aangehaalde midden groeiscenario laat het EIB ook zien dat de werkelijke behoefte in het regionale hart 12.000 woningen hoger ligt. En als de economie sneller groeit of de regio’s rondom Amsterdam en Utrecht er niet in slagen om voldoende woningen te realiseren, dan zal de druk op de regio nóg groter kunnen worden, waarschuwt de RVV. Een citaat: ‘Dit betekent dat nu al moet worden nagedacht over de opgave die na 2030 (en misschien wel eerder) moet worden geaccommodeerd.’

Voorbehoud voor Leusden

Burgemeester Cnossen en haar ambtelijk adviseur hebben hemel en aarde bewogen om steun te krijgen voor de ruimtelijke visie. Het bestuurlijk overleg wilde commitment van de lokale gemeenteraden, terwijl eerdere visies door colleges waren vastgesteld. ‘Wij vonden het belangrijk om het met de raden te doen, omdat die uiteindelijk bestemmingsplannen vaststellen’, verheldert Cnossen. ‘En zo moet het ook zijn. Lokaal draagvlak is essentieel.’

Maar om het benodigde draagvlak te krijgen, is heel wat overleg met raadsleden nodig geweest. Daarvoor werden interactieve sessie georganiseerd waar ook andere stakeholders aanschoven zoals corporaties en ondernemers. ‘Wat mij opviel is dat men het over de onderliggende analyse eens was, maar dat lokale belangen voor gaan zodra je de ruimtelijke visie op basis van die analyse wilt vaststellen’, aldus Cnossen. ‘Dan gaat de discussie niet meer over de regio als geheel, maar over “wij”. “Wij gaan toch niet bouwen voor Amersfoort”, zeiden raadsleden in Leusden.’

De geruststelling van de Amersfoorste wethouder Willem-Jan Stegeman (D66) dat genoemde cijfers in de RVV ‘illustratief’ zijn, haalde de onrust over het ‘onzalige plan’ bij het Leusdense raadslid Wim Vos niet weg. ‘We willen Leusden mooi en groen houden’, citeerde het AD de CDA’er.

‘Wonen is een ondergeschoven kindje geworden’

Zo kon het gebeuren dat de regionale ruimtelijke visie wel is vastgesteld, maar met een voorbehoud van de Gemeente Leusden. Cnossen: ‘De Leusder raad heeft in het voorwoord laten opnemen dat zij de ruimtelijke voorzet voor woningbouw ná 2028 in het regionale hart, waar Leusden onder valt, niet ondersteunt.’

Gemeente houdt primaat

De weerstand kwam niet alleen uit Leusden. Ook in Soest en Nijkerk werd door sommige raadsleden afhoudend gereageerd. ‘Gemeenteraden vinden het blijkbaar eng om voor te sorteren op een regionale woonvraag die na 2028 gaat spelen’, concludeert burgemeester Titia Cnossen.

Ze is toch blij met de regionale visie zoals die er nu ligt, ondanks het voorbehoud van Leusden. Ze gelooft dat inhoudelijke argumenten uiteindelijk de doorslag geven bij nieuwe woningbouw. Het is ook uit eigen lijfsbehoud, benadrukt ze. ‘Nederland vergrijst, huishoudens worden kleiner. Als je geen ruimte schept voor instroom van jonge gezinnen, dan verlies je kritische massa om je voorzieningenniveau op peil te houden. In een tijd van huishoudensverdunning is huishoudensgroei de beste manier om je gemeente vitaal te houden.’