Moeten provincies en gemeenten daar maar tegen beter weten in geld in blijven stoppen? Ik vergelijk het vaak met een zandloper op z’n zijkant. Langzaamaan lopen de korreltjes uit het midden richting de twee uiteinden van de zandloper. De linkerkant bestaat in dit scenario uit campussen, valleys en hubs waar een connectie is met kennisinstellingen. Kennisintensief met veel mogelijkheden tot interactie tussen mensen. En aan de rechterkant zijn de werklocaties met de kapitaal- en milieu-intensieve bedrijven. Grote logistieke terreinen, tuinbouwkassen, raffinaderijen, chemische bedrijven, die blijven behoefte hebben aan grote kavels met relatief weinig werkzame personen.

Die twee typen bedrijventerreinen zullen blijven bestaan, maar het grote reguliere midden zal op termijn verdwijnen. We zien nu al in de praktijk dat de reguliere terreinen opschuiven naar goed ontsloten terreinen waar mobiliteit en bereikbaarheid hoog in het vaandel staan en terreinen in het achterland langzaam leeglopen. En daar moeten we als vakwereld ook een oplossing voor zoeken.

Pen suggereert om een deel van de kansloze bedrijventerreinen te transformeren en het geld te investeren in bedrijventerreinen die nog wel toekomst hebben. Voor een deel zal dat een optie zijn, maar in bijvoorbeeld de Achterhoek, een krimpregio, biedt transformatie naar woningen niet altijd de oplossing  op voormalige bedrijventerreinen. De ontwikkeling waar we het dan over hebben zal zich heel geleidelijk voltrekken, maar we moeten nu wel nadenken over de toekomst van het standaard gemengde bedrijventerrein. De terreinen die ook niet langs een snelweg zitten, krijgen het gewoon moeilijk en dus moet je gericht investeren in de terreinen waar je nog wel potentie hebt.

Als er geen potentie meer is, moet je transformeren naar woningen als het kan, maar ik verwacht veel van toekomstige ontwikkelingen. Bijvoorbeeld energieparken. Energieopwekking heeft een ruimtelijke impact, waarom kunnen we daar niet de oudere gemengde bedrijventerreinen voor inzetten? Andere optie die ik kansen toedicht zijn de tuinbouw en agrarische gebouwen. Ook hier is schaalvergroting aan de orde van de dag en waarom zou je deze complexen niet op een bedrijventerrein situeren in plaats van in het landelijk gebied. Tevens kun je dan ook meer aandacht besteden aan onder meer logistieke stromen en het circulair en diervriendelijk opzetten van deze complexen. Kortom geef ze een plek op bedrijventerreinen en geef die bedrijventerreinen ook weer een nieuw leven.

En zonder twijfel zullen zich in de toekomst nog ontwikkelingen voordoen die een ruimtevraag hebben. Er is geen provincie die niet investeert in innovatie in het mkb. Een direct uitwerking van het gegeven dat het verdienvermogen van een regio centraal staat en dat bedrijventerrein daarin een afgeleide zijn als belangrijk onderdeel van het vestigingsklimaat. Het is dus zaak dat er ook op deze gemengde bedrijventerreinen nieuwe toekomstige verdienconcepten de ruimte kunnen krijgen.

Juist over die regionale innovatiekracht en het vestigingsklimaat gaat het op het BT Event op 2 november op Lelystad Airport. Daar gaan we met elkaar in gesprek om deze vraagstukken aan de orde te stellen en mogelijke oplossingsrichtingen te verkennen. 

Theo Föllings
Voorzitter SKBN en medeorganisator van het BT Event