De Randstad wordt het Silicon Valley van Europa. Althans, als het aan Marcus Fernhout, directeur van de Nederlandse vestiging van het Cambridge Innovation Center (CIC), ligt wel. Het mega-startupcenter maakte afgelopen zomer bekend te willen uitbreiden naar andere werelddelen. Landingsplaats: Rotterdam.
Een entertainmentroom met pooltafel, televisie en computergames, een gemeenschappelijke keuken waar dagelijks wisselende maaltijden door minifoodtrucks worden uitgeserveerd, een naproom waar door gebruik van lichttherapie in 45 minuten het effect van een volledige nachtrust kan worden behaald en tal van meeting- en conferencerooms waar deals met investeerders kunnen worden gesloten. Dat is wat de écht ambitieuze startup nodig heeft om 90 uur per week te kunnen doorrocken, stelt de Rotterdamse CIC-baas Marcus Fernhout. En dus worden die faciliteiten gerealiseerd in de Nederlandse vestiging van ’s werelds grootste startupcenter waar onder andere Android het licht zag.
Het in 1999 opgerichte CIC maakte vorig jaar zomer bekend de oceaan te willen oversteken. In de Verenigde Staten rijzen de bedragen voor startups de pan uit, waardoor investeerders graag hun markt willen uitbreiden. Kortom, er moest een plek komen waar zij konden ‘landen’ in Europa: het Groothandelsgebouw in Rotterdam. In april start de verbouwing, in september gaan ze open. Vakblad BT ging langs bij de CIC Beta space, waar de eerste startups zich nu al vestigden, voor een gesprek met Fernhout.
Wat heeft Rotterdam te bieden wat andere steden in Europa niet hebben?
‘Er kwamen verschillende dingen samen in Rotterdam. Toen de knoop was doorgehakt dat het CIC de grens over wilde, zijn we een onderzoek gestart naar potentiële vestigingssteden en -landen. De keuze viel vrij snel op Nederland, omdat we hier goed Engels spreken, we adaptief reageren op technische innovaties en we eerder geneigd zijn over de grens te kijken dan een groot land als bijvoorbeeld Duitsland. De grens ligt hier immers veel dichterbij. Amerikanen zien de Randstad overigens ook als één grote stad, want qua oppervlakte is het vergelijkbaar met Silicon Valley. Ook speelde mee dat je binnen een halfuur op Schiphol moest kunnen staan.’
Maar dan hadden jullie dus net zo goed in Amsterdam kunnen zitten?
‘Nee, dat niet. Daar hadden we nooit zo’n locatie vlak bij het station kunnen bemachtigen. Grote bedrijven moeten zich in de buurt willen en kunnen vestigen, dus het moest een consensuslocatie zijn waaromheen nog voldoende ruimte beschikbaar is. Ook heb je in Rotterdam de top drie universiteiten dichtbij, en dus pakweg 60.000 van de 190.000 studenten uit de Randstad. Een essentieel punt, want laten we eerlijk zijn: een bedrijf groeit niet door uit te breiden in vierkante meters, een bedrijf groeit door goede mensen aan te nemen. En dus moet je midden in die stroom van superstudenten gaan zitten, zodat je de beste eruit kunt pikken. Om die reden zit het CIC in Cambridge tegenover het Massachusetts Institute of Technology en een paar blokken verwijderd van Harvard University.
Rotterdam wil heel graag en de gemeente heeft zich samen met een aantal grote private partijen hard gemaakt voor de komst van het CIC naar de stad. Er heerst in de stad een sterk ondernemersklimaat en vanuit de Rotterdamse haven komt de komende jaren nog een enorme innovatievraag waarop we kunnen inspelen. Redenen genoeg om te kiezen voor Rotterdam, dus.’
