Doorsnee vermogen groeit, behalve voor groeiend aantal huurders met huurtoeslag

Het zijn goede tijden voor woningeigenaren en miljonairs. In lijn met de economische groei zagen zij hun vermogen afgelopen jaren fors toenemen. De financiële buffers van veel sociale huurders groeiden echter niet met de economie mee. Sterker: huurders met recht op huurtoeslag werden juist armer.

167.000 huishoudens konden zich in 2016 miljonair noemen.

Het aantal miljonairs stijgt weer. Ook met de minder vermogenden ging het doorgaans beter. Gemiddeld over alle huishoudens gerekend is het doorsnee vermogen ten opzichte van 2014 gestegen van bijna 17.000 euro tot ruim 22.000 euro in 2016. Belangrijke basis voor het groeiend vermogen is de eigen woning. Het zijn dan ook vooral de eigenaar bewoners die hun vermogen na jarenlange daling weer zien toenemen. Voor hen steeg het vermogen van 110.000 euro in 2014 naar ruim 124.000 in 2016 (zie cbs.nl)

Geen opleving voor huurders met huurtoeslag?

Toch deelt niet iedereen in dezelfde mate in de vigerende vermogensgroei. Met name voor huurders met een huurtoeslag lijkt een positieve wending uit te blijven. En dat terwijl hun doorsnee vermogen toch al beperkt is. In 2014 bedroeg hun mediane vermogen 1.000 euro. Dat wil zeggen dat de helft van de huurders een vermogen had onder de 1.000 euro. In 2015 steeg dat weliswaar naar 1.300 euro maar in 2016 is het alweer teruggevallen naar 1.100 euro. Geen buffer om over naar huis te schrijven. Een afgebroken voortand en een kapotte wasmachine is genoeg om het huishoudboekje rood te kleuren. Het toch al geringe vermogen van huurders met een huurtoeslag steeg in 2016 niet met de conjuncturele opleving mee.

Een sluipende marginalisering?

Wat is er aan de hand? Je zou verwachten dat ook huurders met huurtoeslag wel profiteren van een verbeterende conjunctuur met meer werkgelegenheid en kans op een beter inkomen. Maar hun doorsnee vermogen nam vergeleken met 2015 juist af. Nou hebben kopers het in termen van kwaliteit van leven toch al vaker beter getroffen dan huurders. Zien we hier misschien sporen van een strikter toewijzingsbeleid voor sociale huurwoningen? Is het mede de opbrengst van het ’succesvolle’ beleid om goedkope scheefhuurders uit de sociale huursector te weren? Zien we hier een weerslag van meer dure scheefwoners? Hebben bewoners van sociale huurwoningen meer last van druk op de lonen vanwege de flexibiliserende arbeidsmarkt?

Een sluitend antwoord is niet zo maar te geven en wellicht dat cijfers over 2017 helderheid geven over de vraag of de ‘vermogenskloof’ tussen kopers en huurders met toeslag inderdaad wijder wordt. Intussen is een ding zeker: het staat er vergeleken met andere inwoners minder florissant voor met het ‘vermogen’ van huurders met een huurtoeslag. Een sluipende marginalisering van de sociale huurder is vooralsnog niet uit te sluiten.

Dit bericht delen via:

Gerelateerde artikelen