Jeroen Grutters is sinds 2015 vanuit de provincie Flevoland gedetacheerd bij het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Hij begeleidt vanuit het Deltaprogramma voorlichtingsbijeenkomsten rondom de Klimaatstresstest. Gemeenten hebben afgesproken dat ze deze stresstest gaan uitvoeren om kwetsbare plekken voor overstromingen, wateroverlast, droogte en hittestress in beeld te brengen. Belangrijk hulpmiddel bij de stresstest is de Klimaateffectatlas, waarin alle relevante informatie per gemeente inzichtelijk wordt gemaakt met afzonderlijke kaarten voor overstromingen, wateroverlast, droogte en hittestress. De atlas is onderdeel van het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie.

Wat is een Klimaatstresstest?
De Klimaatstresstest is een hulpmiddel dat inzichtelijk maakt wat de gevolgen zijn van klimaatverandering voor een bepaald gebied. ‘Met de test verzamel je informatie over locaties die gevoelig zijn voor wateroverlast, overstromingen, droogte en hitte’, legt Jeroen Grutters uit. ‘Daarbij wordt ook naar de veiligheid van het gebied gekeken. Het is een flexibele test die, afhankelijk van de wensen en de doelgroep, toegepast kan worden op verschillende schaalniveaus. Van woning, wijk, gemeente tot aan een provinciaal gebied aan toe.’

Gestandaardiseerde stresstest

Grutters ontwikkelt op dit moment een vereenvoudigde gestandaardiseerde stresstest met behulp van de Klimaateffectatlas en andere landelijk beschikbare data onder de noemer ‘breng de kwetsbaarheden in beeld’. ‘De gestandaardiseerde stresstest is in feite een handreiking om in beeld te brengen wat de kwetsbaarheden zijn’, aldus Jeroen Grutters.

Vooral grote steden en gemeenten waar zich overstromingen voordeden, deden vaak al een Klimaatstresstest. Grutters: ‘De schattingen lopen uiteen, maar waarschijnlijk heeft ongeveer de helft van de gemeenten inmiddels een stresstest gedaan. Kleinere gemeenten waar zich geen incidenten voordeden, hebben dat nog minder gedaan.’

Acht tips voordat u aan de Klimaatstresstest begint

Tip 1. Begin zelf al. Wacht niet op de standaardstresstest van het Deltaprogramma maar begin alvast, luidt het eerste advies van Jeroen Grutters. Zoek niet naar standaardoplossingen, maar kijk samen met alle relevante gemeenteafdelingen, regiopartners en stakeholders naar de lokale omstandigheden. Als er een verdiepingsslag nodig is het mogelijk om na de oriëntatie een gespecialiseerd bureau in te huren.

Tip 2. Gebruik de Klimaateffectatlas voor de eerste oriëntatie op de mogelijke klimaatproblemen. Grutters: ‘Als je bezig bent met de eerste agendering in je organisatie van de gevolgen van klimaatverandering, dan is de Klimaateffectatlas een handzaam eerste hulpmiddel.’

Tip 3. Gebruik de uitkomsten van de oriëntatie om de Klimaatstresstest en de ruimtelijke adaptatie te agenderen bij je manager of bestuurder. Bespreek de uitkomsten van de Klimaateffectatlas vervolgens met alle afdelingen, benadrukt Grutters. ‘De mensen van de buitendienst weten vaak precies waar de knelpunten zitten. Je ziet vaak dat afdelingen elkaar niet vinden. Soms is het zo dat de afdeling riolering een Klimaatstresstest heeft gedaan maar dat de afdeling ruimtelijke ordening dat niet weet.’

Tip 4. Kijk naar alle onderwerpen, naar wateroverlast, overstromingen, maar ook naar hitte en droogte, zegt Grutters. ‘Wateroverlast is vaak wel in beeld, maar vaak niet de noodzakelijke maatregelen die nodig zijn bij extreme hitte en extreme, meerjarige droogte. Ook daar kunnen de Klimaateffectatlas en het Kennisportaal je bij helpen, maar dat hebben weinig gemeenten nog in beeld. Punt is dat het probleem vaak nog niet te zien is, maar de gevolgen kunnen groot zijn. Bij extreme hitte gaan er meer mensen dood, bij droogte is het vaak een financieel probleem bijvoorbeeld bij veenoxidatie (inklinken van veen door verlaging van grondwaterstanden) en paalrot. Kijk ook naar kwetsbare en vitale functies, zoals water en elektriciteit.’

Tip 5. Ga in gesprek met regionale partners en start een zogeheten klimaatdialoog. ‘Nodig alle stakeholders in het gebied uit om mee te praten. Bijvoorbeeld partijen als de veiligheidsregio, woningbouwcorporatie, groenbeheerders. Hier komen maatregelen uit. Als je te weinig groen hebt en alle groen is in particuliere handen dan kun je denken aan een publiekscampagne. Is er te weinig waterbergingscapaciteit in de gemeente dan kun je denken aan een waterplein of ondergrondse opslag.’

Tip 6. Zorg voor een ontwerp van het stedelijk interieur, dat effectief is voor het wegnemen van klimaatproblemen, betoogt Grutters. ‘Je kunt zorgen dat de stoepen zo lopen dat alle regen in het groen afwatert en niet in het riool. Ook het behoud van bomen op schaduwrijke pleinen helpt bij het verminderen van hittestress. Als het drie weken lang heet is, wil iedereen wel onder die bomen zitten. Bomen absorberen hitte en dat zie op de hittekaarten terug. Ook groene daken kunnen een goed middel zijn  bij het tegengaan van hittestress in versteende buurten.’

Tip 7. Niet alle wateroverlast is per se een probleem, stelt Jeroen Grutters. Zo kan een volgelopen straat, ook een tijdelijke noodoplossing voor waterberging zijn. ‘Hugo Gaskempers, voorzitter van Rioned, zei onlangs dat tijdelijk water op straat soms ook een oplossing voor wateroverlast kan zijn. Een paar cm water bij een gemiddelde wijk is natuurlijk helemaal niet zo erg, als dat de huizen niet binnen dringt of voor de ingang van het ziekenhuis is.’

Tip 8. Klimaatadaptatie is niet alleen van de overheid, maar ook van de burger. Grutters: ‘Het probleem is niet alleen van de overheid en de oplossing ook niet. Een initiatief als Operatie Steenbreek is heel belangrijk. Een gemeente als het Land van Cuijk bedacht dat samenwerking met tuincentra belangrijk is om Operatie Steenbreek tot een succes te maken. Bij de tuincentra hebben ze klimaatbestendige voorbeeldtuintjes ingericht. Ook bewoners kunnen de gemeente tot actie oproepen, maar als wethouder zou ik daar niet op wachten.’

Voorpublicatie: het gehele artikel over de Klimaatstresstest verschijnt in vakblad Stedelijk Interieur (december 2017)