‘Een bedrijf groeit niet door te groeien in vierkante meters, maar door goede mensen aan te nemen’
U zegt dat bedrijven zich in de buurt van het CIC moeten kunnen vestigen. Is die fysieke nabijheid nog wel belangrijk in een tijd waarin we meer digitaal dan face-to-face communiceren?
‘Absoluut. Je directe omgeving, je cultuur en je sociale relaties bepalen hoe je wordt gevormd. Bedrijven willen onderdeel uitmaken van de cultuur van startups, talenten aantrekken en investeren in de succesvolle ideeën. Dan moet je zorgen dat je daarbij in de buurt zit, zodat je veel interactie hebt met die mensen en hun vertrouwen wint. De tijd dat we onze R&D-afdeling in een stoffig kantoortje in eigen huis hadden is echt voorbij. In Cambridge worden veel units in het gebouw gehuurd door grote bedrijven als Google, Facebook en Microsoft. Sterker nog, Amazon heeft er een eigen werklocatie met geblindeerde ramen en bewakers voor de deur. Waarom zouden ze in vredesnaam zoveel moeite doen als ze ook in hun eigen kantoor kunnen gaan werken? Juist, ze willen dicht bij de bron zitten.’
Het CIC Rotterdam bevindt zich pal naast het station van Rotterdam, op de vierde etage. Vanaf de begane grond is het dus niet direct zichtbaar. Daarom opent Bar 22, de plek voor een snelle, gezonde hap, en tevens de plek waar je kosteloos vergaderruimtes kunt reserveren in het CIC. Althans, de eerste 22 minuten. Want, zo legt Fernhout uit, ‘als je in 22 minuten je idee niet kunt overbrengen, dan gaat het überhaupt niet werken’. 22 minuten is daarom ook de meest effectieve lengte voor een vergadering, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.
Het ontwerp van de fysieke werkomgeving kan ook stimuleren tot meer interactie, kennisuitwisselingen en innovatie. Op welke manier houdt het CIC hier rekening mee?
‘Daar zijn heel psychologische theorieën en filosofieën op los gelaten. Laten we het zo zeggen: over iedere deur, iedere muurtje en iedere hoek is nagedacht. Een paar voorbeelden: Iedere gang in het gebouw krijgt via een raam lichtinval van buiten, dus de gangen lopen zigzag door het gebouw heen. Er komt een lounge met uitzicht over de skyline van Rotterdam, sommige hoeken van units worden in 45 graden afgebogen in plaats van in 90 graden, er zijn eenpersoonsruimtes voor momenten waarop veel concentratie nodig is en er komen tal van meeting- en conferencerooms. Allemaal zodat men het beste uit zichzelf kan halen en snel kan groeien.’
Met alleen de ‘hardware’ ben je er natuurlijk niet. Startups willen meer dan alleen een paar vierkante meters, anders zouden ze zich in ieder leegstaand pand kunnen vestigen.
‘De “software” is net zo belangrijk. Echte ondernemers zijn opportunisten die non-stop door willen stampen om internationaal door te breken. Dat zijn de talenten die zich niet willen bezighouden met een wifinetwerk dat even niet functioneert. En dus bieden we compromisloze service op een gave plek. Dat betekent een breed pakket aan faciliteiten, van eten tot powernaps en van events tot ontspanning. Het Venture Café, een zusteronderneming van het CIC, organiseert daarnaast wekelijks openbarsessies met inspirerende sprekers. Deze worden iedere keer door circa 100 tot 300 mensen bezocht. Tijdens deze events ontstaan weer nieuwe startups en worden zelfs investeringen gedaan.’
‘Compromisloze service, daar gaat het om’
Die investeringen zijn een belangrijk onderdeel van CIC. Jullie doelstelling is het bij elkaar brengen van idee, talent en geld. Hoe gaan jullie de investeerders verleiden?
