Martin en Arie Kroon plaatsen in de oktober-editie van Milieu kanttekeningen bij de overstap van aardgas op elektrische verwarming (lees hier het artikel). Dat is een uitdaging, daarover bestaat geen twijfel. Maar er is geen reden voor de somberheid die de gebroeders Kroon tentoonspreiden, stelt Evert Hassink van Milieudefensie.
Als een warmtenet op aardwarmte of duurzame restwarmte mogelijk is, zal de verbouwing meevallen. Ook warmte-koudeopslag en lage temperatuur warmtenetten op wijkschaal zijn interessante opties. De overstap naar all-electric heeft voor de woningeigenaar meer voeten in aarde, maar is zeker niet ‘contraproductief’ of onhaalbaar zoals de heren Kroon betogen.
In 2035 energieneutraal
Nederland is een van de rijkste landen ter wereld en dat geeft ons de verantwoordelijkheid om voluit mee te doen met het klimaatakkoord van Parijs. Dat betekent dat Nederland in 2035 energieneutraal moet zijn (‘Gas is geen optie’) en dat in 2030 minimaal 80 procent van de ongeveer 7 miljoen Nederlandse huizen van het gas af moet zijn (Groningen gasvrij in 2030).
Dat betekent dus niet dat in 2030 alle gasnetwerken uit ons land zijn verdwenen. Voor een deel van de woningen is de komende jaren nog geen goede of betaalbare oplossing in zicht. Denk aan oude stadskernen of monumentale boerderijen. Daar kan de hybride warmtepomp tijdelijk uitkomst bieden, die gebruikt gas als het echt koud is. Het kan goed zijn dat we die moeilijke wijken uiteindelijk kunnen voorzien van hybride verwarmingsinstallaties die draaien op waterstofgas, dat wordt aangeleverd via het voormalige gasnetwerk. Want de techniek ontwikkelt zich snel en de mogelijkheden breiden zich uit.
Rijtjeshuizen
Gelukkig zijn er nu al haalbare oplossingen in beeld voor miljoenen woningen. We kunnen een enorme slag maken door alleen al de ruim 4 miljoen rijtjeshuizen uit de jaren vijftig, zestig en zeventig op industriële schaal te verduurzamen. Meer dan de helft van de Nederlandse woningvoorraad bestaat uit dit soort rijtjeshuizen én flats. Bouwbedrijven kunnen die woningen nu al inscannen met een drone en voorzetgevels op maat produceren in de fabriek, inclusief warmtepomp en een ventilatiesysteem met warmteterugwinning.
Die woningen worden vervolgens in één dag ingepakt. Voordeel van deze industrialisatie is dat veel werk kan worden geautomatiseerd en er op de bouwplaats overzichtelijke taken overblijven. Zo wordt het tekort aan vakmensen iets minder nijpend. Voor de hoogbouw zijn vergelijkbare oplossingen beschikbaar.
Warmtenetten
De woningen in de bloemkoolwijken van de jaren zeventig en tachtig zijn minder eenvormig en al redelijk goed geïsoleerd. Dat maakt de businesscase lastiger. Er valt minder energie te besparen met extra isolatie, waardoor de terugverdientijd van een renovatie lang zal zijn. Driedubbel glas en een goed geïsoleerd dak met geïntegreerde zonnepanelen zullen voor veel van deze woningen wel zinvol zijn. Maar hier is nog volop ruimte voor innovatie. Een warmtenet is hier een interessante optie. Een warmtenet kan ook een uitkomst zijn voor dicht bebouwde wijken van rond de eeuwwisseling of in historische binnensteden, waar grootschaligheid vaak geen kans heeft. Maar het is niet overal mogelijk.
Volgens het ministerie van Economische Zaken en Klimaat kan een derde van de woningen worden aangesloten op een warmtenet. Er blijven dus wijken en woningen over waar ambachtelijk maatwerk nodig zal zijn. Gelukkig heeft Urgenda met Thuisbaas al bewezen dat bijna ieder huis energieneutraal valt te maken. Arie en Martin Kroon laten zelf ook zien wat er allemaal mogelijk is als je werk maakt van energiebesparing. Het is voor deze groep woningen niet gemakkelijk om van het gas af te gaan, maar zeker niet onmogelijk.
