‘Ik vind dit een van de mooiste steden om aan te werken, juist omdat er zoveel uitdagingen liggen. Het is ontzettend fijn dat we nu gas kunnen geven in plaats van op de rem trappen.’ Fackeldey opent met de van hem bekende positieve energie. Er is alle reden voor, want Lelystad zit in de lift. De vraag naar woningen en de prijzen stijgen, ook hier.
Het ene na het andere bedrijf geeft aan zich in de Flevolandse hoofdstad te willen vestigen. Begin mei kondigde het Spaanse Inditex, moederbedrijf van onder meer Zara, aan op Lelystad Airport Businesspark een megadistributiecentrum te gaan bouwen. Even later maakte logistiek dienstverlener Kloosterboer uit IJmuiden bekend zich in Lelystad te vestigen met een reusachtig koelhuis.
De ontwikkelingen gaan snel, nu de luchthaven gaat uitbreiden en Flevokust Haven eraan komt. ‘Ons sterke punt is de combinatie van een uitstekende strategische ligging met de mogelijkheid van uitbreiding. We hebben hier nog veel ruimte, en dat kun je niet zeggen van andere sterke knooppunten’, aldus de wethouder van onder meer wonen, economische zaken en luchthavenontwikkeling.
Positieve lijstjes
Lelystad plukt de vruchten van het economisch herstel en met name van de toenemende druk op Amsterdam. Jop Fackeldey: ‘Als Amsterdam meer ruimte nodig heeft voor woningbouw zullen bedrijven, die daar niet meer terecht kunnen, ergens naartoe moeten. Dan zijn wij een heel goed alternatief. We krijgen nu aanvragen voor mogelijke vestigingen die we vroeger niet kregen. In één klap staan we op de lijstjes van grote ondernemingen in de distributie en distributie+.’
Agro en food, zijn bij uitstek de branches die Lelystad wil uitbouwen, en niet uitsluitend voor logistiek en distributie. ‘Nog niet zo lang geleden was dit het biologische landbouwgebied van Nederland. Dat zijn we een beetje kwijtgeraakt met de schaalvergroting in de agrarische sector’, memoreert de bestuurder. Als straks Flevokust-Haven en de grotere luchthaven operationeel zijn, liggen er kansen voor de biologische voedselbranche, denkt hij.
‘Vergis je niet, aardappelen en uien uit de polder gaan van hieruit de hele wereld over. McCain, marktleider in Europa met verwerkte aardappelproducten, zit niet voor niets hier. Zowel aan de noord- als zuidkant van de stad en bij de luchthaven liggen grote agrarische bedrijven. Aanvankelijk waren ze bevreesd dat de uitbreiding van de luchthaven hun activiteiten zou inperken. Ze hebben zich verenigd in ‘De Lelystadse Boer’ met de gedachte dat de luchthaven in ons gebied te gast is, waar ze juist van kunnen profiteren. Met hun kennis, ervaring en technologie, en de onderzoekscapaciteit van de WUR op een aantal proef- en praktijkboerderijen hier in de buurt, hebben we sterke troeven om voor de Metropoolregio Amsterdam de poort naar het agrarische achterland te worden.’
Kansen op werk
Fackeldey ziet de snelheid waarmee de gemeente kan schakelen als bijkomend pluspunt. ‘We zijn tegenwoordig ingericht om zo’n bedrijf binnen te halen en de rode loper uit te leggen. In veel gevallen zijn de planologische voorwaarden al aanwezig en kunnen bedrijven snel aan de slag.’
‘We hebben die werkgelegenheid in de logistieke dienstverlening en productie hard nodig’, legt de wethouder uit, omdat we in de overheidssector fors zijn gekrompen. Vier-vijf jaar geleden hebben we al geconstateerd dat het roer om moet qua werkgelegenheid. We moeten beter gebruik maken van onze kernkwaliteiten: de ligging en de meer dan uitstekende bereikbaarheid: via weg, water, lucht en spoor.’
De groei van de bedrijvigheid is goed voor de werkgelegenheid. ‘Inditex alleen al garandeert 400-800 extra arbeidsplaatsen. Voorzichtig verwachten wij dat het er op termijn meer worden’, aldus Fackeldey. Of die banen zullen helpen om van de hardnekkige langdurige werkloosheid in Lelystad af te komen, is de vraag. Bovengemiddeld veel mensen zitten al langer zonder baan zitten en zijn laag gekwalificeerd.