‘Ik denk dat dat niet nodig is. De doelgroep die zich hier moet vestigen bestaat uit de steengoede startups die zich een slag in de rondte willen werken om de top te bereiken. Als dat lukt, komen die investeerders vanzelf wel. Ook liften we mee op datgene dat er al is aan startupecosystemen. Het Venture Café heeft verschillende programma’s lopen, zoals het World Port Accelerator-programma, een innovatieprogramma voor tien startups in samenwerking met onder andere 200 investeerders en de haven van Rotterdam. Daarnaast wordt er door de stichting venture capital geactiveerd onder mensen met deep pockets, short arms – oftewel zij die wel geld hebben, maar er niet bij kunnen. Er zijn veel kapitaalkrachtige Rotterdammers die niet weten hoe en waarin ze moeten investeren. Hierdoor blijft er kapitaal onbenut. En zo lopen er nog tig andere programma’s, bijvoorbeeld om de uitwisseling tussen de VS en Europa te stimuleren.’
Investeerders komen dus vanzelf op de startups af, maar hoe krijg je binnen vijf jaar 500 goede startups in huis?
‘Daar is het product volledig op afgestemd. En ons verzorgingsgebied is natuurlijk ook heel groot. Vanuit heel Europa, maar ook vanuit Azië is dit de plek om door te breken. Dit wordt het tweede Silicon Valley. Natuurlijk, iedere stad en iedere universiteit heeft tegenwoordig haar eigen incubator. De media staan vol met verhalen over startups. Het is een hype geworden; iedereen met een creatief idee met een schaalbaar businessmodel is ineens een startup. Maar een plek waar je internationaal kunt doorbreken hebben we niet in Nederland. Ik mis dat stukje opportunisme ook bij veel startende ondernemers in ons land. Die drive om er écht keihard voor te knokken. Selectie aan de poort, daar doen we niet aan, want ik ben er ook niet bang voor dat er “slechte” startups tussen zitten. Natuurlijke selectie zal zijn werk doen. Daarnaast is de prijs daar ook naar. We hanteren marktconforme prijzen voor de service die we bieden, dus huurders zullen hier niet gaan zitten om bij wijze van spreken “maar wat aan te modderen”.’
‘Hier ga je niet zitten om maar wat aan te modderen’
Later dit jaar gaan jullie open, hoeveel procent is al verhuurd?
‘Gezien de beperkte media-aandacht tot nu toe mogen we absoluut niet klagen. We hebben al een flinke wachtlijst van startups die zich willen vestigen. Maar ja, zij die nu een werkruimte zoeken hoef je in september als we open gaan echt niet meer te benaderen, want dan is die huurvraag helemaal niet meer actueel. Die markt gaat zo snel, dan zijn ze al lang voorzien. De verbouwing van het pand vindt daarom in drie fasen plaats. De wachtenden voor een werkplek kunnen we dan in april, als de verbouwing start, huisvesten in de oude kantoren en zodra deel één wordt opgeleverd, verhuizen zij naar het nieuwe deel. Vervolgens gaat het tweede deel op de schop.’
Wat is jullie eigen businessmodel? Hebben jullie zelf een aandeel in de startups, of is het verhuren van werkruimte de enige inkomstenbron?
‘Dat laatste. Onze inkomsten komen uit huuropbrengsten. Op dit moment lopen daarnaast ook gesprekken met vastgoedeigenaren in de directe omgeving van onze vestiging. Huuropbrengsten in de directe omgeving van eerdere vestigingen van het CIC in Amerika zijn verdrievoudigd. De verwachting is dat dit ook in Rotterdam gaat gebeuren, dus maken we op dit moment deals met eigenaren zodat we daar een deel van krijgen. Daarnaast worden we ook betaald vanuit de stad en het Innovation Quarter.’
In de zogenaamde naproom kunnen de echte workaholics in 45 minuten een volledige nachtrust krijgen. Hoe? Door middel van lichttherapie word je zo diep in slaap gebracht dat je batterij in korte tijd weer volledig wordt opgeladen. Kun je weer een dag doorrocken.