Aanjager van het eerste uur is Paul Geurts, informatiearchitect bij de gemeente Nijmegen. ‘Ik wilde vanuit mijn technische nieuwsgierigheid weten hoe sensoren van invloed kunnen zijn op onze informatievoorziening, welke data krijgen we straks allemaal binnen en hoe gaan we dat verwerken? Maar daarvoor had ik wel een collega nodig die belang heeft bij sensormetingen.’
Die collega werd al snel gevonden bij het project rondom de aanleg van de ringweg van Nijmegen. Monitoring van de luchtkwaliteit en geluidsvolumes zouden vijf keer per jaar gedaan worden voor een fiks bedrag. ‘Henk Nijhuis, adviseur luchtkwaliteit bij de gemeente, wilde graag onderzoeken of er niet andere metingen mogelijk zouden zijn tegen een lagere prijs en met meer sensoren.’ Uit die wens groeide Smart Emission Nijmegen, een project om luchtkwaliteit, geluid, trillingen en meteorologische indicatoren op een fijnmazig schaalniveau te meten, door het inschakelen van inwoners met zogenoemde burger-sensornetwerken.
‘Vooral rondom het betrekken van burgers kregen we veel respons van de opleiding Planologie aan de Radboud Universiteit’, herinnert Geurts. ‘Die zijn erg geïnteresseerd in citizen science en via de universiteit kwamen we ook in aanmerking voor een subsidie van 50.000 euro vanuit het onderzoekstraject Maps4Society waarbij een onderwijsinstelling de penvoerder moet zijn. De universiteit had dus geld, die heeft sensoren gekocht, die heeft de map table gekocht en heeft bijeenkomsten kunnen organiseren.’
Goedkoper, met behoud van kwaliteit
Geurts: ‘Sensoren kun je zo duur maken als je zelf wilt. In Eindhoven meten ze via het AiREAS-project ook de luchtkwaliteit, maar die gebruiken sensorkits die meer dan 5000 euro per stuk kosten. Die bakken hangen op straat, maar kun je onmogelijk laagdrempelig bij bewoners in de tuin hangen. De andere kant van het spectrum is dat je voor 2 euro een sensor kunt kopen die CO2 meet. Die sensoren zijn echter onbetrouwbaar en gaan snel kapot. Wij hadden een doosje nodig waarin alle sensoren verwerkt zitten en dat ook nog eens weersbestendig is. Onze leverancier heeft daar een goede prijsbalans weten te vinden waardoor we nu werken met kits van 500 euro. Het kan dus goedkoper, blijkt wel uit het voorbeeld in de inleiding, maar is de kwaliteit nog voldoende?’
‘Door veel meer goedkope sensoren op een klein gebied heb je zoveel metingen dat die even goed zijn als een hele dure sensor die in zijn eentje staat, maar slechts op één plek iets meet. Het bekende wisdom of the crowd hoor je in dat verband vaak, dat allerlei mensen een antwoord geven waarbij het gemiddelde vaak in de buurt zit van het goede antwoord. Dat geldt ook voor onze metingen. We hebben hiervoor methoden uit de kunstmatige intelligentie ingezet’, zegt Geurts.
Burgerparticipatie
‘Een sensor is een katalysator voor een normaal gesprek. De burger vindt vaak dat de overheid het niet goed doet. Je ziet dat ook in Groningen en bij Schiphol waar burgers de overheid niet vertrouwen en zelf gaan meten. Dan meten ze dingen en die komen niet overeen met de cijfers van de overheid en dan heb je ruzie. Wij geven burgers nu een sensor en vertellen aan de hand van een sensor hoe lastig het is om luchtkwaliteit en geluid te meten. Hoe je goede metingen verricht en dat er vaak een verschil zit tussen ervaringen van mensen en metingen. Eigenlijk hebben we een heel netwerk opgezet van burgers, onder begeleiding van de universiteit en aangevuld met specialisten uit de gemeente Nijmegen om mensen vertrouwd te maken met die sensor. Dit resulteerde in een betere verhouding tussen burger en overheid.’
‘Het is niet zo dat we ineens hebben ontdekt dat ergens veel meer geluid was dan verwacht, maar juist op het gebied van communicatie met burgers kunnen we veel vooruitgang boeken. Lucht is namelijk heel moeilijk te interpreteren en nu slaan bewoners vaak alarm terwijl er niet veel aan de hand is. Om dat te ondervangen gaan we fietsen met burgers, met sensoren in de hand en organiseren we colleges over meten. Dat vind ik een heel mooi bijeffect van het project.’
Geurts: ‘Deze ontwikkeling sluit ook erg goed aan bij de Omgevingswet die eraan zit te komen. Als stad moet je steeds transparanter zijn richting je burgers en dat kan met deze meetapparatuur. Bedrijven die uitstoot veroorzaken zullen ook sensoren moeten monteren op hun gebouwen om hun percentages te verantwoorden richting burgers en overheid. In het vervolg willen we een stichting oprichten waarin we kunnen blijven samenwerken met alle partijen om subsidieaanvragen te doen en workshops te blijven organiseren, zodat het een levendig platform wordt.’
Toekomst
‘Als je met mensen praat rondom Smart Cities gaat het vaak over leiderschap en disruptief. Je moet echt anders kijken en op zoek naar nieuwe businessmodellen en nieuwe samenwerkingen. En je moet gewoon lef tonen. Je kunt het niet van tevoren plannen en je moet gewoon beginnen en kijken hoe ver je kunt komen’, aldus Geurts.
‘Dit project is daar een toonbeeld van en kan nu worden uitgerold naar de rest van Nederland. Het bedrijf dat de sensoren levert en het bedrijf dat de viewer maakt hebben nu samen een pakket op de markt gebracht, dat wordt uitgerold in zeven andere gemeenten. Dat is ook een van de doelstellingen van de nationale NL Smart City Strategie, om de succesvolle proeven ook door te vertalen naar andere steden’, stelt Geurts.