Dat is een van de belangrijkse conclusies uit een dubbelinterview met Paul Schuurmans, directeur Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek en bestuursadviseur Sarah Ros van de G32* in vakblad ROm.

Integraal werken

In het interview met vakblad ROm wil omgevingsdienst-directeur Paul Schuurmans het beeld corrigeren dat omgevingsdiensten enkel gericht zijn op het afgeven van omgevingsvergunningen en handhaven van milieubepalingen. ‘Omgevingsdiensten werken integraal en zijn gewend om dingen naast elkaar te leggen en in onderlinge samenhang te bekijken’, benadrukt Schuurmans.

G32-adviseur Sarah Ros is het daar niet mee eens. ‘Misschien geldt dat voor jouw organisatie, maar veel omgevingsdiensten zitten nog vooral op de toetsende en handhavende rol. Die toetsingsrol zit in het DNA van veel organisaties. Willen omgevingsdiensten toegevoegde waarde houden, dan zullen zij breder moeten gaan kijken en handelen naar de filosofie van de Omgevingswet: van reactief toetsen naar proactief samenwerken.’
Bovendien: ‘Wat integraal was, is niets in vergelijking met wat integraal wordt. Ook omgevingsdiensten moeten zichzelf opnieuw uitvinden, vooral als het gaat om proactief samenwerken op een breder terrein.’

Participatieplicht

Schuurmans gelooft niet dat het grotendeels vervallen van de vergunningplicht (zie kader onder) werk weghaalt bij de omgevingsdiensten. ‘Misschien komen er minder vergunningaanvragen, maar daar komt ander werk voor terug. De Omgevingswet is namelijk een decentrale wet en dat is ook doorgaans het bestuursniveau voor het vaststellen van omgevingswaarden. Daarvoor is een integrale afweging nodig. Uitgerekend omgevingsdiensten kunnen data leveren die daarvoor nodig zijn.’

De rol van omgevingsdiensten is in dat opzicht zeker nog niet uitgespeeld, beaamt Sarah Ros in ROm. Sterker, met de Omgevingswet zullen overheden nog eerder informatie beschikbaar moeten stellen dan nu vanwege de zogeheten participatieplicht. ‘Waar inspraak nu pas verplicht is als een beleidsvoornemen in het college is geweest, moeten externe stakeholders en andere belanghebbenden straks al in een vroegere planfase worden meegenomen, juist vóór een beleidsvoornemen bestuurlijk wordt bekrachtigd.’

Transparantie

Dit is nog géén garantie dat alle informatie ook helder en volledig bij de participanten terechtkomt, vervolgt Ros. ‘Het gebeurt vaak dat uitkomsten van onderzoek strategisch worden ingezet of cruciale informatie wel wordt gedeeld maar verdwijnt in onleesbare tabellen.’

In het interview in ROm illustreert Schuurmans dit met een voorbeeld. ‘Neem de discussie over de windmolens die de Gemeente Zeewolde wil plaatsen langs de A27. Als je die molens op papier zet, zijn het stipjes in het platte vlak. Maar die molens zijn in werkelijkheid 220 meter hoog en genereren een flinke slagschaduw. Als omgevingsdienst hebben wij de beschikking over de meest geavanceerde visualisatietechnieken waardoor de impact op de omgeving daadwerkelijk duidelijk wordt. En wat gebeurt er met het uitzicht van bewoners van de terrasappartementen in het Gooise Meren? Wij kunnen straks visualiseren wat die windmolens betekenen.’

De vraag is of omgevingsdiensten dat ook gaan doen. Schuurmans: ‘Ik ben mij bewust van de impact die informatie kan hebben op de besluitvorming en daarom wil ik daar zorgvuldig mee omgaan. Het gaat er ook niet om dat ik besluitvorming beïnvloedt. We hebben de opdracht gekregen om handhaving en toetsing op grond van de Wabo** op ons te nemen, omdat met name kleinere gemeenten daar onvoldoende toe in staat zijn gebleken. Effectenstudies komen daar wat mij betreft bij. Maar, blijft staan: participatie is een verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Hoe ze dit willen invullen en in welk stadium, dat is niet onze keuze. Wel leveren we als kennisorganisatie graag onze bijdrage.’

Uitvoeringsorganisatie

Zo kunnen omgevingsdiensten juist heel waardevol zijn bij het opstellen van een integrale omgevingsvisie, denken zowel Paul Schuurmans als Sarah Ros. Alhoewel de laatste zich afvraagt of een uitvoeringsinstantie geschikt is voor het opstellen van een omgevingsvisie. ‘Het maken van zo’n visie op hoger schaalniveau is toch andere koek, zeker als je uitgaat van co-creatie met de stad. Maar wellicht kan een netwerkgerichte omgevingsdienst een verbindende rol vervullen via het aanbieden van hun netwerk, data en informatie.’

‘Ik denk dat we dit vanuit onze informatiepositie als geen ander zouden kunnen’, bevestigt Schuurmans. ‘De omgevingsdienst heeft als enige een integraal takenpakket. Wij zijn van de inhoud, wij zijn van het vak. Bodem, emissie, veiligheid: bij de omgevingsdiensten komt het bij elkaar. Wij zijn al gewend om integraal te werken. Bovendien kunnen wij bestuurders direct bijstaan met technische kennis en dat doen we ook in de praktijk.’ ‘Wat integraal was, is niets in vergelijking met wat integraal wordt’, memoreert Sarah Ros. ‘Ook omgevingsdiensten moeten zich opnieuw uitvinden, vooral als het gaat om proactief samenwerken op een breder terrein.’

Omgevingsdiensten
In 2008 adviseerde de Commissie Mans 25 verplichte omgevingsdiensten in te stellen, waar alle gemeenten en provincies en liefst ook de waterschappen verplicht aan deel zouden nemen. Aanleiding waren de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam. Daarbij bleek dat het toezicht op en de handhaving van omgevingsregels gebreken en onvoldoende samenhang vertoonden.
In de praktijk komt het er op neer dat deelnemers de omgevingsdiensten inschakelen voor onder meer de uitvoering van vergunningtrajecten. Maar onder de komende Omgevingswet komt juist de vergunningplicht grotendeels te vervallen.
* Vereniging van inmiddels 40 middelgrote steden in Nederland
** De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Die regelt sinds 2010 de integrale omgevingsvergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu.