‘We vinden het vanzelfsprekend dat we voor 12 miljard mensen eten produceren. Veel hiervan gooien we weg, want aan etensresten verdienen we niks. Tenminste, dat denken veel mensen. Maar biomassa is wel degelijk een belangrijke grondstof, voor vergisting tot biobrandstof, veevoer of hoogwaardig hergebruik op een alternatieve manier. Zelfs uit de mest van de koeien kunnen we energie en grondstoffen halen’, zegt Willemsen.
‘Eenvoudigweg niet acceptabel’, is voor Willemsen, die in de Achterhoek betrokken is bij een groot verduurzamingsproject van het mkb middels de DOE-aanpak (Duurzaam Ondernemen en Energie), het belangrijkste argument. ‘Waardevolle materialen mogen niet als afval op de vuilnisbelt belanden. Gelukkig zijn er in de Achterhoek inmiddels legio voorbeelden van bedrijven die stappen zetten in de circulaire economie. De DOE-aanpak zet die bedrijven op voorsprong.’
Bijvoorbeeld het bedrijf Daas Baksteen, dat duurzaam produceert door klei binnen een omtrek van 60 kilometer te halen en proceswater hergebruikt. Daas maakt ook een duurzaam product; de stenen worden niet meer gemetseld maar gestapeld. ‘Ze kunnen worden hergebruikt’, benadrukt Willemsen. ‘Niet nadenken, maar voordenken, schreef ik hier ooit over in een column.’
Laarberg: biobased als strategie
De gemeenten Berkelland en Oost Gelre formuleerden als ambitie om op bedrijvenpark Laarberg een biobased-cluster te realiseren. Willemsen draagt de ontwikkeling een warm hart toe en hoopt dat Gebiedsonderneming Laarberg die beide gemeenten hebben opgericht, de tijd krijgt om de biobased-strategie consistent uit te rollen. ‘Dat betekent dat je die strategie ook tot uitvoering brengt in de bedrijven die zich op het terrein vestigen’.
De komst van bioraffinagefabriek RMS juicht Willemsen daarom toe. ‘Het levert een ontlastende bijdrage voor het milieu op en energiewinst, doordat mest in de directe omgeving van boerenbedrijven worden omgezet in jaarlijks 25 miljoen kuub biogas en kunstmestvervangers. Het is een ongekend grote en geavanceerde installatie, waarmee we onszelf als Achterhoek bovendien wereldwijd op de kaart zetten als duurzame regio.’
De vergister zet koeienmest om in methaan (CH4) en ‘digistaat’, dat als grondstof dient voor de productie van kunstmest, waarmee energie en milieu worden gespaard. Grondstof voor kunstmest komt nu nog bijvoorbeeld uit mijnen in Marokko. Willemsen: ‘De methaan die vrijkomt bij de vergisting van mest draagt bij verbranding bij aan het broeikaseffect. Daar staat tegenover dat de veehouderij gras teelt dat CO2 opneemt. Het is dus een gesloten kringloop.’
Duurzame maakindustrie
De Achterhoek heeft van oudsher een sterke landbouwsector met daaromheen een grote verwerkende en toeleverende industrie. Duurzaamheid is in beide sectoren een belangrijk principe. Zo staat in Borculo een gigantische melkfabriek van FrieslandCampina, die via een leiding vanaf de biovergister jaarlijks wordt voorzien van miljoenen kubieke meters biogas.
‘Op grond van het aantal patenten is de Achterhoek de tweede regio na Eindhoven.’
De innovatieve maakindustrie in de Achterhoek dankt haar afkomst aan de vele ijzergieterijen. De DRU-fabriek in Ulft (nu DRU Cultuurfabriek) was bijvoorbeeld zo’n ijzergieterij. In de Achterhoek lag het ijzererts aan de oppervlakte en langs de Oude IJssel ontstonden diverse gieterijen. De gieterijen zijn inmiddels grotendeels verdwenen maar in het business-ecosysteem in de regio zijn ze doorontwikkeld naar een hoogwaardige smart industry met een wereldwijde afzet. ‘Op grond van het aantal patenten is de Achterhoek de tweede regio na Eindhoven. We hebben de beschikking over twee hoogwaardige metaalprinters. In Varsseveld is de grootste leverancier van onderdelen van landbouwmachines gevestigd – wereldwijd! – die onlangs doorgroeide naar 1500 man personeel. Dat bedrijf werkt met top ICT’ers. Het zijn unieke spelers in de markt. We hebben voortgebouwd op een erfenis uit het verleden. Herkunft bracht zukunft. Er gebeurt dus ontzettend veel.’
