Juist deze bijen zijn heel belangrijk voor de bestuiving van land- en tuinbouwgewassen en dus voor onze voedselvoorziening. Tijd voor actie. We spreken met Heidi Kamerling, projectleider Nederland Zoemt en docent MBO groen, aan het Wellantcollege in Houten over de rol van het onderwijs in Nederland Zoemt.
Wat houdt Nederland Zoemt in?
‘Nederland Zoemt is een project van LandschappenNL, Naturalis, IVN en Natuur & Milieu en wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. Een van de doelen van dit project is om docenten groen, studenten, hoveniers, groenvoorzieners en beheerders bij gemeenten te informeren hoe zij in hun werk ervoor kunnen zorgen dat de leefomgeving van de wilde bij verbetert. Als kennispartner is de groene opleiding Wellantcollege betrokken bij Nederland Zoemt om kennis te delen en over te dragen aan de professionals in het groene vak. Studenten, de aankomende professionals, maken hier dan ook een belangrijk onderdeel vanuit.’
Voordat we meteen de diepte ingaan, wat is het verschil tussen een honingbij en een wilde bij?
‘Het grote verschil is dat de honingbij in groepen leeft en in de bijenkast van de imker, dat is dus bijenhouderij. Deze bijen hebben een groot drachtgebied nodig. Wilde bijen leven veelal solitair en stellen andere eisen aan hun leefomgeving omdat ze niet in een kast wonen. De vliegradius is vaak een stuk kleiner en zij worden in tegenstelling tot de honingbij niet bijgevoerd in de winter. Voldoende stuifmeel vanaf het prille voorjaar tot en met de herfst is van groot belang voor veel wilde bijen. Met het juiste beheer en de juiste aanplant van drachtplanten kan hét grote verschil worden gemaakt.’
Waarom is het van belang om de groenprofessional kennis te laten bijspijkeren over wilde bijen?
‘Uit ervaring weten we dat de groensector over het algemeen weinig kennis heeft over waardplanten en nestgelegenheden die van belang zijn voor de leefomgeving van wilde bijen. De acties die veelal worden gedaan, met de beste bedoelingen overigens, beperken zich vaak tot incidentele acties, zoals het ophangen van insectenhotels of het inzaaien van een bloemrijke berm met eenjarigen. We moeten structureel zorgen voor een beter voedselaanbod en nestplekken. In het project Nederland Zoemt zijn we dan ook de cursus ‘Train de trainer’ gestart. Hier leren docenten van Wellantcollege onder meer welke drachtplanten geschikt zijn en over ecologisch groenbeheer.’
Waarom kiezen jullie ervoor om docenten hiervoor te trainen?
‘Zij krijgen als eersten de training om daarna de juiste kennis te kunnen over te dragen en anderzijds om lesstof voor studenten op mbo-niveau te ontwikkelen. In deze lesbundel komen allerlei tips, tools en artikelen over wilde bijen te staan die docenten kunnen gebruiken voor hun onderwijs. Voor ons als onderwijsinstelling is dit vakgebied nieuw en om ervaring hiermee op te doen kiezen we er eerst voor om docenten op te leiden. De kennis en ervaring die we hiermee opdoen gebruiken we om volgend jaar, september 2018, onze studenten hierover op te leiden.’
Kunnen ook andere AOC-opleidingen van deze opgedane kennis gebruikmaken?
‘Uiteraard, maar om een goed onderwijspakket aan hen te kunnen aanbieden, kunnen alle mbo-opleidingen hier pas vanaf 2019 gebruik van maken. We hebben dan een jaar ervaring opgedaan en gaan er dan vanuit dat dan de kinderziekten eruit zijn. Zo worden vanaf nu ook de schooltuinen van Wellantcollege omgevormd ten gunste van wilde bijen, want ook deze moeten een positieve bijdrage leveren aan hun leefgebied.’
Betekent dit dan ook dat de schooltuinen worden gemonitord op de wilde bijen?
‘Ja, dat is zeker de bedoeling. Arie Koster, lector en expert op het gebied van wilde bijen, gaat dit jaar in zes schooltuinen van Wellantcollege met studenten de wilde bijen in de gaten houden. In 2019 wordt dit herhaald. Dit doen we aan de ene kant om te kijken hoe het met de populatie ervoor staat en aan de andere kant is het ook een waardevolle oefening voor onze studenten.’
Bieden jullie ook cursussen aan voor bedrijfsleven en gemeenten?
‘Voor het bedrijfsleven – en dan heb ik het over hoveniers en groenvoorzieners – en gemeenten bieden we de opleiding ‘Bijvriendelijke realisatie en beheer’ aan. Deze cursus is overigens in tweeën gesplitst. Zo geven we deze apart aan de hoveniers en apart aan de groenvoorzieners en beheerders van gemeenten. Dit is een bewuste keuze, omdat de groenvoorziener en gemeenten in het grootschalig groen werken en dus andere vraagstukken hebben dan de hovenier in de particuliere tuin. Wat de hovenier betreft, merken we overigens dat hij bereid is de tuin meer met planten aan te leggen in plaats van alleen te verstenen.
In het kader van Operatie Steenbreek en de Levende Tuin is dat een goede ontwikkeling. De vraag van hen is echter vaak welke beplanting juist geschikt is om de biodiversiteit te stimuleren. Daar helpen we hen mee. Daarnaast geven we hen praktische tips mee die zij met hun klanten kunnen delen over het belang van biodiversiteit en dus de wilde bij. Het plantenassortiment, of het nu gaat om inheems, uitheems of cultuurgewassen, maakt dus een belangrijk onderdeel uit van deze cursus. Cultuurgewassen, zeker in het stedelijk gebied, leveren een belangrijke bijdrage aan de soortenrijkdom. Daar maken we verder geen onderscheid in.’
Weet de groenprofessional dit al niet?
‘Het doel van dit scholingstraject is niet bedoeld om met de vinger te wijzen en te laten zien hoe het allemaal moet. Er is bij hen zeker al de nodige kennis in huis, maar ons doel is dat je met soms relatief eenvoudige beheermaatregelen veel kunt bereiken voor wilde bijen. Die kennis willen we overdragen. Een voorbeeld daarvan is het gefaseerd maaien, wat al een heel goede ontwikkeling is. Maar het is goed te weten dat, als je dit gaat doen, sommige wilde bijensoorten maar een vliegradius vanaf hun nestgelegenheid van zo’n 400 meter heeft. Als je daar geen rekening mee houdt, schiet je je doel alsnog voorbij. Een ander voorbeeld is dat vaste planten vele malen beter zijn om aan te planten dan eenjarigen. De eenjarigen werken vaak als een val voor de wilde bij. De bij nestelt zich namelijk bij deze plant om te overwinteren en in het voorjaar, wanneer deze is afgestorven, is er geen voedsel. Doordat zijn vliegradius te beperkt is, is de kans dat hij dit overleeft erg klein.’
Waar kan de lezer meer informatie vinden over het cursusaanbod?
‘Op de site van Wellantcollege, www.wellant.nl, is deze te vinden. Vul in het zoekscherm ‘Bijvriendelijke realisatie en beheer’ in en de juiste pagina verschijnt. De cursussen vinden in januari en oktober plaats en daarna in oktober en november. Voor meer informatie over het project Nederland Zoemt bekijk de site www.nederlandzoemt.nl.’