Het gloednieuwe stadion, gebruikt voor de openings- en afstluitingsceremonie, biedt zitplekken voor 35.000 man. Het stadion is zo ontworpen dat het ook weer makkelijk af te breken is. Zo is er geen dak en is het stadion niet voorzien van verwarming, op deze manier is het sneller en makkelijker te bouwen en weer af te breken. Tijdens de spelen worden dekens uitgedeeld en waren er gaskacheltjes die de toeschouwers warm moesten houden.
Afbreken
Zonde dat afbreken, maar het bouwen van een permanent stadion is misschien al helemaal een slecht idee, stellen critici. Als het stadion niet wordt afgebroken zal het namelijk tot nog meer problemen leiden. Pyeongchang is een van de armste gebieden van Zuid-Korea en telt 45.000 inwoners waarvan de interesse voor wintersport laag is. Een stadion met 35.000 zitplaatsen is dan ook niet per se nuttig en alleen al aan onderhoud verwachten experts zo'n 10 miljoen euro per jaar nodig te hebben.
Bouw van appartementen
Helemaal tegen de vlakte gaat het stadion ook weer niet. Het idee is om een deel van het olympisch stadion na afloop om te bouwen tot verschillende appartementen. Deze zijn zelfs allemaal al verkocht. Daarnaast gaat er een trein door de wijk rijden zodat die makkelijk te bereiken is voor toeristen. Critici zijn echter erg sceptisch over dit plan omdat ze bang zijn dat de kosten van de bouw en de impact op het milieu het land nog lang zullen najagen. Ze zijn bang dat de toeristen wegblijven en vooral de ontwikkelaars profiteren van de nasleep van de Olympische Spelen.
Het is dan ook de vraag of dit infrastructurele project te verantwoorden is. Eerdere plannen om olympische structureren aan te passen zodat ze waardevol blijven na de spelen mislukten nogal vaak. Rio de Janeiro, die de 2016 zomerspelen hostte, had bijvoorbeeld plannen om de Arena do Futuro in vier scholen te veranderen. Een mooi plan, maar de verbouwingsplannen liggen ondertussen al twee jaar in de ijskast en zijn zelfs afgeblazen door de huidige burgemeester.
Crisis in Internationaal Olympisch Comité
Ondertussen dringt de vraag zich op of de kosten af te wegen zijn tegen de baten. Montreal heeft er bijvoorbeeld 30 jaar over gedaan om de schulden van de Olympische Spelen in 1976 af te betalen. De commissieleden van de Olympische Spelen zien dat steeds meer steden geen tot weinig interesse tonen in het hosten van de spelen gezien de oplopende kosten die het evenement kent. De roep om twee vaste steden aan te wijzen wordt groter en groter. Op deze manier worden er geen onnodige kosten gemaakt voor deze zogenoemde pop-up olympics die worden gebouwd en afgebroken.