Van Heugten: ‘We hebben van de opdracht gekregen om in Trade Port Noord vestigingsmogelijkheden te bieden voor bedrijven om economische groei en werkgelegenheid  te realiseren, maar ook oog te hebben voor duurzaamheid. Dan moet je denken aan thema's als water, flora en fauna maar ook energie, mensen en hergebruik van materialen.’

‘Om de omgeving af te schermen, gebruiken we grondwallen rondom de bedrijfsvelden. Die maken we van de eerste laag teelaarde uit de voormalige akkers. Zo heeft die afgegraven grond een nuttige toepassing: meteen hergebruiken in plaats van afvoeren met de vrachtwagen en ergens opslaan. En door ze in te zaaien met een bloemrijk grasmengsel, hebben de grondwallen ook een ecologische functie. Slim werken.’

Cradle2Cradle in het werklandschap

Michel Weijers is directeur van het C2C ExpoLAB, en al jaren betrokken bij het verduurzamen van Trade Port Noord: ‘De gemeente Venlo en de regiogemeentes hebben bij de opzet van Trade Port Noord altijd al het idee gehad om Cradle2Cradle als inspiratie mee te nemen. Inmiddels zijn we een aantal jaren verder, voor Venlo is Trade Port Noord een belangrijke ontwikkeling geweest. Enerzijds natuurlijk vanwege de werkgelegenheid, maar ook vanwege de mindset achter C2C: nadenken over de lange-termijnwaarde van de gebruikte materialen. Ons C2C ExpoLAB is het kenniscentrum op dat gebied.’

‘We maken het weleens mee dat een plan voor een investering klaar is en we de vraag krijgen ‘of we het nog even C2C kunnen maken’, maar zo werkt het niet. Je moet het in het begin al meedenken in het ontwerp, er zijn veel voorbeelden in Nederland dat een gebouw daar niet duurder van hoeft te worden. Gebouwen die C2C gebouwd zijn, zorgen uiteindelijk voor een collectieve meerwaarde, er is gebruik gemaakt van materialen die terug in de kringloop kunnen. Maar het zijn ook gebouwen die gezond zijn en energie opwekken, en de biodiversiteit verbeteren. Je gaat van een negatieve naar een positieve footprint.’

Voordeel voor bedrijven met interesse in duurzaamheid

Van Heugten legt uit wat dit betekent voor nieuwe bedrijven: ‘De bedrijven die bij ons grond kopen gaan een gebouw zetten, wij stimuleren ze om ook C2C te denken. Een mooi hulpmiddel daarbij is de BREEAM-norm, waarbij bouwers en investeerders gestimuleerd worden om duurzaam te werken. We helpen ze daarbij, bijvoorbeeld via het C2C ExpoLAB. Als je C2C bij ondernemers stimuleert zie je wel dat de waarde ervan bij kopers doordringt en ze er ook in willen investeren.’

‘Een aspect waarop we veel succes hebben is energie: de boeren die hier zaten hadden relatief weinig energie nodig, de bedrijven van nu veel meer. We proberen het gebied echter energieneutraal te houden en dus groen: veel solar, windenergie en aardwarmte. We eisen bijvoorbeeld dat een nieuw gebouw met een plat dak sterk genoeg is voor zonnepanelen. Daar wordt ook steeds meer gebruik van gemaakt, zeker dankzij de rijkssubsidies.’

‘Verder proberen we te voorkomen dat er méér luchtvervuiling en milieubelasting komt door verkeer dan nodig is. Bijvoorbeeld door fietsroutes te ontwikkelen en zelfs een fietssnelweg: de Greenport Bikeway. Zo worden mensen uitgenodigd om met de fiets naar het werk te komen. We hebben ook het voordeel dat een spoorlijn door het gebied loopt en niet alles per vrachtwagen vervoerd hoeft te worden.’

Duurzaamheidssprong

Weijers ziet dat het de gewenste kant op gaat: ‘Als je door het gebied rijdt zie je dat er sprake is van een organische structuur. Je ziet steeds meer dingen die je normaliter niet op een logistiek bedrijventerrein ziet. Het levert meerwaarde op voor de stad en de mensen die hier werken, niet alleen werkgelegenheid. Er zijn mooie verbindingszones met bloemen, er is overal ledverlichting en er zijn groene energiesystemen zoals geothermie. Als ik dat vergelijk met de oude bedrijventerreinen van Venlo, is er echt een duurzaamheidssprong gemaakt.’