Proteïne
Het maakcluster is op z’n Achterhoeks ook zeer vooruitstrevend als het samenwerking aangaat. ‘Bedrijven maken intensief gebruik van elkaars machines en kennis en kunde. Dat levert niet alleen een duurzaamheidsvoordeel op, maar door samenwerking sta je ook gewoon sterker. Juist op een bedrijvenpark als Laarberg kan uit dat innovatieve maakcluster en de landbouwgerelateerde bedrijvigheid een unieke symbiose ontstaan.’
Zo is Willemsen erg gecharmeerd van het proteïnecluster dat op Laarberg geprojecteerd is, waar uit eiwitten nieuwe, hoogwaardige grondstoffen worden gewonnen. Zo’n activiteit ligt in het verlengde van lopende initiatieven. Willemsen is betrokken bij een project waarbij Waterschap Rijn en IJssel NEO Alginaat onttrekt uit afvalwater van de eerdergenoemde melkfabriek in Borculo. ‘Dat kan weer als grondstof worden gebruikt voor de tuinbouw, de papier- en betonindustrie.’
In Leerlooijerij Hulshof (nu Rompa) in Lichtenvoorde wordt afvalwater van de leerlooierij in een biovergister omgezet in energie en wordt ook proteïne uit bepaalde reststromen van de looierij gehaald. Maar ook rvs-specialist Mueller, producent van procestanks, past volgens Willemsen goed in het cluster van de circulaire economie. Mueller heeft inmiddels voor Laarberg gekozen. Willemsen: ‘Mueller heeft als missie een bijdrage te leveren aan een goede en gezonde voedselvoorziening op de wereldmarkt. Toepassingen van hun producten in de circulaire procesindustrie zijn overal nodig. Bovendien deelt het bedrijf zijn opleidingsfaciliteiten met bedrijven in de regio (zie kader).’
Verwaarding
De vraag is of alle moeite die gedaan wordt voor een circulaire economie, wel voldoende financieel rendement oplevert. ‘Het lijkt misschien soms van niet, maar je moet kijken naar de ‘verwaarding’. Veel subsidies gaan naar de fossiele industrie doordat er veel kosten bij de belastingbetaler worden neergelegd, zoals het instant houden of afbreken in geval van verouderde centrales en kernenergie. Als je hiermee rekening houdt ontstaat een heel ander rendementsbeeld.’
Dat de intensieve landbouw in beginsel schadelijk is voor het milieu, is ook Willemsen niet ontgaan. Maar net als de nieuwe landbouwminister Carola Schouten hamert hij op het verbinden van duurzame doelen aan intensieve landbouw. ‘Je moet je realiseren dat Nederland bij uitstek een agrarische natie is, met de beste kennis op het gebied van landbouw. Zeker, ik val ook voor de romantiek van de ruimte-extensieve biologische landbouw, maar daar voed je geen wereldbevolking mee, en ook niet 18 miljoen Nederlandse monden. Het is wel interessant als kleinschalige sector voor luxe streekproducten. Dat is prima.
‘Als we echt willen verduurzamen, dan is het effectiever om de bestaande, intensieve landbouw te verduurzamen.’
Maar als we echt willen verduurzamen, dan is het effectiever om de bestaande, intensieve landbouw te verduurzamen. En kringlopen in het stroomgebied te verduurzamen. Vanuit de grote rivieren is onze delta immers gevormd en hebben wij hier de omstandigheid van een rijke bodem die moet exporteren in zijn kringloopgebied. Bedrijvenpark Laarberg kan daar een belangrijke schakel in vervullen, bijvoorbeeld door middel van de bioraffinagefabriek, een proteïnecluster en andere bedrijven die gaan aarden in het business-ecosysteem Laarberg.’
Identiteit
Willemsen heeft enkele suggesties voor de twee ontwikkelende gemeenten. Naast de eerdergenoemde ‘lange adem’ en consistente bewaking van het concept, raadt Willemsen aan het bedrijvenpark een eigentijdse uitstraling te geven, vooral met het oog op de mensen die er moeten werken. ‘Dat betekent geen standaard blokkendozen. Zorg ervoor dat het gebied een uitstraling heeft waar circulaire bedrijven zich in thuis voelen en vooral ook het personeel zich senang voelt. Als je luncht, moet het leuk zijn.
Het solarpark dat bijna wordt geopend, is een stap in die richting waarin natuurontwikkeling, waterberging en energieopwekking worden gecombineerd. Dat zijn mooie oplossingen. Ik zou op het hele terrein maximaal inzetten op de principes van circulariteit. Ik gebruik vaak de metafoor van de kersenboom. Die kersen van de boom kun je eten, de vallende bladeren voeden de bodem waar de boom zelf weer voedsel uithaalt. Het is een gesloten cirkel. Zo kun je een bedrijventerrein ook zien: alles hangt met alles samen en soort zoekt soort en vindt zich in het ecosysteem.’