'De Wilde Stad. Ongeziene natuur' is de nieuwe film van EMS Films, het productiebedrijf van regisseur Mark Verkerk en producent Ignas van Schaick. Het bedrijf maakte eerder films als De Nieuwe Wildernis, Holland, natuur in de delta en De Wilde Boerderij. In De Wilde Stad bekijkt de toeschouwer de natuur in de Amsterdamse binnenstad door de ogen van een eigengereide huiskat. Daarbij passeert een bont gezelschap de revue, zoals halsbandparkieten, ratten, bijen, meerkoetjes, sperwers, reigers, stadsduiven, gierzwaluwen, vossen en wandelende rode Amerikaanse rivierkreeften.
‘Turbulente stad’
De film laat de dieren zien tegen de achtergrond van het oude en nieuwe Amsterdam. Een turbulent gekkenhuis dat met al zijn verkeersdrukte geen moment stilstaat, net als de vele dieren die dagelijks voor hun kostje moeten zorgen. Abatutu, een getrainde filmkat, geeft commentaar op al die druktemakers, via de voice-over van acteur Martijn Fischer. Volkskrant-columniste Sylvia Witteman schreef de teksten. ‘De kat introduceert zichzelf als de grootste moordmachine van de stad, maar vindt het wel zielig als een meeuw een meerkoetkuikentje opeet. Een gewone kat heeft daar natuurlijk helemaal geen moeite mee’, reageert Geert Timmermans, stadsecoloog in Amsterdam, droogjes.
‘Dieren zijn zelf ook voedsel voor anderen’
Timmermans was, samen met zijn collega’s Anneke Blokker en Remco Daalder, als adviseur betrokken bij de film. Hij werkt sinds 2000 bij de afdeling Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente, waaraan acht stadsecologen zijn verbonden. Samen met voorganger Martin Melchers is Timmermans auteur van boeken als Haring in het IJ (1991) en Paardenbijters en mensentreiters (1998). Hij is gecharmeerd van de keuze voor een kat als verteller, als huisdier dat de verbindende rol speelt in de verhalen over de wilde dieren. ‘De film moet kostendekkend draaien en daarom hebben de makers voor een groot publiek gekozen. De keuze voor een huiskat die het verhaal vertelt, vind ik een goede vondst. In Amsterdam komen zo’n tienduizend soorten aan flora en fauna voor en dan is de selectie in de film natuurlijk maar een greep. Er zijn nogal wat dieren die de film niet hebben gehaald, zoals ringslangen, allerlei vissen, de oeverzwaluw en de ijsvogel.’
‘Urban legends’
‘Je ziet een duif die meereist met de metro, die als een urban legend in beeld wordt gebracht. Ook zie je de rode kreeften die voor het Amstelhotel langswandelen. Die kreeften zijn verzameld en in scène gezet, maar ze trekken ook in het echt door de stad. Wat aardig is dat de film ‘voedselgestuurde biotopen’ laat zien. Dat wil zeggen: dieren profiteren van afval, maar zijn zelf ook voedsel voor andere soorten. Zoals de meerkoetjongen die gegrepen worden door meeuwen, onoplettende duiven die te grazen worden genomen door een slechtvalk. Dat vind ik heel mooi in beeld gebracht. En neem de specht, die een lantaarnpaal als klankkast gebruikt om beter voor de dag te komen. Daar hebben ze dagen op zitten loeren, voordat ze dat shot hadden. Tegelijk hadden ze over de specht nog veel meer kunnen vertellen.’
Filmproducent Ignas van Schaick benadrukt dat de verhalen echt uit de stad komen. 'De urban legends ontstonden door de verhalen die we hebben gehoord. De rivierkreeften bij het Amstelhotel stonden al op de Facebookpagina van het Amstel. Zij vinden ook regelmatig kreeften in de filters op hun terras. De duif in de metro komt in de film dankzij tips van de metrobestuurders, die dat op hun camera zien voordat ze de deuren sluiten. De specht op de lantarenpaal was weer een tip van de bewoner van de Mercatorstraat, enzovoorts.'
'We hebben keuzes gemaakt'
In de eerdere documentaire De Nieuwe Wildernis (2014) legden de filmmakers nadruk op het ecosysteem van de Oostvaardersplassen. Die film volgt de levens van een aantal dieren door de seizoenen heen. Timmermans: ‘Je ziet in De Wilde Stad wel dat in het voorjaar allerlei soorten worden geboren. De film stipt de seizoenen wel aan, met de iepensneeuw in de lente en de fonteinen in de zomer. De gierzwaluwen komen op zeker moment terug uit Afrika, na een tocht van 8000 kilometer. Dat ze eind juli alweer vertrekken, komt niet in de film voor.’ Ignas Van Schaick legt uit waarom de film niet de traditionele lijn voor natuurfilms van de vier seizoenen volgt. 'Dat is een bewuste keuze. We hebben ervoor gekozen om dat niet in complete cycli van geboorte tot sterven weer te geven. Vanuit de 400 uur beeldmateriaal die we hebben gedraaid, moesten we binnen de lijn van de film keuzes maken.'
‘Hangbruggen voor eekhoorns’
De rol die de groenstructuur van Amsterdam speelt bij de soortenrijkdom wordt in De Wilde Stad niet expliciet belicht. Wel toont de film hoe eekhoorntjes de weg oversteken via hangbruggen tussen de bomen en hoe vossen via de ‘groene longen’ de stad kunnen doorkruisen. ‘De filmmakers vertellen dat Amsterdam een grote soortenrijkdom kent met tienduizend verschillende dieren- en plantensoorten, maar verklaart die rijkdom niet precies. Dat komt door factoren als de ruimtelijke opbouw van de stad, de morfologie en de positie tussen het Noordzeekanaal en het IJsselmeer.’
‘Vijftien nieuwe wildebijensoorten’
Diverse trends in de ecologische ontwikkeling van de stad komen zijdelings in de film voor, zoals het grote aantal exoten als halsbandparkieten en rode rivierkreeften en de toename van het aantal bijen. ‘Veel insecten doen het goed, zoals de wilde bijen’, aldus Timmermans. ‘Uit onderzoek van bijendeskundige Arie Koster, dat we in 2000 en in 2015 hebben laten doen, zie je dat er vijftien wildebijensoorten bij zijn gekomen. En van de soorten die we al hadden, krijgen we er steeds meer. Dat laat zien dat het beleid van de gemeente zijn vruchten afwerpt: we gebruiken geen chemicaliën meer, ontwikkelen en beheren het groen op een ecologische manier. En als het met insecten beter gaat, gaat het ook beter met de soorten waar de insecten mee samenleven.’
Dit is een deel van het interview over 'De Wilde Stad' dat deze maand in vakblad Groen verschijnt. Gratis een digitaal exemplaar ontvangen? Vraag hier uw code op.