Meld u aan voor het ROm/Stadszaken.nl debatseminar 'Waar bouwen we in de Stadsregio' met onder meer Jan Latten, Walter de Boer, Paulus Jansen en Fleur Gräper-Van Koolwijk

De minister geeft in haar brief aan dat ze vanuit het rijk gezamenlijk met decentrale overheden en andere betrokken partijen het woningtekort wil aanpakken. Bewoners en woningzoekenden betalen volgens haar de prijs van het woningtekort, niet alleen door stijgende koop- en huurprijzen, maar ook indirect door lagere doorstroming en langere wachtlijsten voor sociale huurwoningen.

Plancapaciteit & grondposities

Decentrale overheden moeten van de minister 'realistisch zijn' over de groei van de regionale woningbehoefte. Met de grote stedelijke regio’s gaat ze het gesprek aan over het tijdig beschikbaar stellen van voldoende passende plancapaciteit voor woningbouw. In die gespreken neem ze mee hoe 'zij met grondposities omgaan'. Enerzijds om woningbouw te faciliteren, anderzijds financiële risico’s te beheersen.

Ollongren: 'Niet lichtzinnig schuiven naar bouwlocaties buiten de bestaande stad.'

Ook wanneer de plancapaciteit op papier voldoende is om te voorzien in de regionale woningbehoefte, zullen regio’s tijdig na moeten denken over alternatieven wanneer bestaande plannen uitvallen of vertraging oplopen, schrijft Ollongren aan de Tweede Kamer. Ze belooft de Tweede Kamer regelmarig te zullen rapporteren over de beschikbare plancapaciteit en hoe deze zich verhoudt tot de woningbehoefte op regionaal niveau. 

Binnen bestaande stadsgrenzen

Over de disscussie over 'waar' we moeten bouwen staat in de brief: 'Uiteraard vind ik het belangrijk dat regio’s bij de keuze voor nieuwe woningbouwlocaties zorgvuldig omgaan met de beschikbare ruimte. Daarom moeten zij in eerste instantie kansen binnen bestaand bebouwd gebied. In veel regio’s zal deze ruimte voldoende zijn om te voorzien in de woningbehoefte. Decentrale overheden kunnen daarbij creatief kijken naar mogelijkheden om nog verder te verdichten, om bestaande bebouwing te vervangen of een nieuwe bestemming te geven, of om gebieden binnen de stadsgrenzen met een andere functie te transformeren voor woningbouw'. En: 'De urgentie om mogelijkheden binnen de bestaande steden te benutten blijft onverminderd groot.'

Bouwen aan de randen van de stad

De minister schrijft ook dat het in sommige grote stedelijke regio’s nu al duidelijk dat het niet mogelijk is om de grote behoefte aan nieuwe woningen op termijn volledig binnen bestaand stedelijk gebied op te vangen, of dat het nodig is om tijdig te anticiperen op het risico dat de plancapaciteit binnen bebouwd gebied niet meer voldoet, bijvoorbeeld door uitval of vertraging van bestaande plannen. 'Van die regio’s vraag ik daarom dat zij nu al starten met het verkennen van de mogelijkheden om de plancapaciteit te vergroten, zoveel mogelijk binnen de bestaande stad, maar vervolgens ook bijvoorbeeld aan de randen van de stad. Ik zie het als onze gezamenlijke uitdaging om daarbij op een toekomstbestendige manier te voorzien in de behoefte aan woningen, met voldoende oog voor alle andere ruimtelijke belangen.'

Daarbij blijft voorop staan, schrijft de minister, dat er, ook in de lokale dynamiek, druk blijft om complexe binnenstedelijke locaties te ontwikkelen, en niet lichtzinnig wordt geschoven naar bouwlocaties buiten de bestaande stad.'

Ze lijkt daarmee terug te komen van haar eerdere uitspraak in De Telegraaf dat provincies meer lef moeten tonen door bouwen buiten bestaande stadsgrenzen toe te staan.