Warmtepompen
Ja, warmtepompen hebben veel stroom nodig. Doorpakken met het uitbreiden van wind op zee is cruciaal. De grote uitdaging is vervolgens hoe we wind- en zonne-energie opslaan voor de dagen dat het niet waait, maar wel vriest. Omzetten van duurzame energie in een gas dat tijdelijk of maanden kan worden opgeslagen lijkt een grote kanshebber. Gasunie en Tennet willen midden in de Noordzee een windenergiehub bouwen, een eiland waarop ook waterstoffabrieken kunnen komen die windstroom omzetten in waterstofgas. Later kan waterstof weer worden omgezet in elektrische energie. Dat kan centraal, zoals Nuon wil doen in de Magnum-centrale in de Eemshaven of decentraal.
Voordeel van decentraal is dat elektriciteit wordt opgewekt bij de woonwijken waar die nodig is en dat de warmte die in de brandstofcellen ontstaat, kan worden gebruikt voor stadsverwarming. Ten slotte: het is niet nodig om een energiesysteem te bouwen dat altijd alle vraag aan kan. Boilers kunnen best even uit als elektriciteit schaars is. Een goed geïsoleerd huis wordt niet opeens koud als de warmtepomp een paar uur uitstaat. Slimme netten kunnen een belangrijke rol spelen.
Uitfaseren móét
De energietransitie kan, nee móét samen gaan met het uitfaseren van gas in de gebouwde omgeving. De alternatieven zijn er. Het is hoog tijd dat we ze gaan gebruiken. Dat betekent niet dat we zonder nadenken overal het gasnetwerk moeten verwijderen, maar gasvrij wonen is geen voorbijgaande hype. Niet als we klimaatverandering serieus nemen. Voor de meeste Nederlanders is de maatschappij zoals we die in dit artikel schetsen over tien of twintig jaar de realiteit. Zo niet, dan hebben we als rijk land gefaald in het zeker stellen van onze toekomst.
Evert Hassink
Energiedeskundige Milieudefensie
Onze kritiek op aardgasvrij stuitte op veel groene zere benen, vooral bij de milieubeweging en politici. Instemmende reacties kwamen vooral uit de praktijk en van technische experts (vgl. Ecofys in NRC-Opinie 26/10/2017). Onze invalshoek is de technisch-organisatorische haalbaarheid. Dat we ons op langere termijn fossielvrij moeten verwarmen staat vast, maar het is wensdenken te stellen dat dat op korte termijn technisch haalbaar is zonder de praktische en klimaateffecten integraal te berekenen (conform onze ‘Energetische uitgangspunten’). We willen de vele initiatieven richting aardgasvrij die Evert Hassink noemt niet ontmoedigen, we willen wel een veelvoud aan ‘Vathorsten’ (technisch slecht uitgevoerde energiebesparing) voorkomen door de uitvoeringsaspecten te toetsen aan onze lessen uit 40 jaar adviespraktijk (tinyurl. com/y8sbc3oh). 25 jaar ervaring met nulenergie bouwen en wonen dwingt tot kritisch analyseren van aardgasvrij als ‘ideologische imperatief’ (‘het kan want het moet!’). Door gebrek aan bouwkundige en installatietechnische kennis (en blind vertrouwen in warmtepomptechnieken met HFK-koelmiddelen) verwordt aardgasvrij tot dogma en ‘Prinzipienreiterei’. Optimistische vergezichten over onbewezen toekomstige (commerciële) technieken nemen wij bewust niet mee. Dat zou ook Milieudefensie niet moeten willen, gezien de lessen uit kernenergie en sjoemeldiesels. Ombouwen naar aardgasvrij/nulenergie is geen zaak voor doe-het-zelvers, Poolse klusjesmannen of onervaren lokale aannemers. Warmtenetten en een fabrieksmatige aanpak van (vormgelijke) corporatiewoningen moet kunnen, maar recente proefprojecten bewijzen hoe duur en moeizaam ombouwen in de praktijk gaat. De genoemde Urgenda-huizen zijn wel omgebouwd, maar niet aantoonbaar energieneutraal zolang geen toetsbare meetgegevens gepubliceerd worden - zoals wij op onze website wel doen (energienulhuis-kroon.nl). ‘Aardgasvrij!’ gebruiken als politiek drukmiddel resp. lokmiddel om burgers mee te krijgen met de energietransitie zonder technisch-milieukundige onderbouwing vergroot het draagvlak daarvoor niet en helpt ook Groningen niet.