Adriaan Geuze stelt in zijn inaugurele rede terecht dat hij in een traditie staat van een systeembenadering, die grote namen zoals Bijhouwer, Vroom en Dijkstra heeft voortgebracht. Deze benadering past ook bij Geuze, die zijn sporen heeft verdiend op stedenbouwkundig en landschapsarchitectonisch terrein (vanuit West8, het door hemzelf en Paul van Beek opgerichte bureau). Hij maakte indruk door zijn optreden bij Zomergasten in 2015, waarin hij zich druk maakte om de nonchalance van de Nederlander met zijn omgeving. Hoewel de procedures en criteria op interventies in de openbare ruimte allemaal op orde zijn, is het resultaat vaak teleurstellend, en in zijn woorden 'pervers'.

In het hoogdynamische landschap van Nederland ontwikkelt zich 'een beeldcultuur van reclamemasten, geluidschermen, graffiti, van achterkanten, van hallen, van loodsen, en de Ikea's en Hornbachs en de McDonald's hebben de volledige vrijheid om zich uit te drukken in hun banaliteit langs onze bewegingslijnen' aldus Geuze.

Euforie, obsessie en exploitatie

Dit thema staat ook centraal in zijn rede die hij hield, waarin hij langs drie lijnen kijkt naar de perceptie van de Nederlanders met het landschap. Je zou dit kunnen samenvatten met de begrippen euforie, obsessie en exploitatie. Nederlanders hebben in zijn ogen de natuur ('God') op de knieën gekregen door land aan zee te onttrekken (maar hij heeft het vooral over het Holocene deel van ons land), op een wijze die niet alleen internationale bewondering opriep, maar die ook aan de basis staat van onze ongelooflijke drang om het landschap constant aan te passen.

Landschap is in Nederland vooral ook 'land', en heeft dus grondwaarde, dat onderhandelbaar en uitwisselbaar is. Deze theorie onderbouwt hij met een groot aantal voorbeelden uit de historisch-geografische literatuur, die in razend tempo met elkaar in verband worden gebracht. Vooral het werk van de Wageningse historisch geograaf Chris de Bont wordt door hem aangehaald. Ook de kaarten uit de Atlas van Nederland in het Holoceen, die mede door de RCE is ontwikkeld, spelen een belangrijke rol.

Kort door de bocht

Hoewel het indrukwekkend is hoe hij de veelheid aan literatuur en inzichten samenvat en verknoopt met zijn betoog, bekroop me hier toch vaak het gevoel dat hij hier en daar wat al te kort door de bocht ging, en dus ook wat onjuistheden naar voren bracht. Ontwikkelingen in het landschap zijn vaak temporeel en regionaal, en kunnen niet altijd als generiek model worden opgevoerd. Niet elke veenontginning kende recht van opstrek, om een voorbeeld te noemen.

Hier ligt een opgave voor het regionaal ontwerp: laat zien wat specifiek is, en wat sturend zou moeten zijn bij ontwerpkeuzes. In het (Wageningse) onderwijs zouden zowel de historische geografie als de landschapsarchitectuur winnen bij meer wederzijdse samenwerking en uitwisseling van ontwerp en historische kennis.

Geuze is als geen ander in staat om op inspirerende wijze grote lijnen te trekken door de geschiedenis van het Nederlandse landschap, maar zou in het regionaal ontwerp baat hebben bij mensen die specifieke historische kennis kunnen inbrengen. Synergie is niet alleen een actueel woord, maar past ook in de traditie van de Nederlandse omgang met het landschap.

Henk Baas
Hoofd Landschap bij RCE

Kijk hier de inaugurele rede van Adriaan van Geuze terug