Tegelijkertijd met de groei vond er – net als in voorgaande jaren – een binnenlandse herverdeling van bevolking plaats. Sommige regio's zagen hun jongeren vertrekken, andere zagen jongeren toestromen.

2017: De bevolking klontert samen

Steeds meer mensen klonteren samen in grotere steden en omliggende gebieden. Dat heeft vergaande gevolgen. Zo zagen veel gemeenten in het ‘Randland’ hun toekomstige academici vertrekken afgelopen jaren. Neemt de diplomakloof tussen regio en Randstad alsmaar toe? En wat zijn de gevolgen?

De meeste krimpers lagen aan de randen van het land. Samen verloren 91 krimpgemeenten in 2017 zo’n 8.000 inwoners. Voor een deel omdat ‘de man met de Zeis’ er vaker wordt gezien dan de ooievaar, maar ook doordat jongeren vertrekken naar andere delen van het land. Universiteiten, banen, carrière en reuring lonken.

In de stedelijke gebieden voegt de binnenlandse stroom jongeren zich bij toestroom uit het buitenland. En omdat jonge mensen kinderen krijgen zijn de steden de belangrijkste groeiers geworden. Amsterdam alleen al was goed voor bijna 12.000 extra inwoners. De krapte op de stedelijke woningmarkt draagt er inmiddels aan bij dat de steden ‘overlopen’ en hele stadsregio’s in de plus zitten.

297 gemeenten groeien met 110.000 inwoners

De totale aanwas in de 297 groeigemeenten van 2017 is dan ook hoger dan je op basis van de nationale aanwas van 100.000 verwacht. De 91 krimpgemeenten hebben immers een min van 8.000 inwoners, dus staan de overige 297 gemeenten circa 110.000 inwoners in de plus. De vraag naar woningen, voorzieningen of scholen is in die 297 gemeenten groter dan je op grond van de nationale vraag zou verwachten. En wat misschien niet direct opvalt: ook de academische diploma’s, het kenniskapitaal (het IQ) van Nederland, concentreert in een deel van het land

Onderzoek naar de regionale herkomst en actuele woonplaats van dertigers met een academisch diploma toont namelijk dat jongeren die als 16-jarige nog relatief gelijkmatig verdeeld in het land woonden, als eind dertiger overmatig in de Noordvleugel van de Randstad wonen. Terwijl gemiddeld in Nederland circa 1 op 7 eind dertigers een academische titel heeft, geldt dat in bijvoorbeeld Groot-Amsterdam of in de agglomeratie Haarlem voor meer dan een kwart. Dat staat in sterk contrast met bijvoorbeeld de Kop van Noord-Holland, de Achterhoek of Zeeland waar dat geldt voor 1 op de 14 eind dertigers.

Powerkoppels

Dat werkt onder andere door in wat de inwoners in bepaalde gebieden gemiddeld kunnen verdienen. Niet alleen hebben academici individueel al meer kans op een hoger inkomen, in de Randstad hebben ze ook nog eens vaker een partner met dezelfde kansen.

Uit CBS cijfers blijkt dat jonge hoogopgeleide koppels behoorlijk oververtegenwoordigd zijn in de zeer stedelijke gebieden. In zeer stedelijke gemeenten is 45 procent van de 25- tot 45-jarige stellen een koppel van partners met minimaal een hbo diploma. In de minst stedelijke gemeenten geldt dat voor 19 procent. Wel is het zo dat ook daar het percentage voortdurend stijgt, maar het aandeel hoogopgeleide jonge koppels haalt het toch echt niet bij bijvoorbeeld Utrecht, waar het om 63 procent gaat.

Het succes van de stad en ‘de kloof’

De twee groeisnelheden van 2017 met groeiende steden en krimpende dorpen doen vermoeden dat de regionale ongelijkheid niet vermindert, integendeel. Het draagt indirect bij aan een uitsortering naar diploma’s en kansen die dat biedt in een kennissamenleving. Via urbanisatie wordt het zwaartepunt van kansrijke mensen verlegd. Misschien zou je zelfs kunnen stellen dat er een concentratie van het nationale IQ gaande is. De kwantitatieve herverdeling van bevolking zoals die voor 2017 zichtbaar is geworden laat slechts de buitenkant zien, daaronder zit veel meer.

In zijn nieuwe boek ‘The New Urban Crisis’ (2017) betoogt Richard Florida dat steden zo succesvol aan het worden zijn, dat het uiteindelijk leidt tot groeiende ongelijkheid en afbreuk aan de nationale consensus. Of het nieuwe beleid van de Regiodeals hier iets aan kan doen? We wachten af.