Het is alleen jammer dat er in de stukken geen oplossingen worden geboden en daar zelfs geen aanzet toe wordt gedaan. En dus ging het in de reacties op social media al snel over de vraag of we de smart city wel moeten willen. Het antwoord daarop is ‘ja’. Als steeds meer mensen naar de steden trekken (per week zijn dat wereldwijd 1,4 miljoen mensen), moet de overheid maatregelen nemen die ervoor zorgen dat mensen gezond en veilig in die steden kunnen (blijven) leven. Technologie is daarbij onmisbaar. Je kunt bijvoorbeeld in de Utrechtse Merwedekanaalzone geen 10.000 nieuwe woningen bouwen zonder slimme mobiliteitsconcepten toe te passen, of zonder na te denken over decentrale energievoorziening of de gevolgen voor afvalverwerking. Zonder de innovaties van de 21e eeuw bouwen we de steden van de vorige eeuw: Vinex in de wei.
Leefbare stad = smart city
De leefbare stad van de 21e eeuw is een smart city. We kunnen niet anders. Maar we kunnen wel kiezen hoe we met de smart city omgaan. Dat lukt alleen als we met elkaar nadenken over de gevaren én daar antwoorden op formuleren. De toekomst vraagt van ons meer dan alleen maar wijzen op de gevaren, met het risico dat terwijl we met de wijsvinger omhoog staan ondertussen de smart city zijn beslag krijgt door pilots en proeftrajecten. We moeten erkennen dat we de smart city nodig hebben, en dat we daar concrete en handhaafbare spelregels voor nodig hebben.
Het is tijd om die spelregels met elkaar af te spreken. Niet alleen op het gebied van privacy en dataverzameling, maar ook op andere ethische vlakken. Hoe zit het bijvoorbeeld met ons zelfbeschikkingsrecht? Vinden we het acceptabel dat we gestuurd worden als we een stad bezoeken? Willen we ook in een filterbubbel leven als we naar de stad gaan? Willen we wel altijd onderdeel zijn van een netwerk? Mogen we ervoor kiezen anoniem door een stad te lopen, mogen we onze eigen digitale identiteit bepalen net zoals we dat doen met onze fysieke identiteit?
Overheid moet ons beschermen
In Nederland hebben we met elkaar afgesproken dat de overheid ons beschermt. Het is een van de primaire taken van die overheid. Dat moet ook hier gebeuren. Wij willen ons beschermd voelen in de stad. Daarom hebben politieagenten op straat, verkeersregels en daarom hebben we ook regels nodig voor de smart city.
Die regels moeten zijn gericht op het borgen van de belangen van de inwoners, en ook zorgen voor de juiste innovaties. Het kan er voor zorgen dat we efficiënter en duurzamer omgaan met onze middelen. Het maakt mogelijk dat de enorme stedelijke groei die we verwachten, goed verloopt. Maar dan moeten we de markt wel duidelijk maken wat er wel en niet mag.
En het maakt het voor gemeenten gemakkelijker om zelfstandig mee te doen in deze ontwikkeling. Het voorkomt dat ze zich moeten overleveren aan de grillen van marktpartijen, waar in de artikelen in De Groene Amsterdammer en in Trouw voor wordt gewaarschuwd.
Spannende veranderingen
We leven in een prachtige tijd. De komende vijf tot tien jaar veranderen onze steden en dorpen en de rest van onze omgeving radicaal door internet en andere digitale ontwikkelingen. Dat is spannend en biedt enorme kansen. Maar dat moeten we niet zomaar laten gebeuren. We moeten oog hebben voor de negatieve kanten en er niet alleen voor waarschuwen, zoals afgelopen weken gebeurde in Trouw en in De Groene, maar dan ook echt maatregelen nemen. Zoals we de afgelopen eeuw bij tal van innovatieve ontwikkelingen hebben gedaan. Of dacht u dat het vanzelf ging dat iedereen voor rood licht stopte?
En ja, dat valt te handhaven. We weten alleen nog niet hoe. Net zoals we niet weten wat en hoe we die regels moeten maken. Maar dat is geen reden om niets te doen. Niets doen lost niets op. Meedenken en meedoen wel. En daarom gaan wij samen nadenken over de regels voor de smart city. Wil je daarover meedenken? Meld je dan hier aan.
Jan-Willem Wesselink – Future City Foundation
Heerd Jan Hoogeveen – Economic Board Utrecht