‘Ruimte en bereikbaarheid; samen is dat vestigingsfactor nummer 1’
‘Dat is zeker niet fijn, want heeft effect op de bestedingen en de betrokkenheid bij de samenleving’, merkt de PvdA-bestuurder op. Hij denkt van het nadeel een voordeel te kunnen maken, want arbeid wordt in de Randstad steeds schaarser. ‘Dat zal niet eenvoudig zijn voor alle gevraagde functies, maar juist in de logistieke dienstverlening is er nog veel vraag naar lager geschoold personeel.
Samen met de onderwijsinstellingen maken we een inventarisatie van wat er aan kwalificaties bij de bedrijven nodig is en hoe we daar op kunnen inspelen. Ons werkbedrijf is daarbij betrokken, opgericht om mensen met inkomensondersteuning, met of zonder beperking, weer naar werk te begeleiden.’
Grote opgaven
De grote uitdaging voor de stad – bestuur, ondernemers, burgers – is om de kansen te benutten, stelt Jop Fackeldey. ‘We hebben nog steeds een grote opgave. Wel inmiddels vooral een kwalitatieve. We moeten zorgen dat de mensen die hier komen werken op een prettige manier kunnen wonen en de stad voor de al aanwezige bewoners aantrekkelijker wordt. Op de manier zoals we hier gewend zijn: met ruimte, identiteit, veel groen en water.’
De wethouder gaat de belangrijkste opgaven langs.
‘Het Stadshart is nog niet af. Er moet zeker nog een bioscoopcomplex komen, als plek waar het avondvertier zich afspeelt. De Parkwijk (een groen, ruim opgezet woongebied voor middeninkomens aan de oostkant van het stadscentrum, red.) is nodig om meer diversiteit in het woningaanbod te brengen.
We hopen dat de luchtvaartsector in de dienstverlening banen creëert met bijvoorbeeld uitbouw van de horecafaciliteiten en dat we het toerisme kunnen stimuleren. Er komen al veel mensen naar Batavia-Stad en de nieuwe wildernis van de Oostvaardersplassen. Straks hebben we het bijzondere gebied van de Marker Wadden en Batavialand. Deze samenvoeging van de Bataviawerf, het Nieuw Land Erfgoedcentrum en het maritiem depot van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed kan doorgroeien naar een mooi centraal gelegen museum dat het verhaal vertelt van de Zuiderzee, de zeevaart en het ontstaan van ’s werelds grootste polder: Flevoland.’
25 Jaar geleden stonden hier borden bij het binnenrijden van de stad “Woningen te koop voor nog geen 100.000 euro”.
Op de woningmarkt noemt de wethouder de grootste uitdaging om de eigenaar-bewoners te steunen, die aan de rand van het bestaansminimum leven en nauwelijks geld hebben om hun woning op te knappen, laat staan te verduurzamen. ‘De slechtste woningen in de wijken met de laagste inkomensgroepen zijn geen corporatiewoningen meer. Je moet je realiseren waar we vandaan kwamen. 25 Jaar geleden stonden hier borden bij het binnenrijden van de stad “Woningen te koop voor nog geen 100.000 euro”. Er zijn aardig wat mensen die toen hebben gekocht met geleend geld en jarenlang heel goedkoop hebben gewoond. Maar ja, met de crisis is voor veel mensen alles anders geworden. De mensen zitten daar echt rond de armoedegrens met een eigen woning die fors onder water staat. Als ik ergens van wakker lig, is het dat.’
De wethouder raakt dan weer hoopvol gestemd als hij ziet welke initiatieven vanuit de samenleving zelf komen, zoals het gezamenlijk schilderen van de woningen met verf die door Lelystadse bedrijven ter beschikking is gesteld. ‘Het moet toch mogelijk zijn om met vereende krachten middelen vrij te maken om deze eigenaar-bewoners te ondersteunen om hun woningen een kwaliteitsslag te geven, zodat ze meteen duurzamer zijn. Ze blijven hetzelfde betalen aan woonlasten en betalen zo het voorgeschoten bedrag in 15-20 jaar terug. Nu hoor je: kan niet, mag niet. Er zijn wel subsidies en leenfaciliteiten, maar het is maatwerk en je moet er veel geduld voor hebben. Voor deze mensen is dat een enorme zoektocht voor deze mensen. Ik denk dat er voor de overheid een taak ligt om ze te helpen, zonder de problemen over te nemen.’