Dit is een ingekorte versie van het artikel in ROm 1-2, februari 2018. Gratis het complete digitale nummer bekijken, vraag hier uw code op

Eind december vorig jaar wezen Provinciale Staten van Zuid-Holland 16 locaties aan waar de Rijnmond denkt te kunnen voldoen aan de met de gemeenten afgesproken 150 MW windenergie voor 2020. 45 MW daarvan is al gerealiseerd. De resterende 105 moet uiteindelijk komen van de nu aangewezen locaties (zie kaart onder).

Het bereiken van die stadsregionale doelstelling uit 2012, onder provinciale regie, zal nog een moeilijke eindspurt vergen. Juist in het druk bewoonde Rijnmondgebied is het zoeken naar geschikte locaties voor windturbines een stevige uitdaging gebleken. Deze verschilt qua benaderingswijze sterk ten opzichte van de windopgave op de niet bewoonde Tweede Maasvlakte. Bij de locatiekeuze heeft de provincie in totaal bijna 2000 zienswijzen beoordeeld. Het merendeel was afkomstig van inwoners, naast zienswijzen van gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Onderwerpen die in de zienswijzen worden aangehaald gaan veelal over geluid, slagschaduw, landschap, natuur en recreatie. Gedeputeerde Adri Bom-Lemstra (ruimtelijke ordening) verwees naar de constructieve samenwerking met gemeenten en samenleving. Slechts twee gemeenten, Albrandswaard en Barendrecht, bleven halsstarrig weigeren.  ‘De provincie heeft niet over de hoofden van gemeenten willen regeren. Wij hebben de regio aangesproken op de eigen verantwoordelijkheid en aangegeven er ook samen afspraken over te maken. Ik heb grote waardering dat het Rijnmond-gebied dat heeft opgepakt, en heb er alle vertrouwen in dat men aan de slag gaat om de windmolens daadwerkelijk te realiseren.’ Ze noemt het besluit van Provinciale Staten ‘een mijlpaal voor de realisatie van windenergie in Zuid-Holland.’ 

Leidraad

De Gemeente Rotterdam heeft de afgelopen jaren laten zien hoe je zo’n lastige opgave in stedelijk gebied succesvol kunt aanpakken. Op basis van zorgvuldige politiek-bestuurlijke afweging vielen in 2016 acht van de tien potentiële windlocaties af. De Leidraad Windenergie 2016-2020 biedt spelregels voor het maatschappelijke en financiële participatietraject. Voor elke windopgave geldt iedere keer opnieuw een portie maatwerk. Pex Langenberg, wethouder Mobiliteit, Duurzaamheid en Cultuur, verwoordt dit in de leidraad als volgt: ‘Wij vinden dat windturbines die van invloed zijn op hun omgeving iets terug moeten geven.’ Het is hierbij vooral de kunst om dit voor elk windproject specifiek in te vullen al naar gelang de lokale (on)mogelijkheden. Dit kan dus financieel zijn. Of juist meer gericht op sociale cohesie. Een en ander afhankelijk van de lokale behoeften.

Kaart Locaties windenergie Rijnmond, voorgesteld door Gedeputeerde Staten, oktober 2017. Beeld Provincie Zuid-Holland

Voorbeelden van instrumenten die in Rotterdamse windprojecten gehanteerd worden, zijn de vorming van een gebiedsfonds, inzet van windcoöperaties, gebied gebonden bijdragen en co-financiering door inbreng van aandelen en obligaties in windprojecten. ‘Dit zijn stuk voor stuk beproefde methodieken, per uniek Rotterdams windproject zorgvuldig geselecteerd in samenspraak met bewoners, exploitant(en) en andere stakeholders’, legt Michel Simons uit. Hij is programmamanager Windenergie in Rotterdam en als zelfstandig ondernemer van Sturing Projecten ingeschakeld door het Project Management Bureau (PMB) van de gemeente. Simons vertelt dat voor het in 2018 te bouwen windpark langs de Nieuwe Waterweg een gebiedsgebonden bijdrage is afgesproken die de ontwikkelaar afdraagt. Het bedrag van € 700.000,-- wordt in deze casus benut voor de ontwikkeling van het gebied de Oranjebonnen. Daarnaast hebben inmiddels circa honderd belangstellenden obligaties aangeschaft teneinde mee te kunnen profiteren van het rendement van de op te wekken windenergie.

Schade en schande

Rotterdam heeft geleerd van eerdere negatieve ervaringen met het uiterst gevoelige dossier windenergie. Zo loopt er nog steeds een procedure voor het windpark Hartelbrug II. De omgevingsvergunning van dit sinds 2014 in bedrijf zijnde windpark, bestaande uit acht windturbines gelegen aan het Hartelkanaal, is door de rechtbank en nadien de Raad van State vernietigd vanwege het niet goed publiceren van de bekendmaking in de lokale weekkranten in de dorpen aan de overzijde van het Hartelkanaal. Deze omissie heeft ertoe geleid dat bewoners van de dorpen Geervliet en Heenvliet nog een keer de kans krijgen in een beroepsprocedure de inmiddels opnieuw verleende vergunning aan te vechten. Dit doen ze vanwege de hinder die wordt ervaren van het windpark. Het maatschappelijk bewustzijn is met deze windcasus flink aangewakkerd en dit heeft geleid tot een gebiedsfonds (in oprichting).

Lokale overheden zullen veel meer dan vroeger zelf de belangen van de burgers centraal moeten stellen bij het regisseren van hun windopgave. Proactief op zoek naar de kansen voortvloeiend uit de gesprekken met bewoners, ondernemers en overige betrokkenen, is de stellige overtuiging van Simons. Hij noemt het hoopvol dat windturbines steeds stiller worden, minder flikkering en schittering veroorzaken door nieuwe coatings en steeds meer rendement opleveren. Dit laatste is van belang voor degenen die naast de ervaring van de lasten ook lusten wensen te ontvangen door de toepassing van financiële participatie-vormen. In Rotterdam zal voor één of meerdere toekomstige windprojecten een coöperatie worden ingezet. De belangstelling hiervoor is al bij de gemeente kenbaar gemaakt en dit instrument is succesvol en efficiënt gebleken bij vele windprojecten.