Wij hebben een verzoek voor u: zorg ervoor dat dat de eerste visie is die rekening houdt met de datalaag die over ons land ligt. De laag die ervoor zorgt dat wij altijd met elkaar verbonden zijn en ook met tal van sensoren om ons heen. De laag die data meet, doorgeeft, analyseert en interpreteert. En die er zo voor zorgt dat het functioneren van onze steden op dit moment radicaal verandert. Een verandering die net zo groot is als de invoering van elektriciteit en de auto een eeuw geleden.
Dat wordt soms smart-city genoemd, maar de implicaties gaan veel verder. We moeten niet alleen focussen op techniek, maar op de manier waarop we in de toekomst samenleven en hoe dat verandert. Techniek is geen doel op zich, maar een onvermijdelijke gamechanger.
De verandering is samen te vatten in drie uitgangspunten:
1) We zijn altijd verbonden met alles en iedereen
Het maakt het niet meer uit of we ergens fysiek aanwezig zijn. Via onze telefoon (of andere apparaten) hebben we overal toegang tot alle informatie en kunnen we real time weten wat er ergens anders op de wereld gebeurt.
2) Dat maakt ons ongekend flexibel
We kunnen overal werken, winkelen, spreken met onze geliefden en ons vermaken. Dat maakt ons leven efficiënt en ongeordend tegelijk. We werken terwijl we in de trein zitten, zoeken de precieze locatie op als we er ongeveer zijn, appen elkaar als we het toch niet kunnen vinden. We kunnen alles altijd en overal.
3) Dat maakt betekenisvolle plaatsen nog belangrijker
Als we alles overal kunnen doen, waar willen we dan zijn? Op plekken waar we ons prettig voelen. We moeten nergens meer zijn, dus kiezen we voor beleving, voor toegevoegde waarde, voor betekenis.
Deze drie uitgangspunten veranderen alles in de stad. De manier waarop we wonen, werken, winkelen, recreëren, naar film gaan, spelen, energie opwekken, producten maken, oud worden en jong zijn. Het zorgt ervoor dat we op nieuwe manieren met elkaar samenleven. Het biedt prachtige kansen, maar brengt ook nieuwe problemen met zich mee. Het leidt tot stress, eenzaamheid en uitsluiting. Kortom, de datalaag stelt ons niet alleen voor technische vragen, maar voor maatschappelijke uitdagingen en dilemma’s. En dus moeten we die laag ontwerpen, inrichten en naar onze hand zetten. Zoals we dat met alles in onze steden doen.
Geachte bijna-minister Van den Nieuwenhuizen,
Net als in het oude Rome, de Hanzesteden of de steden uit de Gouden Eeuw, zijn onze steden plaatsen waar we de leefkwaliteit te realiseren die economische en persoonlijke ontplooiing mogelijk maakt. Dat verandert niet.
Het is de manier waarop we welvaart en welzijn realiseren die radicaal verandert. En wij vragen u een visie te schrijven die dat als uitgangspunt neemt. Alleen dan krijgen we slimme, toekomstbestendige steden en samenlevingen. En dan is uw visie op de ruimtelijke ordening niet alleen de eerste visie van de nieuwe eeuw, maar ook van het nieuwe tijdperk waarin we leven.
Leon Hendriks, managing partner Aerovision
Arjen Hof, directeur Civity
Michiel de Lange, onderzoeker digitalisering van steden, Universiteit Utrecht
Frank Kresin, managing director DesignLab UTwente
Sebastiaan Palm, partner bij Marxman Advocaten
Jan-Willem Wesselink, hoofdlaborant Kennislab voor Urbanisme
Jos van Winkel, stadsstrateeg gemeente Amersfoort