In 1895 hoopte Leidenaar W.F. Hartrop de eerste automobilist van Nederland te worden. Hij kocht een automobiel en vroeg om een vergunning bij de minister van waterstaat. Die vond dat maar lastig. De vraag paste niet bij de bestaande wetten en regels. Uiteindelijk mocht Hartrop pas ruim een jaar later onder strenge begeleiding een autoritje maken. Toen was hij al niet meer de eerste. Dat was de Tilburger Jos Bogaers die niet wachtte op wetten, maar direct de weg op ging.
Een ruime eeuw na de opkomst van de auto herhaalt de geschiedenis zich, nu internet de stad verandert en steden smart worden. Pure noodzaak, want we kunnen de enorme binnenstedelijke bouwopgave van deze eeuw niet realiseren met de middelen waarmee we in de vorige eeuw vinexwijken bouwden. Als we nieuwe technologie slim inzetten, kunnen we de stad veel efficiënter gebruiken. De slimme stad kent geen halflege vrachtwagens, energie wordt effectiever gedistribueerd, milieuzones preciezer berekend.
De impact van die technologisering is echter veel groter. Internet verandert de manier waarop gemeenten functioneren en de manier waarop wij er in leven. En dus verandert het ook de manier waarop die moeten worden gemeenten bestuurd. De komende jaren worden daar belangrijke beslissingen over genomen. En daarom moeten we op 21 maart bestuurders kiezen die dit begrijpen en die daar verstandige beslissingen over kunnen nemen. Een slimme stad heeft bestuurders nodig met verstand van zaken.
Nieuwe debattten
Daarbij gaat het niet om kennis van techniek, maar over de impact op de samenleving. De binnenkort nieuwgekozen gemeenteraadsleden en wethouders wacht een nieuw politiek debat. Een debat over de vraag hoe we de stad slim maken en toch aangenaam, leefbaar en menselijk houden. Over de vraag hoe wij ons technologisch burgerschap invullen.
Wij maken ons zorgen of de bestuurders die we op 21 maart kunnen kiezen zich wel bewust zijn van dat debat. Of ze het willen en kunnen voeren. Daarom geven we graag een aanzet. Daarbij hebben we dankbaar gebruik gemaakt van het onlangs verschenen rapport ‘Opwaarderen: borgen van publieke waarden in de digitale samenleving’, van het Rathenau Instituut.
De eerste vraag die de nieuwe raadsleden zich moeten stellen is hoe ze burgers, bedrijven en instellingen beschermen tegen misbruik via het internet. Tegen identiteitsfraude, cyberwarfare en datalekken. Veiligheid is een kerntaak van de overheid, maar hoe wordt die ingevuld, zonder dat dit ten koste gaat van de privacy van de burgers.
Wat ons betreft is privacy dan ook het tweede debat: in hoeverre kunnen burgers nog onbespied en onbezorgd gebruikmaken van de openbare ruimte? En een stap verder: mogen bedrijven of overheden burgers door de ruimte sturen zonder dat die burgers dat zelf doorhebben? Hoeveel keuzevrijheid mogen burgers hebben? Autonomie is dan ook debat nummer drie.
Bij al die vragen is het belangrijk dat we inzicht hebben in techniek. Maar wie is verantwoordelijk voor de keuzes die worden gemaakt door algoritmes? Mogen systemen die ons beïnvloeden zelflerend zijn? Weten we of data waarmee de keuzes worden gemaakt, valide zijn? Dat leidt vanzelf tot de vraag of de smart city ook een rechtvaardige stad is. En of er wel voldoende machtsevenwicht bestaat tussen burgers aan de ene kant en bedrijven en overheden aan de andere kant. Is het eerlijk dat bedrijven en overheden alles over burgers weten en die burgers vrijwel niets over de bedrijven en overheden?
Perfectie of rommelig
Dat leidt allemaal tot het belangrijkste debat: hoe efficiënt willen we leven en is perfectie een goede basis voor welzijn op de langere termijn? Of hebben burgers ook recht op imperfectie, rommeligheid en verspilling in hun leefomgeving?
Op deze vragen bestaan geen eenduidige antwoorden. En dat hoeft ook niet. In de ene gemeente kan er bewust worden gekozen voor meer privacy. De andere gemeente kiest voor minder autonomie. Als er maar wordt gekozen. Als er maar een goed politiek debat over wordt gevoerd. Als die keuzes maar transparant zijn en bewust zijn genomen. Pas daarna kunnen we echt slimme steden bouwen.