Het vestigingsklimaat kwam de laatste drie maanden van het jaar vaker in het nieuws, dan de break-up van Enzo Knol en Dee. Wouter Bos sleepte, iets grijzer dan voorheen, het Europees Medicijnagentschap naar Nederland en Rutte III schafte de dividendbelasting af om het voor multinationals iets aantrekkelijker te maken om te ondernemen in Nederland. Als domeinmanager van een vakblad over vestigingsklimaat is dat een geschenk. Vestigingsklimaat doet er toe.
Des te jammer is het dat de media de vierde Monitor Vestigingsklimaat van het NFIA, die Wiebes op 20 december aan de Tweede Kamer aanbood, links lieten liggen. Het paste misschien ook wel niet in de mediatrend. Uit de monitor blijkt namelijk dat belastingdruk en arbeid onze voornaamste zwaktes zijn. Dus, dat ons fiscale stelsel niet aantrekkelijk is voor buitenlandse bedrijven, en we misschien wel goed kunnen lullen, maar niet genoeg ingenieurs en ander beta-talent in huis hebben. Laten dat nou nét de twee locatiefactoren zijn die buitenlandse bedrijven het meest waarderen als ze hun vestigingslocatie beoordelen, concludeerde dezelfde NFIA in een enquête uit 2016.
In dat licht is de afschaffing van de dividendbelasting nog niet zo’n gek idee. Ierland, Duitsland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk hebben aantrekkelijkere fiscale klimaten. En op het gebied van arbeid scoren ook Luxemburg en België nog beter. Het wordt hoog tijd dat de buitenlandse bedrijven eens wat voordeeltjes krijgen om ons vestigingsklimaat aantrekkelijk te houden. Zoals Rutte al zei: ‘Je ziet aan België wat er gebeurt als je niet op tijd de bakens verzet. In België zijn op één na geen grote internationale bedrijven meer.’ Arme Belgen.
Is Rutte dan toch de visionair die het beste met ons land voor heeft? Buitenlandse bedrijven zijn namelijk ontzettend belangrijk voor de Nederlandse werkgelegenheid. Ruim één procent van de bedrijven in Nederland is een buitenlandse vestiging. Deze bedrijven zorgen voor maar liefst zestien procent van alle banen in Nederland (ruim 900.000 arbeidsplaatsen) en voor ruim een kwart van de totale toegevoegde waarde van het bedrijfsleven. 36 procent van de omzet en bijna een kwart van de investeringen komen van bedrijven in buitenlandse eigendom. Omzet en werkgelegenheid van deze bedrijven groeien beduidend harder dan van bedrijven in Nederlandse handen (CBS, 2016).
De achteruitgang van de aantrekkelijkheid van het Nederlandse vestigingsklimaat betekent niet dat we direct moeten vrezen voor een massale uitloop. Bedrijven (en ook de Europese Unie) kiezen niet altijd rationeel de beste locatie voor hun organisatie, maar zodra de vierde Monitor Vestingsklimaat ook in het Engels wordt vertaald, moeten we toch gaan oppassen. We kunnen niet blijven leunen op de lobby-skills van Wouter Bos.
Gelukkig heeft Wiebes alvast een duidelijk plan om ons terug te krijgen in de top, dat begint zoals elk goed plan met bezinning. Wiebes: ‘Ik wil me de komende maanden bezinnen op de wijze waarop we ons vestigingsklimaat verder kunnen ontwikkelen met als doel de Nederlandse economie te versterken en de werkgelegenheid te stimuleren. Hier zal ik uw Kamer nader over informeren.’
Jeroen Bruinenberg
Domeinmanager BT