Aanleiding voor het marktinitiatief is het voornemen van het Utrechts College om een zeer strikte regulering van middeldure huurwoningen in te voeren. Hoewel de brancheverenigingen IVBN en NEPROM het grote belang van middenhuurwoningen onderschrijven vinden zij de regeling van de gemeente te rigide en vrezen zij dat daardoor juist minder woningen in Utrecht worden gebouwd. In het alternatieve investeringsakkoord dat beleggers en ontwikkelaars op 15 november aan Utrecht hebben gedaan, is er veel meer ruimte voor maatwerk en worden niet alleen afspraken gemaakt over middenhuurwoningen, maar ook over sociale huurwoningen en betaalbare koopwoningen. De marktpartijen verwachten dat Utrecht daarmee aantrekkelijk blijft voor investeerders en tegelijkertijd een groter deel van de woningzoekenden betaalbaar onderdak kan helpen.

Kern van het investeringsakkoord is dat de markpartijen bereid zijn om bij elk nieuwbouwproject 40% van alle woningen onder de marktprijs te verhuren of te verkopen. De marktpartijen zijn bereid de helft van de grondwaarde in te zetten voor die lagere prijzen. Dat betekent dat er middenhuurwoningen kunnen worden gebouwd met een grootte tussen 40 m2 en de 80 m2 met een huurprijs tussen € 712 en € 950 per maand. Die huurprijs ligt fors lager dan de vrijemarkt huurprijs. Ook kunnen koopwoningen worden gebouwd met een grootte tussen 40 m2 en de 80 m2, met een verkoopprijs tussen de € 160.000 en € 260.000. Zowel de middenhuur als de goedkope koop blijven 10 jaar ‘gereguleerd’ en zijn bestemd voor inkomens tot € 50.000.

De marktpartijen stellen enkele voorwaarden aan het akkoord. Zo mag de financiële haalbaarheid van woningbouwprojecten door de regeling niet in gevaar komen en moet de kwaliteit van de projecten gegarandeerd blijven. Ook willen NEPROM en IVBN dat de regeling aangepast kan worden als de marktomstandigheden veranderen. Voorts zoeken de marktpartijen de verbinding met de Utrechtse woningcorporaties om de doorstroming vanuit de corporatievoorraad te bevorderen en in de nieuwbouw de samenwerking aan te kunnen gaan. De brancheverenigingen willen zich met de gemeente en de corporaties inspannen om in deze tijd van gunstige marktcondities versneld en met voortvarendheid nieuwe locaties tot ontwikkeling te brengen, teneinde de marktdruk te verlagen en de beschikbaarheid van woningen voor alle doelgroepen te verhogen, waaronder huishoudens met kinderen.

(Persbericht NEPROM/ IVBN)